bfm der ziekenhuizen -  KB 6 sept. 2016

ASGB-BERICHT 2016.095

Geachte collega

In het BS van 12/9/2016 verscheen een KB i.v.m. het BFM der ziekenhuizen.
De ondersteuning van de informatica in de ziekenhuizen kunnen we alleen maar toejuichen, het EPD is een onmisbaar element in kwaliteitsvolle zorg.
De voorziene budgetten zijn echter slechts een fractie van de reële kostprijs en het valt dus te vrezen dat na implementatie de onderfinanciering van het ziekenhuis nog zal toenemen en dat.... u kent het vervolg.

met collegiale groeten, het ASGB-bestuur


Publicatie: 2016-09-12 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

6 SEPTEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen

FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 105, § 1, gewijzigd bij de wet van 10 april;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen;
Gelet op de adviezen van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Financiering, gegeven op 14 april 2016 en 12 mei 2016;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 13 juni 2016;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 7 juli 2016;
Gelet op het advies 59.731/1/V van de Raad van State, gegeven op 10 augustus 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. In artikel 55 van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2015, worden de paragrafen 1 en 2 vervangen als volgt:
« § 1. Voor de financiering van de registratie van de gegevens bedoeld in het koninklijk besluit van 14 december 1987 houdende bepaling van de regels en de termijn volgens dewelke de beheerder van het ziekenhuis mededeling doet van de financiële toestand, van de bedrijfsuitkomsten, van het verslag van de bedrijfsrevisor en van alle statistische gegevens die met zijn inrichting verband houden, in het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde ziekenhuisgegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft en het koninklijk besluit van 15 januari 2014 houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde urgentiegegevens moeten worden medegedeeld aan de minister bevoegd voor Volksgezondheid, wordt er vast en een variabel gedeelte toegekend.
§ 2. Het vaste gedeelte bestaat uit de volgende twee elementen:
1° het hoogste basisbedrag, tussen de toelage aan de privésector of aan de overheidssector, voorheen toegekend krachtens artikel 55 zoals deze bestond voor de wijziging ervan door het koninklijk besluit van 8 januari 2015 en van artikel 61 zoals deze van kracht was vóór de opheffing ervan door het koninklijk besluit van 8 januari 2015;
2° voor de niet-psychiatrische ziekenhuizen die voorheen deze financiering ontvingen via een piloot projectovereenkomst, het bedrag van 12.000 euro (waarde op 1 januari 2016) om deel te nemen aan het systeem HUBs-Metahub dat betrekking heeft op het gedeeld elektronisch gezondheidsdossier. Het behoud van de financiering is onderworpen aan het permanente statuut van ziekenhuis in actieve productie geobjectiveerd door de data van de vijf deelnemende hubs. ».
Art. 2. In hetzelfde besluit wordt, artikel 61, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 november 2010 en 19 november 2012 en opgeheven door het koninklijk besluit van 8 januari 2015, hersteld als volgt:
« Art. 61. Met het oog op de realisatie in de ziekenhuizen van het door actiepunt 2 van de Roadmap 2.0 van het e-Gezondheidsplan voorziene Elektronisch Patiënten Dossier, waarvan de inhoud is gedefinieerd in de `Belgian Meaningful Use Criteria' (BMUC) zoals opgenomen in bijlage 19 bij dit besluit, wordt voorzien in een forfaitaire financiering onder de voorwaarden bepaald in de volgende paragrafen.
§ 1. Voor niet-psychiatrische ziekenhuizen, met uitzondering van de ziekenhuizen die enkel over erkende bedden beschikken onder de index G en/of index Sp in combinatie met bedden erkend onder de indexen A, T of K, wordt een enveloppe van 47.302.521 euro (waarde op 1 januari) verdeeld in de vorm van forfaits waarvan de modaliteiten hieronder gedefinieerd zijn.
1° een sokkel per ziekenhuis wordt elk jaar berekend en is identiek voor ieder betrokken ziekenhuis.
Op 1 juli 2016 bedraagt deze 20 % van het beschikbaar budget.
Op 1 juli 2017 bedraagt deze 15 % van het beschikbaar budget.
Op 1 juli 2018 bedraagt deze 10 % van het beschikbaar budget.
Op 1 juli 2019 bedraagt deze 5 % van het beschikbaar budget.
Om van deze financiering te kunnen genieten, moet het ziekenhuis jaarlijks voldoen aan de voorwaarden van de overdracht van gegevens in artikel 55, § 1.
Indien een ziekenhuis de voorwaarden van de overdracht van gegevens in artikel 55, § 1 niet respecteert, zal het toegekende budget voor het betrokken jaar worden gerecupereerd in het volgende budget van financiële middelen.
