Aanpassingen aan art 33 bis nomenclatuur vanaf 1 maart 2023

2023.023

 

Op 1 februari 2023 is een KB verschenen i.v.m. diverse aanpassingen aan de nomenclatuur van art. 33bis. Deze wijzigingen treden in voege op 1 maart a.s. We verwijzen naar de integrale tekst die u hierna vindt.

Publicatie : 2023-02-01

Numac : 2022043465

16 DECEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 33bis, §§ 1 en 5, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 35, § 1, vijfde lid, en § 2, eerste lid, 1°, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995 en bij het koninklijk besluit van 25 april 1997, bekrachtigd bij de wet van 12 december 1997;

Gelet op de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;

Gelet op het voorstel van de Technische geneeskundige raad, gedaan tijdens zijn vergadering van 22 juni 2021;

Gelet op het advies van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 22 juni 2021;

Gelet op de beslissing van de Nationale commissie artsen-ziekenfondsen van 30 augustus 2021;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 15 september 2021;

Gelet op de beslissing van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van 20 september 2021;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 december 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 14 december 2021;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 22 december 2021 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In artikel 33bis van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 1,

a) wordt de verstrekking 587790-587801 opgeheven;

b) wordt de verstrekking 587812-587823 vervangen als volgt:

"587812-587823

Bepalen van D variant door middel van een moleculair biologische methode . . . . . B 5000

(Maximum 1) (Diagnoseregel 16)";

c) wordt na de verstrekking 587812-587823 de volgende verstrekking ingevoegd:

"587974-587985

Identificatie van een variant RHCE gen door middel van een moleculair biologische methode . . . . . B 5000

(Maximum 1) (Diagnoseregel 26)";

2° in paragraaf 5, in de rubriek "Diagnoseregels",

a) wordt de diagnoseregel 15 vervangen als volgt:

"15. De verstrekking 587775-587786 mag alleen aangerekend worden in geval van transfusienood onder volgende omstandigheden:

1° bij patiënten met anti-erytrocytaire auto-antistoffen die de pre-transfusie testen verstoren;

2° bij patiënten onder behandeling met monoclonale antistoffen die de pretransfusie testen verstoren;

3° bij patiënten met een congenitale hemolytische aandoeningen;

4° bij patiënten met anti-erytrocytaire allo-antistoffen met publieke specificiteit of bij multipele anti-erytrocytaire antistoffen;

5° bij patiënten met aplastische anemie en anti-erytrocytaire allo-antistoffen.";

b) wordt de diagnoseregel 16 vervangen als volgt:

"16. De verstrekking 587812-587823 mag alleen aangerekend worden onder volgende omstandigheden:

1° in aanwezigheid van een serologische zwakke D: bij zwangere vrouwen, bij vrouwen van minder dan 50 jaar oud die een transfusie nodig hebben, bij kinderen of jongeren van minder dan 18 jaar die een transfusie nodig hebben, of bij patiënten met een aandoening die chronische transfusies vergen;

2° bij RhD positieve patiënten met of zonder verzwakte serologische reactie voor RhD bij patiënten met een congenitale hemolytische aandoening;

3° bij RhD positieve patiënten met anti-D;

4° in aanwezigheid van een variant van het RHCE gen aangetoond door middel van een moleculair biologische methode bij zwangere vrouwen of bij patiënten met transfusienood.";

c) wordt diagnoseregel 17 opgeheven;

d) wordt de rubriek aangevuld met de volgende diagnoseregel:

"26

De verstrekking 587974-587985 mag alleen aangerekend worden onder volgende omstandigheden:

1° in aanwezigheid van een serologische verzwakking van de antigenen RH2, RH3, RH4 of RH5: bij zwangere vrouwen, bij vrouwen van minder dan 50 jaar oud die een transfusie nodig hebben, bij kinderen of jongeren van minder dan 18 jaar die een transfusie nodig hebben, bij patiënten met een congenitale hemolytische aandoening of bij patiënten met chronische transfusienood;

2° in aanwezigheid van discordanties in serologische bepalingen van de antigenen RH2, RH3, RH4 en RH5 uitgevoerd met verschillende monoclonale reagentia gericht tegen verschillende epitopen: bij zwangere vrouwen, vrouwen van minder dan 50 oud die een transfusie nodig hebben, bij kinderen of jongeren van minder dan 18 jaar die een transfusie nodig hebben, bij patiënten met congenitale hemolytische aandoening of bij patiënten met chronische transfusienood;

3° in aanwezigheid van anti-RhCE auto-antistoffen;

4° in aanwezigheid van een variant van het RHD gen aangetoond door middel van een moleculair biologische methode bij zwangere vrouwen of bij patiënten met transfusienood.".

Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2023.

Art. 3. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 december 2022.

 

 

 

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
CAPTCHA
5 + 15 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.
2024.161

Politieke impasse over RIZIV-budget 2025, wat nu met akkoord 24-25?

 

Op 4 november 2024 is het Kartel (ASGB/GBO/MODES) de opzegprocedure van het akkoord 2024-2025 gestart. Waarom? Omdat de toekomst van het overlegmodel op het spel stond (en staat) door politiek getouwtrek, zie ook https://asgb.be/node/28921.

2024.164

Opiniestuk Dr. Brepoels: "Inefficiënties in ziekenhuizen zijn wél ons probleem"

 

De voorzitter specialisten van ASGB, Dr. Lieselot Brepoels, werd door De Specialist aan de tand gevoeld over uitspraken die gedaan zijn tijdens een debat georganiseerd door BVAS. 

Daar was namelijk te horen dat de inefficiënties van ziekenhuizen niet het probleem van de artsen zijn. 

"Hoewel ik begrijp waar de boodschap vandaan komt, vind ik dit een zeer problematische zienswijze. De ziekenhuisorganisatie en zijn (in)efficiënties is wel degelijk óók ons probleem, als artsen.", aldus Dr. Brepoels.

2024.163

Bericht aan de medische raden: enquête honorariumsupplementen en afdrachten

 

Wij ontvingen vragen over deze enquête (zie brief in de pdf als bijlage bij dit bericht) en of we al dan niet aanraden om deze in te vullen.

Het antwoord is simpel: het is een bonafide enquête, vertrekkende vanuit de NCPAZ na goedkeuring vanuit de artsensyndicaten, en met als doel een correct beeld te krijgen op de supplementen in de ziekenhuizen.

We kunnen niet pleiten dat supplementen essentieel zijn voor het voortbestaan en de investeringen in de ziekenhuizen, als we niet kunnen aantonen over welke bedragen het gaat. We zullen dit dus moeten illustreren.