Vlaamse subquota voor 2027 bekend
De Vlaamse regering heeft het maximum aantal kandidaten vastgelegd dat tot de opleiding tot bepaalde bijzondere beroepstitels van arts-specialist kan worden toegelaten in 2027.
Vertrekkende van een globaal aantal van 977 artsen werd er gezocht naar een verdeling over verschillende specialismen. U vindt ze hierna (in het vet gezet) in een besluit van 19 juli 2024 dat gepubliceerd werd op 30 juli 2024.
Noteer daarbij dat er op 3 juli 2024 al een besluit van 21 juni 2024 werd gepubliceerd maar dat dit dus overruled wordt door het besluit hierna.
19 JULI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van het maximumaantal kandidaten dat tot de opleiding tot bepaalde bijzondere beroepstitels kan worden toegelaten voor het jaar 2027 en tot intrekking van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024 tot bepaling van het maximumaantal kandidaten dat tot de opleiding tot bepaalde bijzondere beroepstitels kan worden toegelaten voor het jaar 2027
Rechtsgrond
Dit besluit is gebaseerd op:
- de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 92, § 3, vervangen bij het decreet van 29 maart 2019.
Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Vlaamse Planningscommissie heeft advies gegeven op 11 december 2023 en 18 december 2023.
- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 12 juli 2024.
- Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Er is een dringende noodzakelijkheid omdat het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024 een materiële fout bevat en de rechtzetting zo spoedig mogelijk moet worden toegepast. De tekst is buiten het artikel aangaande de intrekking, identiek aan het ontwerp dat met toepassing van 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad Van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 voor advies werd voorgelegd aan de Raad van State resulterende in het advies van 76.409/3 gegeven op 5 juni 2024. De integrale publicatie in het Belgisch Staatsblad moet conform artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2020 over de planning van het medisch aanbod bovendien voor de start van het academiejaar 2024-2025 gebeuren.
Juridisch kader
Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving:
- het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2020 over de planning van het medisch aanbod.
Initiatiefnemers
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en de Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand.
Na beraadslaging,
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1. Gelet op het globale aantal kandidaten, dat conform artikel 92, § 1, 1°, en artikel 92/1, § 2, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, door de Koning is bepaald op 977 en is verhoogd conform artikel 92/3, § 1, van dezelfde wet, is het maximumaantal van die kandidaten dat voor het jaar 2027 kan worden toegelaten tot de opleiding tot de volgende bijzondere beroepstitels, vermeld in artikel 1 tot en met 2bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde:
1° 57 voor geneesheer-specialist in de anesthesie-reanimatie;
2° 14 voor geneesheer-specialist in de klinische biologie;
3° 20 voor geneesheer-specialist in de heelkunde;
4° 5 voor geneesheer-specialist in de neurochirurgie;
5° 9 voor geneesheer-specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde;
6° 13 voor geneesheer-specialist in de dermato-venereologie;
7° 23 voor geneesheer-specialist in de gynaecologie-verloskunde;
8° 20 voor geneesheer-specialist in de neurologie;
9° 22 voor geneesheer-specialist in de oftalmologie;
10° 19 voor geneesheer-specialist in de orthopedische heelkunde;
11° 16 voor geneesheer-specialist in de otorhinolaryngologie;
12° 30 voor geneesheer-specialist in de pediatrie;
13° 13 voor geneesheer-specialist in de fysische geneeskunde en de revalidatie;
14° 22 voor geneesheer-specialist in de röntgendiagnose;
15° 4 voor geneesheer-specialist in de radiotherapie-oncologie;
16° 6 voor geneesheer-specialist in de stomatologie;
17° 11 voor geneesheer-specialist in de urologie;
18° 10 voor geneesheer-specialist in de pathologische anatomie;
19° 5 voor geneesheer-specialist in de nucleaire geneeskunde;
20° 4 voor arts-specialist in de klinische genetica;
21° 47 voor geneesheer-specialist in de psychiatrie, meer bepaald in de volwassenpsychiatrie;
22° 43 voor de groep van beroepstitels die bestaat uit geneesheer-specialist in de acute geneeskunde en geneesheer-specialist in de urgentiegeneeskunde;
23° 127 voor de groep van beroepstitels die bestaat uit geneesheer-specialist in de cardiologie, geneesheer-specialist in de gastro-enterologie, geneesheer-specialist in de geriatrie, geneesheer-specialist in de inwendige geneeskunde, geneesheer-specialist in medische oncologie, geneesheer-specialist in de pneumologie en geneesheer-specialist in de reumatologie.
Art. 2. Gelet op het globale aantal kandidaten, dat conform artikel 92, § 1, 1°, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, door de Koning is bepaald op 181 en is verhoogd conform artikel 92/3, § 2, van dezelfde wet, is het maximumaantal van die kandidaten dat voor het jaar 2027 kan worden toegelaten tot de opleiding tot de volgende bijzondere beroepstitels, vermeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde:
1° 12 voor tandarts-specialist in de orthodontie;
2° 5 voor tandarts-specialist in de parodontologie.
Art. 3. Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024 tot bepaling van het maximumaantal kandidaten dat tot de opleiding tot bepaalde bijzondere beroepstitels kan worden toegelaten voor het jaar 2027 wordt ingetrokken.
Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, en de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 juli 2024.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
J. JAMBON
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
H. CREVITS
De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand,
B. WEYTS
Reactie toevoegen