Nieuwe regels vanaf 2025 voor rookstopbegeleiding in Vlaanderen
Op 6 november 2024 is een Besluit van de Vlaamse regering gepubliceerd dat nieuwe regels invoert over de organisatie van de rookstopbegeleiding.
Deze nieuwe regels bepalen onder meer de voorwaarden om als tabakoloog in aanmerking te kunnen komen, de aanvraag bij het tabakologenkadaster, de vergoeding, enz.
Hierna vindt u de integrale tekst van het nieuwe besluit dat in voege treedt op 1 januari 2025.
20 SEPTEMBER 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering over de organisatie van het initiatief rookstopbegeleiding
HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° decreet van 21 november 2003: het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid;
2° deelnemer: een persoon die gebruik maakt van rookstopbegeleiding;
3° organisatie rookstopbegeleiding: de organisatie rookstopbegeleiding, vermeld in artikel 5, § 1, eerste lid;
4° regeling voor de-minimissteun aan ondernemingen belast met diensten van algemeen economisch belang: verordening (EU) 2023/2832 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen;
5° rookstopbegeleiding: een aanbod dat gericht is op de begeleiding van personen bij het stoppen met roken en vapen;
6° rookstopbegeleiding in groep: rookstopbegeleiding die bij de opstart tegelijkertijd wordt aangeboden aan minstens drie en maximaal twintig deelnemers;
7° tabakologenkadaster: het tabakologenkadaster, vermeld in artikel 5, § 2;
8° verhoogde tegemoetkoming: de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, als vermeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied en subsidiëring
Art. 2. Dit besluit is van toepassing op de voorkoming of beperking van gezondheidsschade door roken ter uitvoering van artikel 63 van het decreet van 21 november 2003 aan de hand van een initiatief rookstopbegeleiding dat voldoet aan al de volgende voorwaarden:
1° er is een aanbod van wetenschappelijk onderbouwde prestaties om personen, individueel of in groep, te begeleiden bij het stoppen met roken en vapen;
2° een individuele zorgaanbieder biedt het initiatief aan;
3° er is een organisatie aangewezen die de uitvoering van het initiatief rookstopbegeleiding ondersteunt.
Art. 3. De individuele zorgaanbieder ontvangt een subsidie voor de prestaties rookstopbegeleiding die hij aanbiedt als al de volgende voorwaarden zijn vervuld:
1° de individuele zorgaanbieder voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6, § 1;
2° de prestaties worden aangeboden aan een deelnemer die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 7;
3° de individuele zorgaanbieder rekent geen hogere persoonlijke bijdrage aan de deelnemer aan dan de bijdrage, vermeld in artikel 4, tweede lid;
4° alleen de prestaties rookstopbegeleiding die volledig en effectief zijn gepresteerd, kunnen worden gesubsidieerd;
5° het maximale aantal kwartieren per jaar en per deelnemer dat kan worden gesubsidieerd, bedraagt het equivalent van zestien kwartieren, of vier uur, individuele begeleiding. Een kwartier rookstopbegeleiding in groep telt maar mee voor een derde van een kwartier individuele rookstopbegeleiding;
6° de individuele zorgaanbieder dient bij de organisatie rookstopbegeleiding een overzicht in van de geleverde prestaties rookstopbegeleiding conform artikel 6, § 3.
Art. 4. De subsidie van individuele zorgaanbieders voor het initiatief rookstopbegeleiding, vermeld in artikel 3, bedraagt:
1° 15,75 euro per kwartier voor individuele rookstopbegeleiding bij deelnemers die recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming;
2° 9,25 euro per kwartier voor individuele rookstopbegeleiding bij deelnemers die geen recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming;
3° 4,25 euro per kwartier voor rookstopbegeleiding in groep als de deelnemer recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming;
4° 3,75 euro per kwartier voor rookstopbegeleiding in groep als de deelnemer geen recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming.
De maximale persoonlijke bijdrage die een individuele zorgaanbieder aan een deelnemer aan rookstopbegeleiding kan vragen, bedraagt:
1° 1 euro per kwartier voor individuele rookstopbegeleiding bij deelnemers die recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming;
2° 7,5 euro per kwartier voor individuele rookstopbegeleiding bij deelnemers die geen recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming;
3° 0,5 euro per kwartier rookstopbegeleiding in groep als de deelnemer recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming;
4° 1 euro per kwartier rookstopbegeleiding in groep als de deelnemer geen recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming.
Voor de bedragen, vermeld in het eerste en tweede lid, worden deelnemers tot en met het kalenderjaar waarin ze 21 jaar worden, gelijkgesteld met personen met een verhoogde tegemoetkoming.
HOOFDSTUK III. - De partnerorganisatie die de uitvoering van het initiatief rookstopbegeleiding ondersteunt
Art. 5. § 1. De ondersteuning van de subsidiëring van individuele zorgaanbieders voor het initiatief rookstopbegeleiding wordt gerealiseerd door een partnerorganisatie die de Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, aanwijst en waaraan die een subsidie toekent conform de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 betreffende de subsidiëring en erkenning van partnerorganisaties en organisaties met terreinwerking via een beheersovereenkomst, hierna organisatie rookstopbegeleiding te noemen.
De organisatie rookstopbegeleiding staat in voor:
1° de verwerking van de overzichten van de maandelijks geleverde prestaties rookstopbegeleiding, vermeld in artikel 6, § 3;
2° de controle van de overzichten van de maandelijks geleverde prestaties rookstopbegeleiding, vermeld in artikel 6, § 3;
3° de uitbetaling van de subsidie voor rookstopbegeleiding, vermeld in artikel 4, eerste lid, aan de individuele zorgaanbieders.
§ 2. De organisatie rookstopbegeleiding legt een tabakologenkadaster aan waarin de individuele zorgaanbieders die rookstopbegeleiding aanbieden, worden opgenomen.
In het tabakologenkadaster, vermeld in het eerste lid, worden al de volgende gegevens opgenomen:
1° het rijksregisternummer van de individuele zorgaanbieder die rookstopbegeleiding aanbiedt;
2° de voor- en achternaam van de individuele zorgaanbieder die rookstopbegeleiding aanbiedt;
3° het facturatieadres van de individuele zorgaanbieder die rookstopbegeleiding aanbiedt;
4° het bankrekeningnummer en de naam van de rekeninghouder, het facturatieadres, de BIC-code, het KBO-nummer, en het btw-nummer van de individuele zorgaanbieder die rookstopbegeleiding aanbiedt;
5° het beroepsadres waar de individuele zorgaanbieder de rookstopbegeleiding aan deelnemers aanbiedt;
6° de basisopleiding van de individuele zorgaanbieder die rookstopbegeleiding aanbiedt en de overige gegevens die noodzakelijk zijn om na te gaan of de individuele zorgaanbieder voldoet aan de in artikel 6 vermelde voorwaarden;
7° de vermelding of de individuele zorgaanbieder actief is als aanbieder van rookstopbegeleiding of niet.
Als de individuele zorgaanbieder daarmee instemt, maakt de organisatie rookstopbegeleiding de gegevens, vermeld in het tweede lid, 2°, 5°, 6° en 7°, bekend op een publiek toegankelijke website.
HOOFDSTUK IV. - De uitvoering van het initiatief rookstopbegeleiding door individuele zorgaanbieders
Art. 6. § 1. Enkel individuele zorgaanbieders van een initiatief rookstopbegeleiding die zijn opgenomen in het tabakologenkadaster komen in aanmerking om de subsidie, vermeld in artikel 3, te ontvangen.
