BFM der ziekenhuizen - BS 05-06-2019

ASGB-BERICHT 2019.73
Icoon thema financiering

Geachte collega

In het BS van 5/6/2019 verscheen een KB i.v.m. het BFM der ziekenhuizen.

met collegiale groeten, het ASGB-bestuur

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

17 MEI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 105, § 1, gewijzigd bij de wetten van 10 april 2014 en 18 december 2016;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen;

Gelet op de adviezen van de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, gegeven op 30 januari 2018, 14 juni 2018, 20 juni 2018 en 31 januari 2019;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 25 februari 2019;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 13 maart 2019;

Gelet op het advies 65.819/3 van de Raad van State, gegeven op 2 mei 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In artikel 63 van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in de eerste paragraaf, laatstelijk gewijzigd door het koninklijk besluit van 30 oktober 2018, worden de woorden "op 1 juli 2018 is vastgesteld op 33.846.548 euro" vervangen door de woorden "op 1 januari 2019 is vastgesteld op 31.023.479 euro" ;

2° in de tweede paragraaf, laatstelijk gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 december 2017, worden de woorden "op 1 januari 2018 is vastgesteld op 133.538.616 euro" vervangen door de woorden "op 1 januari 2019 is vastgesteld op 141.918.328 euro" ;

3° in de derde paragraaf, laatstelijk gewijzigd door het koninklijk besluit van 30 oktober 2018, worden de woorden "op 1 juli 2018 is vastgesteld op 5.193.771 euro" vervangen door de woorden "op 1 januari 2019 is vastgesteld op 8.797.646 euro".

Art. 2. In artikel 79, 3°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 november 2006, wordt punt b) aangevuld met twee leden, luidende:

"Teneinde de impact te dekken van de implementatie van de nieuwe sectorale functieclassificaties uitgewerkt door het instituut voor functieclassificatie (IFIC) op het bedrag van de gefinancierde premie aan de ziekenhuizen die beschikken over personeel vallend onder het paritair comité 330, worden de bedragen gedefinieerd in Aa, Ab, Ac en Ad verhoogd met 1,06 % vanaf 1 januari 2019.

Voor het jaar 2018 wordt deze verhoging ten laste genomen van de herziening van het dienstjaar 2018 vanaf 1 januari 2018.".

Art. 3. Artikel 79quater van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

"Art. 79quater. § 1. Er wordt op 1 januari 2018 een provisioneel budget toegekend voor de ziekenhuizen vallend onder het paritair comité 330, met het oog op de progressieve invoering van de nieuwe sectorale functieclassificaties uitgewerkt door het instituut voor functieclassificatie (IFIC) alsook de nieuwe loonschalen die daarop betrekking hebben.

De provisie van 58.425.430 euro (waarde op 1 januari 2018) wordt verdeeld pro rata het aantal VTE van elk betrokken ziekenhuis.

De in aanmerking genomen VTE's zijn degene die gediend hebben voor de verdeling van het bedrag van 31.460.000 euro als tussenkomst onder de vorm van een eenmalige verhoging van het vaste deel van de eindejaarspremie voor de loontrekkenden zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 8 mei 2018 tot vaststelling en uitkering van de bedragen van de vergoedingen voor de invoering van de functieclassificatie die is voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de federale gezondheidssector en dat op 25 oktober 2017 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers.

De VTE's en het gefinancierde bedrag per ziekenhuis worden vastgelegd in bijlage 21.

Deze provisionele financiering wordt herzien in het kader van de herziening van het budget van financiële middelen van het jaar 2018 op basis van te definiëren modaliteiten.

§ 2. Op 1 januari 2019 wordt een bijkomend budget van 13.532.755 euro (waarde op 1 januari 2019) toegevoegd aan het budget hernomen in § 1. De verdeling van het totale budget wordt gedaan pro rata het aantal VTE's per ziekenhuis zoals vastgelegd in bijlage 21.

Deze provisionele financiering wordt herzien in het kader van de herziening van het budget van financiële middelen van het jaar 2019 op basis van te definiëren modaliteiten.

§ 3. Op 1 januari 2020 wordt een bijkomend budget van 13.532.758 euro (waarde op 1 januari 2019) toegevoegd aan het budget hernomen in § 2. De verdelings-en herzieningsmodaliteiten van dit budget zullen later gedefinieerd worden. ».

Art. 4. In de titel van bijlage 20, ingevoegd door het koninklijk besluit van 30 oktober 2018, wordt het cijfer "20" vervangen door het cijfer "21".

Art. 5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.

Art. 6. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 mei 2019. 

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

M. DE BLOCK 

2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor bezoek in WZC door bepaalde arts-specialisten

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook bepaalde artsen-specialisten die een bezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn er drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist. 

2024.060

Erkenningscriteria vastgelegd voor verpleegkundig specialist

 

Op 25 april 2024 is een KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist bepaalt.

Deze criteria treden wel pas in werking op 1 januari 2025.

Hierna vindt u de integrale tekst van het KB.

 

14 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria om de titel van verpleegkundig specialist te dragen