Medische verkiezingen: de spelregels zijn er voor iedereen

ASGB-BERICHT 2021.162
Icoon vergadering/medicomut

Om mee te kunnen doen aan de medische verkiezingen die 4-jaarlijks plaatsvinden zijn er duidelijke, wettelijke spelregels vastgelegd (KB 28 februari 2018, van toepassing op de medische verkiezingen 2022): het ontwerp-KB werd overigens goedgekeurd door de 3 syndicaten.

Zo geldt er de volgende voorwaarde:

Van de minstens 1.500 individueel aangesloten leden-artsen :

  • behoort ten minste tien pct. tot een of twee groepen met de minst goede vertegenwoordiging binnen de Waalse regionale groep, de Vlaamse regionale groep en de Brusselse regionale groep;
  • en behoort ten minste vijf pct. tot de groep met de minst goede vertegenwoordiging binnen de groep van artsen-specialisten en de groep van huisartsen.

We waren vanuit ASGB dan ook erg verbaasd dat op de Medicomut van 27/09 jl. een vraag tot uitstel op tafel werd gelegd met als argumentatie:

“Eén van de huidige representatieve artsenverenigingen streefde naar het voldoen aan deze voorwaarden, maar zag haar werkzaamheden doorkruist door de gezondheidscrisis, veroorzaakt door Covid-19. De noodzakelijke contacten konden niet worden gelegd”. 

Het is voor ASGB overduidelijk dat het hier gaat over de collega’s van Alliantie Artsenbelang - Domus Medica (AADM). We appreciëren de bijdrage van AADM in het overlegmodel, en onze argumentatie is niet a priori tegen hen gericht, maar voor ons is het wél essentieel dat alle verenigingen aan dezelfde regels onderworpen worden. Het kan niet zijn dat één vereniging telkens opnieuw voordelen krijgt waarop de anderen geen recht zouden hebben.

Onze argumentatie om ons te verzetten tegen dit uitstel is dan ook helder:

1. De spelregels zijn al jaren gekend, dus de pandemie inroepen als argumentatie om zich niet te kunnen aligneren aan deze spelregels lijkt eerder een schijnargument, want dan kan deze argumentatie geëxtrapoleerd worden naar alle mogelijke verkiezingen en maatschappelijke organisaties. De gevraagde criteria zijn eigenlijk al minimaal opgesteld.

2. Een multidisciplinair syndicaat dat meerdere taalgebieden vertegenwoordigt heeft veel meer werk voor dezelfde financiering in vergelijking met een monodisciplinair syndicaat dat slechts één taalgebied vertegenwoordigt. Op geen enkele vergadering hebben wij trouwens een AADM-specialist of een Franstalige huisarts van AADM mogen ontmoeten.

3. Wij zijn en blijven sterke voorstander van multidisciplinaire vertegenwoordiging. Indien een monodisciplinaire eentalige huisartsenvereniging als representatief erkend wordt, dan is er geen enkel argument te bedenken om dit recht aan gelijk welke specialistenvereniging te ontzeggen. En dan staat de poort open, zo vrezen we, om van een overlegmodel naar een lobbymodel te gaan.

De argumentatie dat alle artsen zich moeten vertegenwoordigd voelen, volgen we integraal. Deze argumentatie wordt nu echter gebruikt om de lage opkomst bij de vorige medische verkiezingen te verklaren, ofschoon AADM hier ook aan meedeed. En het wordt nu zelfs misbruikt om plots de spelregels te wijzigen. Onze verklaring voor de zeer lage opkomst is de lage bekendheid van het medische overlegmodel bij heel wat artsen, de vaak niet al te duidelijke spelregels, de laattijdige publicatie van nieuwe initiatieven, de GDPR-wetgeving  die ons belet om vlot met het artsencorps te communiceren.

Om al deze redenen hebben wij maandag op de Medicomut uitdrukkelijk gevraagd om de spelregels voor de medische verkiezingen van 2022, die duidelijk zijn en al jaren gekend zijn, ongewijzigd te laten.

 

2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor bezoek in WZC door bepaalde arts-specialisten

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook bepaalde artsen-specialisten die een bezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn er drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist. 

2024.060

Erkenningscriteria vastgelegd voor verpleegkundig specialist

 

Op 25 april 2024 is een KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist bepaalt.

Deze criteria treden wel pas in werking op 1 januari 2025.

Hierna vindt u de integrale tekst van het KB.

 

14 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria om de titel van verpleegkundig specialist te dragen