Reactie ASGB op De Standaard: er zijn 10 artsen nodig voor 1 premierpensioen…

2024.117

 

In De Standaard van vandaag, 26 augustus 2024, wordt het artseninkomen afgezet tegen dat van de premier. De conclusie en de titel is dat 3.000 artsen meer dan de premier ‘verdienen’. Zie https://www.standaard.be/cnt/dmf20240825_97228156.

Al een geluk zet men het woordje verdienen tussen ‘’, want het duurt tot het laatste deel van het artikel voor men tot de kern van de zaak doordringt. Met name dat de bedragen die men voordien citeert bijlange geen nettobedragen maar zelfs ook geen brutobedragen zijn! 

De afhoudingen t.a.v. het ziekenhuis (voor een ziekenhuisactiviteit) of de kosten voor de praktijk (voor een privépraktijk) moeten er immers nog af. Gemiddeld dragen alle specialisten samen 40% van hun honorariummassa af aan het ziekenhuis, voor de medisch-technische diensten zoals klinische biologie, medische beeldvorming of dialyse loopt dat gemakkelijk op tot 80%.

Tja, daar heeft de premier geen last van natuurlijk! En dan moeten de sociale bijdragen en de belastingen nog langskomen…

Om nog te zwijgen van het feit dat de premier met een auto (met chauffeur) betaald door de Belgische staat rondrijdt. Maar vooral, kunnen we dan misschien ook eens kijken naar de andere kant van de medaille? Neem bv. het pensioen. Dat van de premier zal al gauw zo’n 13.000 euro per maand bedragen. Welnu, dat is het pensioen van minstens 10 artsen!

In de meeste ziekenhuisdiensten werkt men trouwens in associatie en is er één arts, meestal het diensthoofd, die de administratie en de facturatie op zich neemt. De geciteerde bedragen moeten dan uiteraard gedeeld worden door het aantal FTE werkzaam in de dienst. Door de concentratie van zorg worden de diensten alsmaar groter en zullen er dus ook meer en meer artsen in deze facturatiecategorie vallen.

Het moge zo wel duidelijk zijn dat de vergelijking met de premier op niks slaat en puur populistisch van aard is.

Wil dit dan zeggen dat alles is, zoals het moet? Nee, zeker niet. Natuurlijk zullen er links en rechts ‘uitwassen’ zijn, waar vragen bij gesteld kunnen worden. Wij beschikken ook niet over de belastingbrief van de zowat 50.000 artsen. 

En vooral, we weten als artsenvertegenwoordigers dat er onevenwichten zijn en dat er te weinig transparantie is. Daarom ook wordt er volop werk gemaakt van een herijking. De artsensyndicaten geven daar hun volle medewerking aan. Maar indien de beheerders bij hun eis blijven dat er later ook op het professionele gedeelte nog afhoudingen moeten mogelijk zijn, dan dreigt dit een maat voor niks te worden.

Maar de hamvraag is natuurlijk: was het nu echt nodig om de ganse artsengroep weeral eens in zijn hemd te zetten?

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
CAPTCHA
1 + 1 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.
2024.118

Interpretatieregel radiologie over verstrekking 458975-458986

 

Op 26 augustus 2024 werd een interpretatieregel inzake radiologie gepubliceerd. 

Die stelt dat verstrekking 458975-458986 enkel voor het schoudergewricht aangerekend mag worden en niet voor andere gewrichten.

Hierna vindt u de integrale tekst van deze interpretatieregel die retroactief toegepast moet worden sinds 1 augustus 2023.

In bijlage bij dit bericht vindt u de voorbereidende nota van het Verzekeringscomité.

 

2024.116

Nummers voor ambulante monitoring geschrapt (vanaf 1 okt 2024)

 

Op 19 augustus 2024 werd een KB gepubliceerd waarmee de verstrekkingen 212015-214012 voor ambulante monitoring geschrapt worden.

Gelijktijdig moeten enkele toepassingsregels worden aangepast en wordt een nieuwe interpretatieregel ingevoerd.

Het dossier is al meerdere jaren lopende naar aanleiding van de vaststelling door de DGEC van heel wat misbruiken.

2024.115

Eerstelijnszones worden aangepast vanaf 2025

 

Op 16 augustus 2024 werd een Besluit van de Vlaamse Regering (BVR) gepubliceerd dat de Eerstelijnszones aanpast vanaf 2025.

Het gaat er in wezen om dat het nieuwe besluit rekening houdt met het feit dat een aantal gemeenten ‘samengevoegd werden’ de voorbije maanden.

Denk aan onder meer: Bilzen en Hoeselt; Tongeren en Borgloon; Lokeren en Moerbeke; Galmaarden, Gooik en Herne; enz.

Er zullen  60 ELZ’s zijn waarvan het werkingsgebied overeenkomt met dat van de zorgraden.

U vindt het overzicht hierna: