Standpunt van ASGB/Kartel rond de collectieve overeenkomst voor ASO’s
Uiteraard zijn we tevreden met het akkoord, in de eerste plaats omdat er eindelijk een akkoord is en verder omdat het veel goeds bevat. Toch blijven ook wij als ASGB/Kartel op meerdere punten nog op onze honger zitten.
1. Dit akkoord laat tot onze frustratie nog geen verbetering van het sociaal statuut toe. De 10mio die bespaard werd in de NCAZ, werd toegekend aan de loonmassa van de ASO’, dus ten bate van de stagediensten, en niet linea recta ten bate van de ASO’s. Het moet anderzijds ook worden aangestipt dat die vrijgemaakte 10mio evenmin uit de honorariapot komen, maar uit de Riziv-middelen die waren uitgetrokken voor de stagemeesters. ASO’s hebben momenteel, zoals iedereen, wel een sociaal statuut maar geen wettelijke pensioenopbouw, daarom moet hun Riziv sociaal statuut volgens ons structureel verhoogd worden.
2. De vrijgemaakte 10mio uit de NCAZ was voorzien voor het opwaarderen van de sociale bescherming van niet alleen de ASO maar ook de HAIO. Volgens het ASO-akkoord gaat de 10mio echter integraal naar hen. Anderzijds kwam de besparing ook alleen van de specialistische stagemeesters. Hier moet dus een mouw aan gepast worden, vermits beide akkoorden elkaar deels tegenspreken.
3. Daar +/- 65% van de ASO in de UZ’s actief is, zal de meerderheid van de begrote middelen naar de UZ gaan (de inlevering op de stagemeestersvergoeding treft hen evenwel ook meer). Dit zal volgens ons dus ten koste gaan van het medezeggenschap van de artsen over de verdeling van deze middelen, gezien de invloed van de medische raad in een UZ beduidend minder groot is.
Enkel de Vlaamse ASO’s (VASO) hebben het akkoord gehonoreerd, de Waalse tegenhanger (CIMACS) daarentegen niet. Wordt dus ongetwijfeld vervolgd.
Namens ASGB/Kartel
Dr R. Hueting, voorzitter
Dr T. Gevaert, voorzitter specialisten
Dr R. Rutsaert, bestuurslid
Michel Wijns, jurist