Een individuele zorgaanbieder kan worden opgenomen in het tabakologenkadaster als hij voldoet aan al de volgende voorwaarden:
1° de individuele zorgaanbieder heeft een specifieke deskundigheid verworven in de uitvoering van rookstopbegeleiding;
2° de individuele zorgaanbieder hanteert bij de rookstopbegeleiding een wetenschappelijk onderbouwde, respectvolle en klantgerichte dienstverlening;
3° de individuele zorgaanbieder maakt het aanbieden van de rookstopbegeleiding niet afhankelijk van de aankoop van een product of de deelname aan een ander initiatief, en licht de deelnemer op een neutrale wijze in over het bestaande aanbod aan initiatieven of producten die de deelnemer ondersteunen om te stoppen met roken;
4° de individuele zorgaanbieder registreert zijn prestaties en werkt mee aan de evaluatie van de rookstopbegeleiding door de organisatie rookstopbegeleiding;
5° de individuele zorgaanbieder int voor de rookstopbegeleiding in het kader van dit besluit geen hogere persoonlijke bijdrage dan de bijdrage, vermeld in artikel 4, tweede lid;
6° als de subsidies voor de prestaties rookstopbegeleiding staatssteun uitmaken, zal de individuele zorgaanbieder, met inbegrip van de subsidie voor de prestaties rookstopbegeleiding, niet meer de-minimissteun hebben ontvangen dan de regeling voor de-minimissteun aan ondernemingen belast met diensten van algemeen economisch belang toelaat.
De specifieke deskundigheid van de individuele zorgaanbieder, vermeld in het tweede lid, 1°, wordt op de volgende wijze aangetoond:
1° de individuele zorgaanbieder heeft een opleiding Rookstopbegeleiding gevolgd van minstens 100 contact- en studie-uren die al de volgende opleidingsonderdelen omvat:
a) actuele kennis over de organisatie van en de regelgeving over rookstopbegeleiding;
b) de specificiteit van wetenschappelijk onderbouwde rookstopbegeleiding, waaronder de kennis van farmacotherapie, gedragsverandering, terugvalpreventie en omgaan met herval zowel in individuele als groepsbegeleiding toepassen;
2° de individuele zorgaanbieder heeft een opleiding in één van de volgende studiegebieden met succes afgerond:
a) Master in de bewegings- en revalidatiewetenschappen;
b) Master in de farmaceutische wetenschappen;
c) Master in de geneeskunde;
d) Master in de psychologie en pedagogische wetenschappen;
e) Master in de sociale gezondheidswetenschappen;
f) Master in de tandheelkunde;
g) Master in de gezondheidszorg;
h) Professionele bachelor in de gezondheidszorg, meer bepaald ergotherapie, mondzorg, toegepaste gezondheidswetenschappen, verpleegkunde, voedings- en dieetkunde, vroedkunde;
i) Professionele bachelor in sociaal- agogisch werk, meer bepaald sociaal werk, gezinswetenschappen, maatschappelijke veiligheid, orthopedagogie, sociale readaptatiewetenschappen, toegepaste psychologie.
De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, concretiseert de opleidingstitels, vermeld in het derde lid, 2°.
§ 2. Een individuele zorgaanbieder die opgenomen wil worden in het tabakologenkadaster dient daarvoor een aanvraag in bij de organisatie rookstopbegeleiding.
Als de individuele zorgaanbieder niet meer voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, wordt hij door de organisatie rookstopbegeleiding als een niet-actieve aanbieder van rookstopbegeleiding aangeduid in het tabakologenkadaster en heeft hij geen recht meer op de tegemoetkomingen, vermeld in artikel 4.
In het geval, vermeld in het tweede lid, wordt de individuele zorgaanbieder als niet-actieve aanbieder van rookstokbegeleiding aangeduid op de website, vermeld in artikel 5, § 2, derde lid.
Een individuele zorgaanbieder die niet wordt opgenomen in het tabakologenkadaster omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, of die als een niet-actieve aanbieder van rookstopbegeleiding wordt aangeduid in het tabakologenkadaster, kan daarvoor geen aanspraak maken op een vergoeding van kosten die daaruit volgen.
Een individuele zorgaanbieder kan zich ook op eigen initiatief in het tabakologenkadaster laten aanduiden als niet-actieve aanbieder van rookstopbegeleiding. In het voormelde geval wordt de individuele zorgaanbieder als niet-actieve aanbieder van rookstopbegeleiding aangeduid op de website, vermeld in artikel 5, § 2, derde lid, en komt de individuele zorgaanbieder niet meer in aanmerking voor financiering van prestaties vanaf de datum dat het niet-actief zijn is geregistreerd in het tabakologenkadaster.
De organisatie rookstopbegeleiding sluit vóór de opname in het tabakologenkadaster een overeenkomst met de individuele zorgaanbieder. In de overeenkomst onderschrijft de individuele zorgaanbieder dat hij de rookstopbegeleiding aanbiedt conform de voorwaarden, vermeld in artikel 2 tot en met 9 van dit besluit. De overeenkomst bevat ook informatie over de verwerking van de persoonsgegevens van de individuele zorgaanbieder in het kader van dit besluit.
§ 3. De individuele zorgaanbieders die als actieve aanbieder van rookstopbegeleiding zijn opgenomen in het tabakologenkadaster bezorgen de organisatie rookstopbegeleiding een overzicht van de maandelijks geleverde prestaties rookstopbegeleiding.
De individuele zorgaanbieder bezorgt het overzicht, vermeld in het eerste lid, binnen drie maanden nadat de maand is afgelopen waarin de prestaties rookstopbegeleiding zijn geleverd. Prestaties die te laat worden ingediend, geven geen recht op een subsidie als vermeld artikel 3.
Als de subsidie, vermeld in artikel 3, staatssteun uitmaakt, voegt de individuele zorgaanbieder bij het overzicht, vermeld in het eerste lid, een verklaring op erewoord dat hij, met inbegrip van die subsidie, niet meer de-minimissteun zal hebben ontvangen dan de regeling voor de-minimissteun aan ondernemingen belast met diensten van algemeen economisch belang toelaat.
Art. 7. Het initiatief rookstopbegeleiding kan uitsluitend worden aangeboden aan een deelnemer die voldoet aan de volgende voorwaarden:
1° de deelnemer verkeert in een van de volgende gevallen:
a) hij is gedomicilieerd in het Nederlandse taalgebied;
b) hij verblijft in een voorziening die behoort tot het gezondheids- of welzijnsbeleid, vermeld in artikel 5, § 1, I en II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, die in het Nederlandse taalgebied ligt;
c) hij verblijft in een gevangenis of een voorziening voor geïnterneerden die, of in een asielcentrum of een internaat dat in het Nederlandse taalgebied ligt;
2° de deelnemer heeft expliciet aangegeven rookstopbegeleiding te willen volgen.
Art. 8. In het kader van rookstopbegeleiding verwerken de individuele zorgaanbieders en de organisatie rookstopbegeleiding de volgende gegevens van de deelnemers:
1° het rijksregisternummer van de deelnemer aan de rookstopbegeleiding;
2° de voor- en achternaam van de deelnemer aan de rookstopbegeleiding;
3° de postcode van de deelnemer aan de rookstopbegeleiding;
4° de leeftijd van de deelnemer aan de rookstopbegeleiding;
5° de vermelding of de deelnemer aan de rookstopbegeleiding recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming;
6° een overzicht van de prestaties die de deelnemer in het kader van rookstopbegeleiding heeft ontvangen.
De individuele zorgaanbieder houdt zich aan de geldende regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens en licht de deelnemer vóór het aanbieden van de rookstopbegeleiding in over de verwerking van zijn persoonsgegevens.
De gegevens, vermeld in het eerste lid, worden opgenomen in het overzicht, vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, 1° en 2°.
