Publicatie van KB’s over remgeldverlaging bij gebrek aan e-GMD
Een huisarts die niet overgeschakeld is op het elektronisch verlengen van GMD’s kan geen GMD-erelonen meer ontvangen. Zijn/haar patiënten behouden echter wel tot 31 december 2024 hun rechten inzake de remgeldverlaging.
Het RIZIV liet dit al weten op 17 maart 2023, zie ook https://www.asgb.be/node/28551, ook al waren de betrokken KB’s toen nog niet in het Staatsblad gepubliceerd. Dat is nu eindelijk gebeurd op 4 augustus jl.
Hierna vindt u de integrale tekst van deze KB’s.
11 JULI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 37bis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 37ter, ingevoegd bij de wet van 21 december 1994;
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
Gelet op de beslissing van de Nationale commissie artsen-ziekenfondsen van 24 oktober 2022;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 16 november 2022;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van 21 november 2022;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 januari 2023;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 8 februari 2023;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 2 juni 2023 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. In artikel 37bis, § 1, Bbis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 mei 2000, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 februari 2004 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 december 2005, 9 februari 2011, 3 en 17 oktober 2011, 19 februari 2011, 25 juli 2014 en 23 december 2021, wordt het tweede lid aangevuld met de volgende zin:
"Het tot 31 december 2022 verlengde recht wordt verder verlengd tot 31 december 2024 op voorwaarde dat in het jaar 2021 of 2022 ten minste één raadpleging (101032, 101076) of één bezoek (103132, 103412, 103434) aangerekend werd door de arts die voorheen GMD-houder was.".
Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 december 2022.
Art. 3. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 juli 2023.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
F. VANDENBROUCKE
11 JULI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 3 van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 37, § 1, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 juni 2016;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen;
Gelet op de beslissing van de Nationale commissie artsen-ziekenfondsen van 24 oktober 2022;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 16 november 2022;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van 21 november 2022;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 januari 2023;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 8 februari 2023;
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 2 juni 2023 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 februari 2004 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 december 2005, 9 februari 2011, 3 en 17 oktober 2011, 19 februari 2013, 25 juli 2014 en 23 december 2021, wordt het tweede lid aangevuld met de volgende zin:
"Het tot 31 december 2022 verlengde recht wordt verder verlengd tot 31 december 2024 op voorwaarde dat in het jaar 2021 of 2022 ten minste één raadpleging (101032, 101076) of één bezoek (103132, 103412, 103434) aangerekend werd door de arts die voorheen GMD-houder was.".
Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 december 2022.
Art. 3. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 juli 2023.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
F. VANDENBROUCE
Reactie toevoegen