Nationale overeenkomst psychiatrische ziekenhuizen en diensten en de VI

ASGB-BERICHT 2020.024
Icoon thema staatsblad

 

Geachte collega

In het BS van 28/1/2020 verscheen een wijziging aan de nationale overeenkomst psychiatrische ziekenhuizen en diensten en de VI.

met collegiale groeten, het ASGB-bestuur

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING

Wijzigingsclausule PSY/2019bis bij de Nationale overeenkomst van 16 november 2018 tussen de psychiatrische ziekenhuizen en diensten en de verzekeringsinstellingen. - Ministerraad 24 januari 2020 . - Notificatie punt 14

BETREFT :

MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN

Goedkeuring van de overeenkomsten met zorgverstrekkers, in uitvoering van het artikel 51, § 1, 3de lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 - Nationale overeenkomsten :

verpleeginrichtingen

Nr. notificatie 2020A70720.004

NOTIFICATIE

De Raad hecht zijn goedkeuring aan de overeenkomst.

Tijdens de vergadering van de Overeenkomstencommissie tussen de psychiatrische ziekenhuizen en diensten en de verzekeringsinstellingen van 5 december 2019, onder het voorzitterschap van de heer D. CRABBE, adviseur-generaal, daartoe gedelegeerd door de heer Mickaël DAUBIE, leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging,

Gelet op de wetgeving inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;

werd overeengekomen wat volgt:

Artikel 1. In artikel 6, § 2 van de Nationale overeenkomst tussen de psychiatrische ziekenhuizen en diensten en de verzekeringsinstellingen van 16 november 2018 wordt de tweede zin vervangen als volgt:

"Hierbij kan enkel het bedrag per verpleegdag worden aangerekend voor de kalenderdag waarop de patiënt tot 6 uur `s ochtends in het ziekenhuis verbleef. Per kalenderdag kan per ziekenhuis steeds maar één bedrag per verpleegdag aangerekend worden."

Art. 2. In artikel 13 van dezelfde Nationale overeenkomst worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1) paragraaf 2 wordt vervangen als volgt:

"Voor de toepassing van de derdebetalersregeling geldt de reglementering zoals ze is vastgesteld bij het koninklijk besluit van 18 september 2015 tot uitvoering van artikel 53, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de derdebetalersregeling, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 18 september 2017.

De facturatie- en betalingscriteria zijn bepaald in hetzelfde koninklijk besluit."

2) paragraaf 5 wordt geschrapt.

Art. 3. Het eerste artikel van deze wijzigingsclausule treedt in voege op 1 januari 2020.

Artikel 2 van deze wijzigingsclausule treedt in voege op 1 juli 2020.

Opgemaakt te Brussel, 5 december 2019.

Voor de verenigingen

van de verpleeginrichtingen:

E. CEYSENS

T. DELRUE

F. IDE

A. GOOSSENS

G. KAESEMANS

I. NOLIS

C. ROSSINI

M. TROCH

Voor de verzekeringsinstellingen:

Y. ADRIAENS

L. DAUGINET

F. DE WOLF

B. LANDTMETERS

M. LONA

M. NEELEN

J. VANDENBERGEN

2024.063

Nieuwe regels voor tegemoetkoming in medisch materiaal inzake prostaatheelkunde

 

Op 6 mei 2024 is een ministerieel besluit gepubliceerd dat nieuwe voorwaarden en cumulregels introduceert voor de tegemoetkoming in medisch materiaal inzake prostaatheelkunde.

Deze nieuwe voorwaarden en regels treden in voege op 1 juni 2024.

U vindt de integrale tekst van het nieuwe MB in de pdf als bijlage. 

2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor bezoek in WZC door bepaalde arts-specialisten

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook bepaalde artsen-specialisten die een bezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn er drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist.