De Chinese muur voor nieuwe nomenclatuur : opiniestuk

ASGB-BERICHT 2021.015

 

OPINIESTUK door Thomas Gevaert, voorzitter Specialistenvleugel ASGB

De meeste artsen zijn goed vertrouwd met het systeem van de nomenclatuur, maar het lange onderhandelings- en beslissingsproces achter elk nummer zal mogelijk minder bekend zijn.  Elk voorstel tot nieuwe nomenclatuur wordt ingediend bij een werkgroep van de Technisch Geneeskundige Raad (TGR), en na onderhandeling en goedkeuring gaat het doorheen de organen van  het RIZIV via de plenaire TGR, de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle, de Nationale Commissie Artsen Ziekenfondsen (NCAZ of Medicomut), het Verzekeringscomité en de Commissie voor begrotingscontrole. Hierna moet het nog via de inspecteur van Financiën, de Minister van Begroting, de Raad van State en de Minister van Sociale Zaken om uiteindelijk in het Staatblad gepubliceerd te geraken en in werking te treden, in de regel de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van publicatie.

 Voor innovatieve en evolutieve geneeskunde is een snel en performant proces voor zowel het invoeren als het schrappen van nieuwe nomenclatuur vereist. Nieuwe technieken, testen en procedures vereisen de creatie van nieuwe nomenclatuurnummers om klinisch in de dagelijkse praktijk geïmplementeerd te geraken; en gedateerde of overgewaardeerde nummers moeten kunnen geschrapt of gecorrigeerd worden om doelmatiger aanwending van de schaars beschikbare financiële middelen te bevorderen. En laat de noodzakelijke snelheid en de performantie van gans dit proces nu net een enorm pijnpunt zijn.

 Als voorbeeld neem ik de vernieuwde nomenclatuur voor de pathologische anatomie (Art. 32). Dit specialisme is in volle evolutie, vooral door de snelle innovaties in de oncologie, en de nomenclatuur was al lang aan herziening en uitbreiding toe. Na lange onderhandelingen werd een nieuw nomenclatuurvoorstel goedgekeurd in de plenaire TGR, de NCAZ en het Verzekeringscomité resp. op 15/1/2019, 4/2/2019 en 25/2/2019. Belangrijk om te vermelden is ook dat deze nieuwe nomenclatuur integraal gefinancierd wordt met een besparing elders in de nomenclatuur met name in de klinische biologie. M.a.w. een financiële nul-operatie.

En wat constateren we begin 2021? Nog steeds geen publicatie in het Staatsblad! Dus al 2 jaar tussen het finaliseren van een nieuw nomenclatuurdossier en het (vooralsnog niet) inwerkingtreden. Het heeft weinig zin om in te gaan op de verschillende vertragingspunten van dit specifieke dossier, maar dit voorbeeld is exemplarisch voor de trein der traagheid die nomenclatuurdossiers ondergaan. Ellenlange tijd kan er zitten tussen het goedkeuren van nomenclatuur binnen het RIZIV en de uiteindelijke inwerkingtreding. De redenen hiervoor zijn velerlei: omslachtige procedures, talrijke tussenstations, budgettaire schaarste of gebrekkige communicatie tussen verschillende echelons. Sommige aberraties zijn moeilijk te begrijpen: bvb. als een voorstel de Commissie voor Begrotingscontrole is gepasseerd, wat kan dan daarna de rol nog zijn van de minister van begroting?.

Dit kan en moet beter. Men verwijt artsen en ziekenhuizen makkelijk een wildgroei aan supplementen en deconventietarieven, maar men vergeet er dan gemakshalve bij te vermelden dat de financiering en de nomenclatuur vaak hopeloos achterop hinken en achterhaald zijn. Artsen die nieuwe technieken willen implementeren, die up-to-date guidelines willen volgen of die moeten voldoen aan nieuwe normen, maar geen bijhorende RIZIV-financiering kunnen genieten moeten andere manieren zoeken om innovatieve geneeskunde te financieren. Of hun patiënten moderne zorg ontzeggen. En dan krijg je een beweging richting deconventie en alternatieve financieringsmechanismen waaronder toenemende supplementen en aanrekeningen buiten nomenclatuur of pseudonomenclatuur. Daarom dringt de NCAZ in het akkoord 2021 er trouwens op aan om de doorlooptijd van de goedgekeurde maatregelen te versnellen

Artsen worden door de overheid terecht geacht de schaarse middelen rationeel te gebruiken. Overconsumptie of ondoelmatig gebruik van die middelen moet door diezelfde overheid aangepakt worden. Maar een overheid die claimt een van de meest performante en toegankelijke gezondheidssystemen ter wereld te hebben, moet die ambitieuze claim ook t.a.v. haar eigen artsen waarmaken. Daar hoort een performant en snel aanpasbaar vergoedingssysteem bij. In beide richtingen, zowel om nieuwe evoluties te financieren als om gedateerde prestaties en technieken te schrappen. Een ellenlange lijdensweg voor nieuwe nomenclatuur demotiveert zowel de artsen als onderhandelaars, en zet de deur verder open richting alternatieve financiering, uiteindelijk vaak ten laste van de behoeftige patiënt.

 

Opiniestuk in 'De Specialist': https://www.despecialist.eu/nl/opinies/de-chinese-muur-voor-nieuwe-nome…

en in Artsenkrant: https://www.artsenkrant.com/actueel/de-chinese-muur-voor-nieuwe-nomenclatuur/article-opinion-52223.html

 

2024.161

Politieke impasse over RIZIV-budget 2025, wat nu met akkoord 24-25?

 

Op 4 november 2024 is het Kartel (ASGB/GBO/MODES) de opzegprocedure van het akkoord 2024-2025 gestart. Waarom? Omdat de toekomst van het overlegmodel op het spel stond (en staat) door politiek getouwtrek, zie ook https://asgb.be/node/28921.

2024.164

Opiniestuk Dr. Brepoels: "Inefficiënties in ziekenhuizen zijn wél ons probleem"

 

De voorzitter specialisten van ASGB, Dr. Lieselot Brepoels, werd door De Specialist aan de tand gevoeld over uitspraken die gedaan zijn tijdens een debat georganiseerd door BVAS. 

Daar was namelijk te horen dat de inefficiënties van ziekenhuizen niet het probleem van de artsen zijn. 

"Hoewel ik begrijp waar de boodschap vandaan komt, vind ik dit een zeer problematische zienswijze. De ziekenhuisorganisatie en zijn (in)efficiënties is wel degelijk óók ons probleem, als artsen.", aldus Dr. Brepoels.

2024.163

Bericht aan de medische raden: enquête honorariumsupplementen en afdrachten

 

Wij ontvingen vragen over deze enquête (zie brief in de pdf als bijlage bij dit bericht) en of we al dan niet aanraden om deze in te vullen.

Het antwoord is simpel: het is een bonafide enquête, vertrekkende vanuit de NCPAZ na goedkeuring vanuit de artsensyndicaten, en met als doel een correct beeld te krijgen op de supplementen in de ziekenhuizen.

We kunnen niet pleiten dat supplementen essentieel zijn voor het voortbestaan en de investeringen in de ziekenhuizen, als we niet kunnen aantonen over welke bedragen het gaat. We zullen dit dus moeten illustreren.