Nieuw besluit inzake de vergoeding van gehoorimplantaten
Op 8 oktober 2024 werd een MB gepubliceerd over gehoorimplantaten.
Dit besluit zal in voege treden op 1 november a.s.
Hierna vindt u de integrale tekst ervan.
27 SEPTEMBER 2024. - Ministerieel besluit tot wijziging van hoofdstuk "C. Oto-rhino-laryngologie" van de lijst, gevoegd als bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 25 juni 2014 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van implantaten en invasieve medische hulpmiddelen
De Minister van Sociale Zaken,
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 35septies/6, zoals ingevoegd door de wet van 15 december 2013;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 juni 2014 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van implantaten en invasieve medische hulpmiddelen, artikel 178/1;
Gelet op het definitieve voorstel van de Commissie Tegemoetkoming Implantaten en Invasieve Medische Hulpmiddelen van 6 juni 2024;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 juni 2024;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting gegeven op 5 juli 2024;
Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn van dertig dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 3 september 2024 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 77.042/2;
Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 5 september 2024 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Besluit :
Artikel 1. In het hoofdstuk "C. Oto-rhino-laryngologie" van de Lijst, gevoegd als bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 25 juni 2014 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van implantaten en invasieve medische hulpmiddelen, laatstelijk gewijzigd bij het ministerieel besluit van 30 augustus 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht aan de vergoedingsvoorwaarde C- § 01:
het punt "4.4. Derogatie van de procedure" wordt vervangen als volgt:
"4.4. Derogatie van de procedure
Voor de rechthebbenden die reeds geïmplanteerd werden zonder tussenkomst van de ziekteverzekering en die vóór de implantatie aan alle criteria van de indicatiestelling bedoeld in punt 2 voldeden, kan een terugbetaling door het College van artsen-directeurs toegekend worden in de volgende gevallen:
a) In afwijking van de in punt 4.2. beschreven procedure, voor de vervanging van het implantaat en/of de geluidsprocessor en zijn toebehoren;
b) In afwijking van de in punt 2.2.7. beschreven procedure, voor een implantaat en geluidsprocessor en zijn toebehoren, voor het contralaterale oor indien de rechthebbende voldoet aan de indicatiecriteria bedoeld in punt 2;
c) In afwijking van de in punt 4.2. beschreven procedure en in afwijking van de leeftijd vermeld in de omschrijving van de verstrekkingen 184774-184785 en 184796-184800, voor de vervanging van het implantaat en/of de geluidsprocessor en zijn toebehoren, indien de rechthebbende geïmplanteerd werd voor 1 januari 2024 en jonger is dan achttien jaar op het moment van de primo-implantatie;
d) In afwijking van de in punt 4.2. beschreven procedure en in afwijking van de bepaling vermeld in punt 2.2.6. dat de primo-implantatie binnen de zeven jaar nadat voor het slechte oor een gehoorverlies van minstens 85 dB HL werd vastgesteld dient te worden uitgevoerd, voor de vervanging van het implantaat en/of de geluidsprocessor en zijn toebehoren, indien de rechthebbende geïmplanteerd werd voor 1 januari 2024 en indien deze werd uitgevoerd meer dan 7 jaar nadat voor het slechte oor een gehoorverlies van minstens 85 dB HL werd vastgesteld.
De documenten van de eerste implantatie worden voorgelegd door een NKO-arts die deel uitmaakt van het team dat de implantatie en/of de vervanging zal uitvoeren, aan het College van artsen-directeurs, voorafgaand aan of na de implantatie/vervanging, op basis van het formulier C-Form-I-12, volledig ingevuld en ondertekend door een lid van het team van de implanterende verplegingsinrichting ingediend ten laatste binnen de negentig dagen na de implantatie.
Het College van artsen-directeurs deelt zijn gemotiveerde beslissing mee aan de adviserend-arts, aan de ziekenhuisapotheker en aan de arts-specialist die de aanvraag heeft ingediend, binnen de dertig dagen na ontvangst van de aanvraag."
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 27 september 2024.
F. VANDENBROUCKE
Reactie toevoegen