Toelage artsensyndicaten

ASGB-BERICHT 2020.012
Icoon thema financiering

 

Geachte collega

In het BS van 17/1/2020 verscheen een KB i.v.m. de toelage aan de representatieve artsensyndicaten.

met collegiale groeten, het ASGB-bestuur


FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

11 DECEMBER 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging het koninklijk besluit van 25 februari 2007 tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de artsen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 36nonies, ingevoegd bij de wet van 22 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 februari 2007 tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de geneesheren;

Gelet op het artikel 15 van de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat artikel 36nonies van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 bepaalt dat de Koning het bedrag van de financiële tegemoetkoming voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de artsen bepaalt die door artikel 211 van de voornoemde gecoördineerde wet worden beoogd; dat volgens artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 25 februari 2007 tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de geneesheren, dit bedrag wordt vastgelegd tot 2018; dat het noodzakelijk is dat dit bedrag, zo snel mogelijk, ter beschikking wordt gesteld van de representatieve beroepsorganisaties van de artsen voor het werk dat zij binnen de instanties van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering in 2019 hebben geleverd, dat het derhalve absoluut noodzakelijk is dat artikel 5, § 1, van het bovenbedoelde koninklijk besluit, dat de manier bepaalt waarop het toegekende jaarlijkse bedrag wordt betaald, zo snel mogelijk in werking treedt, zodat dit besluit, dat het bedrag voor het jaar 2019 bepaalt, zo snel mogelijk moet genomen en gepubliceerd worden;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 25 februari 2007 tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de geneesheren, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 april 2008, 11 juni 2011 en 12 november 2017, wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende:

« § 4. Voor het jaar 2019 is het jaarbedrag van de tegemoetkoming voor iedere representatieve beroepsorganisatie gelijk aan het jaarbedrag van 2018. ».

Art. 2. In artikel 5, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 april 2008, 11 juni 2011 en 12 november 2017, wordt de bepaling onder 1° aangevuld met de woorden « en wat 2019 betreft, in de dertig dagen die volgen op de inwerkingtredingsdatum van het bedrag bedoeld in artikel 3, § 4; ».

Art. 3. Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4. De Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 december 2019.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

M. DE BLOCK

2024.063

Nieuwe regels voor tegemoetkoming in medisch materiaal inzake prostaatheelkunde

 

Op 6 mei 2024 is een ministerieel besluit gepubliceerd dat nieuwe voorwaarden en cumulregels introduceert voor de tegemoetkoming in medisch materiaal inzake prostaatheelkunde.

Deze nieuwe voorwaarden en regels treden in voege op 1 juni 2024.

U vindt de integrale tekst van het nieuwe MB in de pdf als bijlage. 

2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor bezoek in WZC door bepaalde arts-specialisten

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook bepaalde artsen-specialisten die een bezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn er drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist.