BFM der ziekenhuizen - KB 12 dec 2018

ASGB-BERICHT 2019.002
Icoon thema staatsblad

 

Geachte collega

In het BS van 24/12/2018 verscheen een KB i.v.m. het BFM der ziekenhuizen.

met collegiale groeten, het ASGB-bestuur

 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

12 DECEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 105, § 1, gewijzigd bij de wetten van 10 april 2014 en 18 december 2016;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen;

Gelet op het advies van de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, gegeven op 11 oktober 2018;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 6 november 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 30 november 2018;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 27 november 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen de termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In artikel 7, 2°, g), van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het eerste lid, worden de woorden "het klinisch onderricht," opgeheven;

2° in het tweede lid, worden de woorden "en/of de opleiding van de kandidaat-specialisten," opgeheven.

Art. 2. In artikel 77 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° in paragraaf 1, a), C, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2015, wordt 1. aangevuld met het volgende lid :

"Vanaf 1 januari 2019 wordt het bedrag dat door de berekening hierboven bekomen werd en dient om de kosten voor het klinisch onderwijs en de opleiding te dekken, niet meer toegekend.";

2° in paragraaf 1, c), worden de woorden "uit bijlage 12, punt 1., §§ 1 en 2, punten 1° tot en met 7° en punt 2., tweede lid." vervangen door de woorden "uit bijlage 12";

3° in paragraaf 2, wordt het lid dat aanvangt met de woorden "Om het voordeel" vervangen als volgt :

"Vanaf 1 januari 2019 wordt het bedrag D niet meer toegekend.

Om het voordeel van de in C bedoelde financiering te behouden, moeten de betrokken ziekenhuizen aan de voorwaarden van bijlage 12 van dit besluit voldoen.";

4° het paragraaf 3, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 december 2016, wordt vervangen als volgt :

" § 3. Vanaf 1 januari 2019, wordt een bedrag van 2.198.316,73 euro (waarde op 1 juli 2018) in mindering gebracht van het berekende bedrag volgens de bepalingen van § 2 en dit wordt verdeeld onder de betrokken ziekenhuizen pro rata het bedrag waarover ze beschikken in toepassing van § 2 op 1 januari 2019.".

Art. 3. In bijlage 12 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° de titel wordt vervangen als volgt:

"Bijlage 12. Voorwaarden voor de toekenning van de financiering van de nieuwe medische technieken bedoeld in artikel 77";

2° de woorden "1. Nieuwe medische technieken" worden opgeheven;

3° de woorden " § 1. Om de financiering bedoeld in artikel 77, § 1, a), punten B en C en § 2, punten C en D te behouden, moet het ziekenhuis:" worden vervangen door de woorden " § 1. Om de financiering van de nieuwe medische technieken bedoeld in artikel 77 te behouden moet het ziekenhuis:";

4° de bepalingen onder `2. Opleidingsfunctie' worden opgeheven.

Art. 4. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019.

Art. 5. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 december 2018.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

M. DE BLOCK

2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor bezoek in WZC door bepaalde arts-specialisten

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook bepaalde artsen-specialisten die een bezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn er drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist. 

2024.060

Erkenningscriteria vastgelegd voor verpleegkundig specialist

 

Op 25 april 2024 is een KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist bepaalt.

Deze criteria treden wel pas in werking op 1 januari 2025.

Hierna vindt u de integrale tekst van het KB.

 

14 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria om de titel van verpleegkundig specialist te dragen