KB inzake nieuwe financiering van medische huizen gepubliceerd

ASGB-BERICHT 2021.169
Icoon thema staatsblad

Op 15 oktober 2021 is een KB verschenen dat de nieuwe financiering van forfaitaire praktijken in werking laat treden op 1 januari 2022 (i.p.v. op 1 juli 2021).

Dit heeft tot gevolg dat alle lopende akkoorden ten einde lopen op 31 december 2021 en alle medische huizen vanaf 1 januari 2022 een nieuw akkoord moeten sluiten (betreffende de forfaitaire betaling van verstrekkingen bedoeld in art. 13 van het KB van 23 april 2013).

Daarnaast worden in het nieuwe KB van 22 september 2021 nog een aantal punten aangepast:

  • De deadline voor het verzenden van het financieel verslag is nu 31 juli (i.p.v. 15 juni) van elk jaar
  • De modaliteiten volgens dewelke de VI’s een akkoord kunnen opzeggen in geval van misbruik, worden nader omschreven

Hieronder vindt u de integrale tekst van het nieuwe KB.

Publicatie : 2021-10-15

Numac : 2021022107

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

22 SEPTEMBER 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 september 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 april 2013 tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 52, § 1, gewijzigd door de wetten van 24 december 1999, 14 januari 2002 en 6 september 2004 ;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 april 2013 tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 september 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 april 2013 tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen;

Gelet op het advies van de Commissie belast met de toepassing betreffende de forfaitaire betaling van sommige verstrekkingen en met het sluiten van de akkoorden betreffende het forfait, gegeven op 2 juni 2021;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van 14 juni 2021;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, van 23 juni 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatsecretaris voor Begroting van 13 juli 2021;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen die op 18 augustus 2021 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken,

Artikel 1. In artikel 12, van het koninklijk besluit van 11 september 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 april 2013 tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 mei 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° de woorden "15 juni" worden vervangen door de woorden "31 juli".

2° een lid wordt toegevoegd, luidende : "In geval van manifest misbruik of overtreding van het akkoord betreffende de forfaitaire betaling van sommige verstrekkingen voor geneeskundige verzorging, kunnen de verzekeringsinstellingen, per aangetekende brief, het akkoord met een opzegtermijn van drie maanden zonder de verslagen van de eerste twee jaar af te wachten opzeggen, op voorwaarde dat het medisch huis de mogelijkheid heeft gehad om vooraf te worden gehoord over de elementen die aan basis van de opzegging liggen en dat de Commissie hiermee instemt met een twee derde meerderheid van de leden, bedoeld in artikel 32, § 1, 1° van de koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 en door een twee derde meerderheid van de leden, bedoeld in artikel 32, § 1, 2° van voornoemd koninklijk besluit. "

Art. 2. In artikel 13, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° de woorden "1 juli 2021" worden vervangen door de woorden "1 januari 2022".

2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: " § 3. Alle lopende akkoorden betreffende de forfaitaire betaling van sommige verstrekkingen voor geneeskundige verzorging eindigen van rechtswege op 31 december 2021. Medische huizen moeten vanaf 1 januari 2022 een nieuw akkoord afsluiten betreffende de forfaitaire betaling van sommige verstrekkingen voor geneeskundige verzorging bedoeld in artikel 13 van voornoemd koninklijk besluit van 23 april 2013. "

Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 30 juni 2021.

Art. 4. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 september 2021.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

F. VANDENBROUCKE

 

2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor huisbezoek in WZC door arts-specialist

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook artsen-specialisten die een huisbezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist. 

2024.060

Erkenningscriteria vastgelegd voor verpleegkundig specialist

 

Op 25 april 2024 is een KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist bepaalt.

Deze criteria treden wel pas in werking op 1 januari 2025.

Hierna vindt u de integrale tekst van het KB.

 

14 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria om de titel van verpleegkundig specialist te dragen