KB tot oprichting van een Federale Raad voor apothekers is gepubliceerd

2022.158

 

De wettelijke basis om een Federale Raad voor apothekers op te richten was al even aanwezig (met name sinds 22 april 2019) maar het heeft tot 24 november 2022 geduurd om het KB dat die oprichting verder moest uitvoeren, gepubliceerd te krijgen. De Federale Raad voor apothekers zal bestaan uit 20 leden, waaronder onder meer ook 2 artsen en 2 apothekers klinisch biologen.

Tegelijk werd op 24 november 2022 een KB gepubliceerd dat de criteria bepaalt waaraan beroepsverenigingen die leden voor de Raad wensen voor te dragen, dienen te voldoen.

Hierna vindt u de integrale tekst van beide KB’s.

Publicatie : 2022-11-24

Numac : 2022034089

26 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de organisatie en werking van de Federale Raad voor de apothekers, in uitvoering van artikel 7/1, § 14, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de gecoördineerde wet 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, artikel 7/1, § 14, ingevoegd bij de wet van 22 april 2019;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 mei 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 28 juni 2022;

Gelet op advies nr. 72.089/2/V van de Raad van State, gegeven op 12 september 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

1° Minister: de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort;

2° De Federale Raad: de Federale Raad voor de apothekers.

Art. 2. De Federale Raad beschikt over een secretariaat, bestaande uit minstens één ambtenaar die de Minister vertegenwoordigt.

Deze ambtenaar/ambtenaren heeft/hebben zitting met raadgevende stem.

Art. 3. § 1. De Federale Raad heeft een bureau dat bestaat uit:

1° de voorzitter en de ondervoorzitter;

2° drie leden, welke door de Federale Raad worden aangewezen onder zijn leden;

3° de ambtenaar/ambtenaren die het secretariaat waarneemt/waarnemen, zoals bedoeld in artikel 2.

§ 2. Het bureau regelt de werkzaamheden van de Federale Raad.

Art. 4. Bij ontstentenis of afwezigheid van de voorzitter en ondervoorzitter wordt de vergadering van de Federale Raad voorgezeten door het oudste lid in jaren.

Art. 5. § 1. De bepalingen van dit artikel gelden onder voorbehoud van artikel 143/2, van de gecoördineerde wet 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.

§ 2. Indien de Minister de Federale Raad om advies verzoekt, brengt deze zijn advies uit binnen de twee maanden. Op gemotiveerd verzoek van de Federale Raad kan de Minister deze termijn met twee maanden verlengen.

In uitzonderlijke gevallen kan de Minister een dringend advies vragen. Hij bepaalt alsdan de termijn die niet minder dan vijftien dagen mag zijn.

Art. 6. De Federale Raad maakt zijn huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Minister.

Art. 7. De voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de Federale Raad hebben recht op:

1° per zitting die minstens twee uren duurt, een presentiegeld van 13 euro voor wat de voorzitter en de ondervoorzitter betreft, en een presentiegeld van 10 euro voor wat de leden betreft;

2° een verblijfsvergoeding van 10 euro per dag volgens de voorwaarden van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt;

3° de terugbetaling van de reiskosten overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965, houdende algemene regeling inzake reiskosten of het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, al naar gelang het geval.

De ambtenaren bedoeld in artikel 2 kunnen alleen aanspraak maken op een vergoeding in de mate waarin hun aanwezigheid op de vergaderingen prestaties vergt buiten hun gewone diensturen.

Art. 8. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 oktober 2022.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Volksgezondheid,

F. VANDENBROUCKE



 

Publicatie : 2022-11-24

Numac : 2022034090

26 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria voor beroepsverenigingen om als representatief te worden aangewezen in uitvoering van artikel 7/1, § 7, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, artikel 7/1, § 7, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 22 april 2019;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 mei 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting, d.d. 28 juni 2022;

Gelet op advies nr. 72.088/2/V van de Raad van State, gegeven op 12 september 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de beroepsverenigingen die zich richten tot de officina-apothekers, ziekenhuisapothekers, apothekers klinisch biologen, industriële apothekers of artsen al dan niet behorend tot een welbepaald medisch specialisme.

Art. 2. § 1. Om als representatief te worden aangewezen en aangewezen te blijven, moet de beroepsvereniging, om kandidaten van de disciplines bedoeld in artikel 7/1, § 2, eerste lid, a) tot en met d), van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen te kunnen voordragen, voldoen aan de volgende voorwaarden:

1° de juridische vorm aannemen van een vereniging zonder winstoogmerk overeenkomstig het Wetboek van vennootschappen en verenigingen;

2° statutair het verdedigen van de beroepsbelangen van alle officina-apothekers, ziekenhuisapothekers, apothekers klinisch biologen of industriële apothekers tot doel hebben;

3° de organisatie of bevordering van activiteiten aantonen die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen aan de kwaliteit van de uitoefening van de artsenijbereidkunde;

4° zich statutair richten tot alle officina-apothekers, ziekenhuisapothekers, apothekers klinisch biologen of industriële apothekers, ten minste op heel het grondgebied waarop een van de gemeenschappen bedoeld in artikel 2 van de Grondwet haar bevoegdheden uitoefent;

5° statutair van de aangesloten leden een jaarbijdrage innen teneinde de kosten van de ledenvertegenwoordiging te dekken.

