Programmatie MRI

ASGB-BERICHT ASGB-BERICHT2018.039

Geachte collega

 

In het BS van 6/4/2018 verscheen een Besluit i.v.m. de programmatie van MRI-toestellen.

 

met collegiale groeten, het ASGB-bestuur


Publicatie: 2018-04-06

VLAAMSE OVERHEID

9 MAART 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van aanvullende programmatienormen voor bijkomende diensten waarin een magnetische resonantie tomograaf wordt opgesteld

DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, artikel 28;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 december 2017;
Gelet op advies nr. 62.814/3 van de Raad van State, gegeven op 12 februari 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad Van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende het koninklijk besluit van 25 oktober 2006 houdende vaststelling van het maximum aantal diensten waarin een magnetische resonantie tomograaf wordt opgesteld, dat uitgebaat mag worden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 april 2014 en 19 april 2017;
Overwegende het koninklijk besluit van 25 april 2014 tot vaststelling van het maximum aantal toestellen voor magnetische resonantie tomografie dat uitgebaat mag worden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 december 2014;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1. Voor de verdeling van bijkomende diensten waarin een magnetische resonantie tomograaf wordt opgesteld als vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2006 houdende vaststelling van het maximum aantal diensten waarin een magnetische resonantie tomograaf wordt opgesteld, dat uitgebaat mag worden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 april 2014 en 19 april 2017, worden de aanvullende programmatienormen, vermeld in artikel 2 en 3 van dit besluit, toegepast.
Art. 2. In dit artikel wordt verstaan onder :
1° NMR-ratio : het aantal toestellen per 100.000 inwoners in een provincie;
2° NMR-index : de NMR-ratio van een provincie, gedeeld door het gemiddelde aantal toestellen per 100.000 inwoners voor Vlaanderen.
De diensten worden geografisch verspreid over de provincies door het aantal diensten per provincie toe te wijzen op basis van de officiële bevolkingscijfers op 1 januari 2017. Daarbij wordt rekening gehouden met de toestellen die per provincie zijn erkend, de NMR-ratio en de NMR-index. Er wordt opeenvolgend een bijkomende dienst toegewezen aan de provincie met de laagste NMR-index. Na elke toewijzing van een toestel worden de NMR-index en NMR-ratio herberekend.
Als aan een bepaalde provincie geen bijkomende dienst kan worden toegewezen, wordt haar NMR-index buiten beschouwing gelaten en worden de diensten geografisch verspreid over de overige provincies door opeenvolgend een bijkomende dienst toe te wijzen aan de provincie met de laagste NMR-index.
Art. 3. Een dienst wordt toegewezen binnen een provincie volgens de activiteit en de capaciteit van het ziekenhuis, op basis van het aantal verantwoorde en erkende bedden. Bij die toewijzing worden de volgende criteria toegepast :
1° als er binnen dezelfde provincie verschillende ziekenhuizen zijn die een rechtsgeldige aanvraag indienen, wordt rekening gehouden met de gevalideerde gegevens over de activiteit en capaciteit van het ziekenhuis, namelijk :
a) het aantal verantwoorde bedden C/D/E/G/M/NIC, zoals berekend op 1 juli 2017 in het budget van financiële middelen;
b) het aantal erkende bedden Sp, A/a, K/k op 1 juli 2017;
c) het aantal verantwoorde bedden in chirurgische dagziekenhuisopname, zoals berekend op 1 juli 2017 in het budget van financiële middelen;
2° voor aanvragen vanuit een associatie worden alleen de activiteit en capaciteit geteld van het ziekenhuis of de ziekenhuizen waar nog geen magnetische resonantie tomograaf is opgesteld;
3° er wordt voorrang gegeven aan de ziekenhuizen en associaties met het hoogste aantal samengetelde bedden.
Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 maart 2018.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
J. VANDEURZEN

2024.057

Nieuwe interpretatieregels RIZIV over immunisatieperiode

 

Op 17 april 2024 zijn drie interpretatieregels gepubliceerd over de zgn. immunisatieperiode.

De bedoeling is dat die steeds 5 dagen zou bedragen.

Daarom worden twee interpretatieregels geschrapt vanaf 1 mei 2024: 

  • * één i.v.m. het dermatologisch verband voor uitgebreide letsels
  • * één i.v.m. tandextracties en/of conserverende tandverzorging onder algemene anesthesie

 

Daarnaast wordt er een nieuwe interpretatieregel (nr. 7) toegevoegd voor art. 25 – toezichtshonorarium. 

2024.056

Huisbezoek WZC anders en beter vergoed vanaf 1 juni 2024

 

Op 11 juni 2024 werden drie KB’s gepubliceerd die in aangepaste nomenclatuur voorzien voor bezoeken door een huisarts in een WZC

Zij zijn de vrucht van heel wat werk in de NCAZ en de TGR en treden in voege op 1 juni 2024.

Er wordt een nieuw nomenclatuurnummer in het leven geroepen, specifiek voor een bezoek aan een WZC: 106610. 

Het ereloon ervoor zal € 45,81 bedragen (een verhoging met 25%).

2024.055

Update van art. 11 nomenclatuur (algemene speciale verstrekkingen)

 

Op 11 april 2024 is een KB gepubliceerd i.v.m de nomenclatuur van artikel 11 (algemene speciale verstrekkingen).

Het gaat in hoofdzaak om teksttoilet.

Hierna vindt u de integrale tekst van het nieuwe KB dat in voege treedt op 1 juni 2024. In de pdf als bijlage vindt u de voorbereidende nota van de TGR.