HOOFDSTUK V. - De verwerking van persoonsgegevens in het kader van de ondersteuning en de uitvoering van rookstopbegeleiding
Art. 9. De persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de toepassing van artikel 34/2 van het decreet van 21 november 2003, worden tussen de individuele zorgaanbieder en de organisatie rookstopbegeleiding uitgewisseld via een beveiligde omgeving.
Art. 10. De organisatie rookstopbegeleiding neemt de volgende organisatorische en technische beveiligingsmaatregelen voor de verwerking van de persoonsgegevens in het kader van de toepassing van artikel 34/2 van het decreet van 21 november 2003:
1° de medewerkers die toegang hebben tot de gegevens van de deelnemers en de individuele zorgaanbieders hebben een geheimhoudingsverklaring ondertekend. De geheimhoudingsverklaring vermeldt de verplichtingen waaraan de medewerkers moeten voldoen, en ook de mogelijke sancties die ze kunnen oplopen bij niet-naleving van het beroepsgeheim;
2° iedere deelnemer en individuele zorgaanbieder van wie gegevens worden verwerkt, kunnen via een website van de organisatie rookstopbegeleiding laagdrempelig de informatie terugvinden die overeenkomstig hoofdstuk III van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) opgenomen is over de verwerking van de persoonsgegevens.
HOOFDSTUK VI. - Staatssteunbepalingen
Afdeling 1. - Subsidie aan de individuele zorgaanbieder
Art. 11. Als de subsidie, vermeld in artikel 3, staatssteun uitmaakt, wordt zij verleend met toepassing van de regeling voor de-minimissteun aan ondernemingen belast met diensten van algemeen economisch belang.
Afdeling 2. - Subsidie aan de organisatie rookstopbegeleiding
Art. 12. Als de subsidie, vermeld in artikel 5, § 1, staatssteun uitmaakt, wordt zij verleend met toepassing van het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.
Art. 13. De organisatie rookstopbegeleiding houdt de documenten, inclusief de boekhouding, die verband houden met de opdrachten, vermeld in artikel 5, § 1, ter beschikking van de subsidiërende overheid. In de boekhouding van de organisatie rookstopbegeleiding worden de inkomsten en kosten die verband houden met deze opdrachten transparant afgezonderd.
Minstens om de drie jaar en aansluitend op het einde van de beheersovereenkomst, controleert de subsidiërende overheid de boekhouding van de organisatie rookstopbegeleiding met betrekking tot de opdrachten, vermeld in artikel 5, § 1.
Als, rekening houdend met een redelijke winst, het totaal van de inkomsten, vermeld in het eerste lid, hoger is dan de kosten, vermeld in eerste lid, en een passend aandeel in de gemeenschappelijke vaste kosten van de organisatie rookstopbegeleiding, vordert de subsidiërende overheid de subsidie, vermeld in artikel 3, terug ten belope van het bedoelde verschil.
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 14. Het ministerieel besluit van 11 januari 2021 betreffende de financiering van rookstopbegeleiding via de beheersovereenkomst met de partnerorganisatie voor tabak, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 17 april 2023, wordt opgeheven.
Art. 15. De volgende bepalingen en dit besluit treden in werking 1 januari 2025:
1° artikel 2 van het decreet van 24 juni 2022 houdende diverse bepalingen over de beleidsvelden Vlaamse sociale bescherming, gezondheidspreventie, algemene ziekenhuizen en gezondheids- en woonzorg;
2° artikel 5 van het decreet van 26 april 2024 tot wijziging van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, wat betreft de lokale besturen, de initiatieven met betrekking tot biotische factoren, de initiatieven met betrekking tot fysische en chemische factoren, de initiatieven met betrekking tot gezondheidsimpact door klimaatverandering en de verwerking van persoonsgegevens.
Art. 16. De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 september 2024.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
J. JAMBON
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
H. CREVITS
Reactie toevoegen