KB inzake locoregionale en supraregionale zorgopdrachten verschenen

2022.164

 

Op 1 december 2022 is het KB met de oplijsting van de locoregionale en supraregionale zorgopdrachten verschenen.

ASGB/Kartel was niet akkoord om zo maar alle elektrofysiologie als supraregionaal te bestempelen. Ook de PET-scan is een onmisbaar onderzoek dat o.i. als een locoregionale opdracht moet gezien worden. Voor de radiotherapie hebben we ervoor gepleit om dit dan als locoregionale opdracht ten minste niet verplicht maar facultatief te kunnen aanbieden.

Onze opmerkingen zijn opgenomen in het advies van de FRZV, zie de pdf-documenten als bijlage bij dit bericht. De minister heeft er echter anders over beslist in zijn KB. Hierna vindt u de integrale tekst van dit KB.

Publicatie : 2022-12-01

Numac : 2022033610

23 NOVEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot kwalificatie van de supraregionale zorgopdrachten en van de locoregionale zorgopdrachten van de locoregionale klinische ziekenhuisnetwerken en tot bepaling van het geografisch aanbod van locoregionale zorgopdrachten van de locoregionale klinische ziekenhuisnetwerken

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008, artikel 14/4, eerste en derde lid;

Gelet op het advies van de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, gegeven op 16 december 2021 en 21 april 2022;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 maart 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting, d.d. 4 mei 2022;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies nr. 72.045/1/V van de Raad van State, gegeven op 7 september 2022, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat door onderhavig besluit enerzijds de lijst van locoregionale en supraregionele zorgopdrachten wordt bepaald. De opgesomde locoregionale zorgopdrachten moeten in elke locoregionaal netwerk verzekerd worden, eventueel via bestaande samenwerkingsovereenkomsten, zij het niet noodzakelijkerwijze in elk ziekenhuis van het netwerk. Het is evident dat deze lijst een dynamisch en evolutief karakter heeft. Ze zal ten gepaste tijde moeten worden geëvalueerd en desgevallend worden aangepast onder meer rekening houdend met de evolutie van de medische technologie;

Overwegende dat anderzijds wordt gesteld dat de locoregionale zorgopdrachten in het ziekenhuisnetwerk moeten worden aangeboden met een aanrijtijd, met een gewone wagen bij een normale verkeerssituatie op een gemiddelde weekdag, van maximum 30 minuten voor 90% van de inwoners binnen het geografisch gebied dat door het netwerk wordt bestreken. Het netwerk moet met andere woorden bij het inplannen van de locoregionale zorgopdrachten rekening houden met een gelijke bereikbaarheid voor de potentiële patiënten van het netwerk. Deze aanrijtijd geldt niet enkel voor urgent te behandelen aandoeningen, maar vanuit het concept "nabije zorg waar mogelijk" ook onder meer voor zorgopdrachten waar de patiënt frekwent beroep moet op doen (vb. radiotherapie) of voor aandoeningen die een langere verblijfsduur vergen met nood aan bezoek van de omgeving van de patiënt (vb. geriatrie);

Overwegende dat de locoregionale klinische ziekenhuisnetwerken beschikken over een termijn van drie jaar te rekenen vanaf de datum van in werking treden van onderhavig besluit, om aan de voorwaarde inzake aanrijtijd te voldoen. Dit maakt het mogelijk om intern en onderling af te stemmen evenals om te overleggen met de deelstaten die de vastsgestelde organieke erkenningsnorm zullen toepassen (waarbij zij onder meer een geografische informatiesysteem (GIS) kunnen inschakelen);

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. De hierna vermelde zorgopdrachten worden gekwalificeerd als locoregionale zorgopdrachten :

