Vanaf 2021 automatische verlenging gmd en proactieve storting ereloon

ASGB-BERICHT 2020.223

In het akkoord artsen-ziekenfondsen van 2020 was opgenomen dat er vanaf 1 januari 2021 heel wat zou veranderen inzake de verlenging van een gmd en de betaling van het ermee overeenstemmend ereloon (nomenclatuurnummer 102771). Nu we zo ver zijn, zetten we alles nog eens op een rijtje.

Tot nog toe was een jaarlijks patiëntencontact (raadpleging of huisbezoek) nodig opdat u de zgn. gmd-houdende arts zou blijven en het daarmee samenhangende ereloon zou kunnen ontvangen. Op 1 januari 2021 zal nu ook deze laatste voorwaarde verdwijnen: er is voortaan gedurende één jaar geen jaarlijks patiëntencontact meer vereist. Dit betekent dat u toch recht zal hebben op het gmd-ereloon, ook al heeft u de betrokken patiënt gedurende een jaar niet ‘gezien’ (op een raadpleging of huisbezoek). Het daarop volgende jaar is echter toch weer een patiëntencontact vereist.

In de nieuwe regeling die op 1 januari 2021 in voege zal treden zal u ook proactief betaald worden. Met proactief bedoelen we dat u eind februari van elk jaar alle gmd-erelonen voor gans dat jaar al zal ontvangen. De uitvoering van de betaling zal dus niet meer afhangen van het moment waarop u de patiënt zal ‘zien’, noch van het moment waarop die zijn getuigschrift zal binnenbrengen bij het ziekenfonds. De erelonen die in februari gestort worden, hangen af van het aantal gmd’s dat u heeft op 31 december van het jaar ervoor. In februari 2021 zal u m.a.w. het ereloon ontvangen van de dossiers waarvan u - in MyCarenet - als gmd-houdende arts beschouwd wordt op 31 december 2020.

In het nieuwe systeem is, bij wijze van overgangsregeling, ook nog sprake van een automatisme voor gmd-erelonen die slaan op 2020. Wanneer er voor een patiënt in 2020 geen contact (geweest) is, maar hij u wel als gmd-houdende arts is blijven beschouwen, zal u eind februari 2021 immers toch het gmd-ereloon voor hem kunnen ontvangen. Als voorwaarde hiervoor geldt wel dat u uw gmd’s al via MyCarenet beheerde van vóór 30 september 2020.

Nu u de gmd-erelonen voortaan voor een gans jaar in februari zal ontvangen, zal u er uiteraard de rest van het jaar geen meer ontvangen. Alleen wanneer u een notificatie doet voor een patiënt die nog helemaal geen gmd heeft, zal u immers dat ereloon onmiddellijk volgend op de prestatie ontvangen. Als een patiënt daarentegen in de loop van 2021 ‘overkomt’ van een andere huisarts en u als gmd-houdende arts aanduidt, zal u pas in februari 2022 het gmd-ereloon voor hem ontvangen (op basis van uw nieuwe lijst van gmd’s op 31 december 2021).

Reacties

Ik blijf dit een oerdomme regeling vinden. In februari extra storten voor de patiënten die je het jaar voordien niet gezien hebt is logisch.

Philippe.ryckebosch@telenet.be
2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor huisbezoek in WZC door arts-specialist

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook artsen-specialisten die een huisbezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist. 

2024.060

Erkenningscriteria vastgelegd voor verpleegkundig specialist

 

Op 25 april 2024 is een KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist bepaalt.

Deze criteria treden wel pas in werking op 1 januari 2025.

Hierna vindt u de integrale tekst van het KB.

 

14 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria om de titel van verpleegkundig specialist te dragen