OPROEP: bezorg ons uw feedback over de CO (collectieve overeenkomst) inzake ASO

2023.038

In de NPCAZ (Nationale Paritaire Commissie Artsen-Ziekenhuizen) wordt een evaluatie voorbereid van de collectieve overeenkomst tussen ziekenhuizen, ASO en stagemeesters.

Graag vernamen we van de collega’s die bij de opleiding van ASO betrokken zijn hoe zij deze nieuwe overeenkomst in de praktijk ervaren.

U kunt uw feedback e-mailen naar info@asgb.be; vermeld aub in het onderwerp “feedback CO ASO”.

Reacties

Op deze manier is de ASO onvoldoende voorbereid op de realiteit van het beroep.
Er is reeds een duidelijke afname van inzet en kwaliteit merkbaar.
Er zijn niet teveel artsen: de generatie die nu als specialist / opleider werkzaam is, raakt overbelast: risico op afhaken ervaren artsen.

Fran Couvreur

Zoals de ASO's nu worden opgeleid, kan er in de toekomst in de ziekenhuizen niet meer efficiënt, veilig of betaalbaar gewerkt worden.
In de dagelijkse realiteit van het beroep heb je de dag na een nachtdienst geen recup-dag, heb je geen dagen vrij voor wetenschap, stoppen de mensen niet met ziek zijn om 17.00 uur...
Door de opleidingsdagen zo te beperken kunnen de ASO's onmogelijk goed voorbereid zijn op hun toekomstig beroep.
Ook leidt de huidige opleiding eerder tot vinkentellers dan wel artsen die gestructureerd over hun patiënt nadenken.

PHILIPPE REYNTJENS

De structuur van deze opzet is duidelijker en geeft de ASO meer ruimte zich te verdiepen. Hun inzet in de dagelijkse praktijk is zeker beperkter en hiermee ook voor een belangrijk deel hun "return of investment". Evident gemis is de verplichting van dwingende opleidingscriteria, zoals het afvinken van het hebben ervaren van een diversiteit van pathologien en praktische handelingen. Het gevaar is verschraling, waardoor optimalisering van de ervaringscurve van de ASO verschuift naar na tijd van hun opleiding.

Marcel Twickler

Huidig KB focust sterk op het niet overschrijden van een quotum aan gepresteerde arbeidsuren en de vergoeding ervan, eerder dan op inhoudelijke opleidingsaspecten die geenszins aan bod komen en door onderhevig KB zelfs in het gedrang kunnen komen (time is belangrijker dan quality).
Huidig KB voorziet relatief veel (betaalde) tijd voor bijscholing en wetenschap op forfaitaire basis zonder enige vorm van resultaatsverbintenis hieraan te koppelen.
Ook het vorig KB was voldoende regulerend om zogenaamde excessen qua arbeidstijd te vermijden, doch werd in de praktijk niet of onvoldoende gecontroleerd. De remedie had moeten bestaan uit een betere controle ipv een herschrijving van het bestaande arbeidsreglement.
Helemaal akkoord met voorgaande reacties: verschraling opleiding, mismatch zelfstandig artsenberoep (arts-ondernemer) en huidig ASO statuut, ...
Vermoedelijk zijn heel wat ASO's zelf allerminst vragende partij aangaande de huidige regeling die in een moment van sociale onrust willens nillens tot stand gebracht werd, mogelijks ten dienste van meerdere agenda's dan alleen deze van (enkele) met staking dreigende ASO's.
Grondige en structurele aanpassingen dringen zich mijn inziens op.

d verheyen

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
CAPTCHA
10 + 1 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.
2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor bezoek in WZC door bepaalde arts-specialisten

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook bepaalde artsen-specialisten die een bezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn er drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist. 

2024.060

Erkenningscriteria vastgelegd voor verpleegkundig specialist

 

Op 25 april 2024 is een KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist bepaalt.

Deze criteria treden wel pas in werking op 1 januari 2025.

Hierna vindt u de integrale tekst van het KB.

 

14 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria om de titel van verpleegkundig specialist te dragen