1° de zorgopdrachten gerelateerd aan volgende ziekenhuisdiensten :

a) de dienst voor diagnose en geneeskundige behandeling (kenletter D);

b) de dienst voor diagnose en voor heelkundige behandeling (kenletter C);

c) de dienst voor kindergeneeskunde (kenletter E);

d) de dienst materniteit (kenletter M);

e) de dienst Geriatrie (kenletter G);

f) de dienst voor behandeling en revalidatie (kenletter Sp) met als specialisme cardiopulmonaire aandoeningen;

g) de dienst voor behandeling en revalidatie (kenletter Sp) met als specialisme locomotorische aandoeningen;

h) de dienst voor behandeling en revalidatie (kenletter Sp) met als specialisme neurologische aandoeningen;

i) de dienst voor behandeling en revalidatie (kenletter Sp) met als specialisme palliatieve verzorging;

j) de dienst voor behandeling en revalidatie (kenletter Sp) met als specialisme chronische aandoeningen;

k) de dienst voor behandeling en revalidatie (kenletter Sp) met als specialisme psychogeriatrische aandoeningen;

2° de zorgopdrachten gerelateerd aan volgende ziekenhuisfuncties :

a) de functie `eerste opvang van spoedgevallen';

b) de functie `gespecialiseerde spoedgevallenzorg';

c) de functie `mobiele urgentiegroep' (MUG);

d) de functie van palliatieve zorg;

e) de functie voor intensieve zorg;

f) de functie van lokale neonatale zorg (N*-functie);

g) de functie `chirurgische daghospitalisatie';

h) de functie `niet-chirurgisch daghospitalisatie';

i) de functie `lokale donorcoördinatie';

j) de functie van ziekenhuisapotheek;

k) de functie van ziekenhuisbloedbank.

3° de zorgopdrachten gerelateerd aan volgende medisch-technische diensten :

a) de medisch-technische dienst radiotherapie;

b) de medisch-technische dienst voor medische beeldvorming waarin een transversale axiale tomograaf wordt opgesteld;

c) de dienst waarin een magnetische resonantie tomograaf wordt opgesteld;

d) de centra voor de behandeling van chronische nierinsufficiëntie erkend als medisch-technische dienst meerbepaald voor volgende zorgopdrachten : de klassieke hemodialyse in ziekenhuisverband, de thuisdialyse, de collectieve autodialyse en de chronische ambulante peritoneake dialyse;

4° de zorgopdrachten gerelateerd aan volgende zorgprogramma's :

a) het zorgprogramma voor oncologische basiszorg;

b) het zorgprogramma voor oncologie;

c) het coördinerend gespecialiseerd oncologisch zorgprogramma voor borstkanker;

d) het gespecialiseerd oncologisch zorgprogramma voor borstkanker (satellietborstkliniek);

e) het zorgprogramma voor kinderen;

f) het zorgprogramma `cardiale pathologie' A;

g) het zorgprogramma `cardiale pathologie' B, deelprogramma B1 (invasieve diagnostiek);

h) het zorgprogramma `cardiale pathologie' B, deelprogramma B2 (interventionele, niet-chirurgische therapie);

i) het zorgprogramma `cardiale pathologie' P (pacemakertherapie);

j) het zorgprogramma `reproductieve geneeskunde' A;

k) het basiszorgprogramma `acute beroertezorg';

l) het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt.

Art. 2. De hierna vermelde zorgopdrachten worden gekwalificeerd als supraregionale zorgopdrachten :

1° de zorgopdrachten gerelateerd aan volgende ziekenhuisdiensten :

a) de dienst voor besmettelijke ziekten (kenletter L);

b) de dienst voor intensieve neonatologie (kenletter NIC);

c) de sectie voor tuberculosebehandeling die in de algemene ziekenhuizen gevestigd is (kenletter B (bacillose));

2° de zorgopdrachten gerelateerd aan volgende ziekenhuisfuncties :

a) de functie van regionale perinatale zorg (P*-functie);

b) de functie `zeldzame ziekten';

c) de functie `pediatrische liaison';

3° de zorgopdrachten gerelateerd aan de ziekenhuisafdeling `expertisecentrum voor comapatiënten';

4° de zorgopdrachten gerelateerd aan volgende medische diensten :

a) het brandwondencentrum;

b) het transplantatiecentrum;