§ 2. Om als representatief te worden aangewezen, en aangewezen te blijven, telt de beroepsvereniging:

1° hetzij minimum 150 leden- natuurlijke personen die de volledige jaarbijdrage betaald hebben;

2° hetzij minimum 10 leden- rechtspersonen die de volledige jaarbijdrage betaald hebben en die op hun beurt samen 150 leden-natuurlijke personen of leden-rechtspersonen tellen.

§ 3. Indien een nationale vereniging die regionale verenigingen vertegenwoordigt, geen jaarbijdrage int van de aangesloten leden, kan voor de toepassing van dit artikel de jaarbijdrage geïnd van diezelfde aangesloten leden door de regionale verenigingen mee in acht worden genomen.

Art. 3. Om als representatief te worden aangewezen en aangewezen te blijven, moet de beroepsvereniging, om artsen, bedoeld in artikel 7/1, § 2, eerste lid, e), van dezelfde wet te kunnen voordragen, voldoen aan de volgende voorwaarden:

1° de juridische vorm aannemen van een vereniging zonder winstoogmerk overeenkomstig het Wetboek van vennootschappen en verenigingen;

2° statutair het verdedigen van de beroepsbelangen van huisartsen, artsen-specialisten uit meerdere medische specialismen, kandidaat-huisartsen en kandidaat-artsen-specialisten, of tot een van deze vier categorieën afzonderlijk tot doel hebben;

3° de organisatie of bevordering van activiteiten aantonen die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen aan de kwaliteit van de uitoefening van de geneeskunde;

4° zich statutair richten tot huisartsen, artsen-specialisten uit meerdere medische specialismen, kandidaat-huisartsen en kandidaat-artsen-specialisten, of tot een van deze vier categorieën afzonderlijk, ten minste op heel het grondgebied waarop een van de gemeenschappen bedoeld in artikel 2 van de Grondwet haar bevoegdheden uitoefent;

5° hetzij minimum 1500 leden- natuurlijke personen, hetzij 3 leden- rechtspersonen, die samen 1000 leden hebben, tellen. In afwijking van het vorige telt de beroepsvereniging die kandidaat-huisartsen en/of kandidaat-artsen-specialisten vertegenwoordigt, minimum 100 leden- natuurlijke personen.

Art. 4. De aanwijzing als representatieve beroepsvereniging wordt verleend door de minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort; zij geldt voor een periode van zes jaar en kan vernieuwd worden.

Opdat de continuïteit van de werking van de Federale Raad voor de apothekers, bedoeld in artikel 7/1, § 1, van dezelfde wet, wordt gewaarborgd, blijven de op grond van het eerste lid als representatief aangewezen beroepsverenigingen aangewezen totdat de nieuwe aanwijzing op grond van het eerste lid plaatsvindt.

Art. 5. Door middel van een bericht gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, doet de minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort een oproep tot kandidaatstelling aan de beroepsverenigingen die wensen aangewezen te worden als representatieve beroepsvereniging.

Art. 6. Het dossier van kandidaatstelling om als representatieve beroepsvereniging aangewezen te kunnen worden, toont aan dat aan alle in artikel 2 of artikel 3 vermelde voorwaarden is voldaan.

Art. 7. De aanwijzing kan door de Minister ingetrokken worden als blijkt dat de beroepsvereniging niet meer beantwoordt aan de voorwaarden bedoeld in artikel 2 of artikel 3.

Art. 8. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 oktober 2022.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Volksgezondheid,

F. VANDENBROUCKE



 

 

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
CAPTCHA
4 + 12 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.
2024.161

Politieke impasse over RIZIV-budget 2025, wat nu met akkoord 24-25?

 

Op 4 november 2024 is het Kartel (ASGB/GBO/MODES) de opzegprocedure van het akkoord 2024-2025 gestart. Waarom? Omdat de toekomst van het overlegmodel op het spel stond (en staat) door politiek getouwtrek, zie ook https://asgb.be/node/28921.

2024.164

Opiniestuk Dr. Brepoels: "Inefficiënties in ziekenhuizen zijn wél ons probleem"

 

De voorzitter specialisten van ASGB, Dr. Lieselot Brepoels, werd door De Specialist aan de tand gevoeld over uitspraken die gedaan zijn tijdens een debat georganiseerd door BVAS. 

Daar was namelijk te horen dat de inefficiënties van ziekenhuizen niet het probleem van de artsen zijn. 

"Hoewel ik begrijp waar de boodschap vandaan komt, vind ik dit een zeer problematische zienswijze. De ziekenhuisorganisatie en zijn (in)efficiënties is wel degelijk óók ons probleem, als artsen.", aldus Dr. Brepoels.

2024.163

Bericht aan de medische raden: enquête honorariumsupplementen en afdrachten

 

Wij ontvingen vragen over deze enquête (zie brief in de pdf als bijlage bij dit bericht) en of we al dan niet aanraden om deze in te vullen.

Het antwoord is simpel: het is een bonafide enquête, vertrekkende vanuit de NCPAZ na goedkeuring vanuit de artsensyndicaten, en met als doel een correct beeld te krijgen op de supplementen in de ziekenhuizen.

We kunnen niet pleiten dat supplementen essentieel zijn voor het voortbestaan en de investeringen in de ziekenhuizen, als we niet kunnen aantonen over welke bedragen het gaat. We zullen dit dus moeten illustreren.