KCE-rapport materniteiten

ASGB-BERICHT 2020.007

 

Het KCE-rapport over de materniteiten werd enkele weken geleden al aan de stakeholders voorgesteld en werd toen positief onthaald.

De studie is zeer degelijk uitgevoerd,  trekt geen besluiten die uit de gegevens niet te trekken zijn, en stelt duidelijk dat de toegankelijkheid en de keuzeuvrijheid niet in het gedrang komen.

Het is moeilijk om de conclusies naast zich neer te leggen. De gehanteerde drempel van 557 bevallingen per jaar blijft bovendien nog erg laag, het gaat dan uiteindelijk nog steeds maar over minder dan twee bevallingen per dag. En de voorspelling is dat de bedbezetting nog verder zal dalen. Het lijkt er dus op dat een eventuele herschikking best meteen grondig(er) gebeurt. Vooruitziende directies en medische raden hebben overigens niet op deze studie gewacht om maatregelen te nemen.

Het viel te verwachten dat hierop door de getroffen ziekenhuizen (en politici die het rapport vermoedelijk nog niet gelezen hadden) meteen negatief zou gereageerd worden. Nochtans is dit het logische gevolg van wat met de netwerken beoogd wordt en waar iedereen in het Overlegcomité zich mee akkoord verklaard heeft. Andere dossiers zullen volgen.

Toch blijven er een aantal moeilijkheden.

We zijn het eens met het standpunt van Zorgnet-Icuro dat een netwerk de vrijheid zou moeten hebben om de reorganisatie (lees sluiting) intern te beslissen. Dat zou dus een andere materniteit kunnen zijn dan degene die het KCE voorstelt.

Raadplegingen en prenatale zorg blijven uiteraard in elk ziekenhuis aanwezig. Voor de getroffen gynaecologen is er, in het beste geval, het ongemak van een mogelijk verdere verplaatsing voor de bevalling. Zij zullen met hun patiënten in de overblijvende materniteiten wellicht wel welkom zijn maar die toegang zou moeten gegarandeerd worden. 

Idem voor de artsen uit diensten die secundair getroffen worden: anesthesie, pediatrie, ORL, oftalmologie,... Want waar de materniteit sluit zal er hoe dan ook bijkomende repercussie zijn op deze diensten.

We herhalen dus, gezien het belang van ziekenhuisnetwerken in deze KCE-oefening, ons voorstel aan de NPCAZ om gedurende de overgangsperiode van 5 jaar voor de vertegenwoordiging van de medische raden in de netwerk medische raad pariteit te garanderen. De wet voorziet nu 1 vertegenwoordiger per ziekenhuis maar dat kan in de praktijk best een lege doos betekenen.

De minister heeft beloofd dat de uitgespaarde middelen zullen geherinvesteerd worden. We gaan haar daar nog dikwijls aan herinneren.

2024.098

Nomenclatuur gecombineerde NMR-onderzoeken onder algemene anesthesie

In het BS van 10/7/2024 verscheen een KB i.v.m. nieuwe nomenclatuur voor gecombineerde NMR-onderzoeken onder algemene anesthesie.


Hierna vindt u de integrale tekst van het op 10 juli 2024 gepubliceerde KB

16 JULI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 12, § 1, a), van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen

2024.097

Nomenclatuur oftalmologie

In het BS van 10/7/2024 verscheen een KB i.v.m. nomenclatuur oftalmologie en de aanpassing van een interpretatieregel.


Hierna vindt u de integrale tekst van het op 10 juli 2024 gepubliceerde KB

6 NOVEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 14, h), van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen

2024.096

Somatische zorg in het psychiatrisch ziekenhuis

In het BS van 10/7/2024 verscheen een KB i.v.m. nieuwe nomenclatuur voor artikelen 2 en 25. Een artikel regelt het bezoek in het ziekenhuis door de GMD-houdende huisarts of een collega van een geregistreerde groepering. Simultaan worden de aparte verstrekkingen voor het bezoek van ‘een’ huisarts aan het psychiatrisch ziekenhuis geschrapt.