5° de zorgopdrachten gerelateerd aan volgende medisch-technische diensten :

a) de medisch-technische dienst nucleaire geneeskunde waarin een PET-scanner wordt opgesteld;

b) de centra voor menselijke erfelijkheid erkend als zware medisch-technische dienst;

6° de zorgopdrachten gerelateerd aan volgende zorgprogramma's :

a) het gespecialiseerd zorgprogramma voor pediatrische hemato-oncologie;

b) het satellietzorgprogramma voor pediatrische hemato-oncologie;

c) het zorgprogramma `cardiale pathologie' B, deelprogramma B3 (cardiochirurgie);

d) het zorgprogramma `cardiale pathologie' T (hart- en hartlongtransplantatie);

e) het zorgprogramma `cardiale pathologie' C (congenitale hartafwijkingen bij kinderen);

f) het zorgprogramma `cardiale pathologie' E (electrofysiologie);

g) het zorgprogramma `reproductieve geneeskunde' B;

h) het gespecialiseerd zorgprogramma `acute beroertezorg met invasieve procedures'.

Art. 3. De in artikel 1 bedoelde zorgopdrachten worden in het locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk derwijze aangeboden dat een aanrijtijd van maximum 30 minuten voor 90% van de inwoners binnen het geografisch gebied dat door het bedoeld ziekenhuisnetwerk wordt bestreken, is gegarandeerd. Hiervan kan voor een zorgopdracht worden afgeweken indien het garanderen van de aanrijtijd subsidieerbare investeringen in onroerende infrastructuur vereist op een nieuw in te richten vestigingsplaats of indien de desbetreffende zorgopdracht in een naburig locoregionaal netwerk wordt aangeboden binnen de aanrijtijd.

De in het eerste lid bedoelde aanrijtijd is de rijtijd tussen de woonplaats van de inwoners van het geografisch gebied en de toegang tot de locoregionale zorgopdracht met de wagen uitgaande van een normale verkeerssituatie op een gemiddelde weekdag.

De locoregionale klinische ziekenhuisnetwerken beschikken over een termijn van drie jaar te rekenen vanaf de datum van in werking treden van onderhavig besluit, om aan dit artikel te voldoen.

Art. 4. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Ciergnon, 23 september 2022.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Volksgezondheid,

 

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
CAPTCHA
3 + 0 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.
2024.161

Politieke impasse over RIZIV-budget 2025, wat nu met akkoord 24-25?

 

Op 4 november 2024 is het Kartel (ASGB/GBO/MODES) de opzegprocedure van het akkoord 2024-2025 gestart. Waarom? Omdat de toekomst van het overlegmodel op het spel stond (en staat) door politiek getouwtrek, zie ook https://asgb.be/node/28921.

2024.164

Opiniestuk Dr. Brepoels: "Inefficiënties in ziekenhuizen zijn wél ons probleem"

 

De voorzitter specialisten van ASGB, Dr. Lieselot Brepoels, werd door De Specialist aan de tand gevoeld over uitspraken die gedaan zijn tijdens een debat georganiseerd door BVAS. 

Daar was namelijk te horen dat de inefficiënties van ziekenhuizen niet het probleem van de artsen zijn. 

"Hoewel ik begrijp waar de boodschap vandaan komt, vind ik dit een zeer problematische zienswijze. De ziekenhuisorganisatie en zijn (in)efficiënties is wel degelijk óók ons probleem, als artsen.", aldus Dr. Brepoels.

2024.163

Bericht aan de medische raden: enquête honorariumsupplementen en afdrachten

 

Wij ontvingen vragen over deze enquête (zie brief in de pdf als bijlage bij dit bericht) en of we al dan niet aanraden om deze in te vullen.

Het antwoord is simpel: het is een bonafide enquête, vertrekkende vanuit de NCPAZ na goedkeuring vanuit de artsensyndicaten, en met als doel een correct beeld te krijgen op de supplementen in de ziekenhuizen.

We kunnen niet pleiten dat supplementen essentieel zijn voor het voortbestaan en de investeringen in de ziekenhuizen, als we niet kunnen aantonen over welke bedragen het gaat. We zullen dit dus moeten illustreren.