Het gerecupereerde budget zal, volgens dezelfde modaliteiten, herverdeeld worden onder de andere ziekenhuizen ten tijde van het volgende budget van financiële middelen.
2° elk jaar wordt een sokkel berekend per verantwoord bed, en per erkend bed wat betreft de bedden van Sp diensten, Sp palliatieve zorgen en eenheden voor zware brandwonden. Het aantal verantwoorde bedden zijn degene berekend in het budget van financiële middelen van het voorgaande financieringsjaar. Voor de vastlegging van het aantal erkende bedden wordt rekening gehouden met de erkende bedden zoals gekend door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu, op 1 januari van het betrokken jaar.
Voor de ziekenhuizen bedoeld in artikel 33, §§ 1 en 2, voor dewelke er geen aantal verantwoorde bedden werd berekend in het budget van financiële middelen van het voorgaande financieringsjaar, wordt rekening gehouden met de erkende bedden. Voor de vaststelling van het aantal erkende bedden wordt rekening gehouden met de erkende bedden zoals gekend door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu, op 1 januari van het betrokken jaar.
Op 1 juli 2016 bedraagt deze sokkel per bed 25 % van het beschikbaar budget.
Op 1 juli 2017 bedraagt deze sokkel per bed 20 % van het beschikbaar budget.
Op 1 juli 2018 bedraagt deze sokkel per bed 15 % van het beschikbaar budget.
Op 1 juli 2019 bedraagt deze sokkel per bed 10 % van het beschikbaar budget.
Om van deze financiering te kunnen genieten, moet het ziekenhuis jaarlijks voldoen aan de voorwaarden van de overdracht van gegevens in artikel 55, § 1.
Indien een ziekenhuis de voorwaarden van de overdracht van gegevens in artikel 55, § 1 niet respecteert, zal het toegekende budget voor het betrokken jaar worden gerecupereerd in het volgende budget van financiële middelen.
Het gerecupereerde budget zal, volgens dezelfde modaliteiten, herverdeeld worden onder de andere ziekenhuizen ten tijde van het volgende budget van financiële middelen.
3° een bijkomend budget wordt toegekend aan de ziekenhuizen als stimulering tot acceleratie van het proces. Dit `acceleratorbudget' wordt elk jaar berekend per ziekenhuis.
Op 1 juli 2016 bedraagt deze 55% van het beschikbaar budget.
Om hiervan te kunnen genieten dient het ziekenhuis voor 30 september 2016 een plan van aanpak te verzenden naar het e-mail adres ehealthcare@health.belgium.be waarin staat beschreven welke maatregelen ze zullen nemen om een geïntegreerd EPD te implementeren en effectief te gebruiken voor 1 januari 2019.
Op 1 juli 2017 bedraagt deze 60% van het beschikbaar budget.
Om hiervan te kunnen genieten dient het ziekenhuis voor 30 juni 2017 ofwel een contract af te sluiten met een softwareleverancier voor de implementatie van een geïntegreerd EPD dat beantwoordt aan de criteria zoals gedefinieerd door de BMUC waarvan het ziekenhuis een kopie dient te bezorgen aan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ofwel indien een ziekenhuis niet opteert voor een externe softwareleverancier worden concrete opvraagbare bewijsstukken verwacht, die toelaten het stappenplan naar het vooropgestelde eindresultaat te evalueren.
Op 1 juli 2018 bedraagt deze 65% van het beschikbaar budget.
Om hiervan te kunnen genieten dient het ziekenhuis voor 1 januari 2018 een implementatiedatum voor een geïntegreerd EPD vast te leggen evenals een stappenplan waarin de implementatie data worden vermeld van de vijftien basisfunctionaliteiten die worden omschreven in het BMUC.
Op 1 juli 2018 wordt het ziekenhuis pro rata gefinancierd op basis van het aantal, op 1 januari 2018, bereikte criteria van de BMUC, met dien verstande dat een bereikt criterium het recht opent op een vijftiende van de financiering.
Op 1 juli 2019 bedraagt deze 70% van het beschikbaar budget.
Om hiervan te kunnen genieten dient het ziekenhuis alle criteria die gedefinieerd zijn in stap 1 van het BMUC te respecteren hebben op 1 januari 2019.
Op 1 juli 2016 en op 1 juli 2017 wordt het beschikbare accelerator budget verdeeld op provisionele wijze onder alle ziekenhuizen op basis van een hierna gedefinieerd puntensysteem. Dit wordt slechts behouden in het volgende budget van financiële middelen in het geval dat de hierboven gedefinieerde voorwaarden gerespecteerd worden.
De verdeling van het budget zal gebeuren op de volgende manier:
Het ziekenhuis dat aan de gedefinieerde voorwaarden voldoet krijgt een punt per verantwoord bed of per erkend bed indien het ziekenhuis bedoeld wordt in artikel 33, §§ 1 en 2.
Het aantal verantwoorde bedden zijn degene die berekend zijn in het budget van financiële middelen van het voorgaande financieringsjaar.
Voor de vaststelling van de erkende bedden wordt rekening gehouden met het aantal erkende bedden zoals gekend door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu op 1 januari van het betrokken jaar.
Elk jaar wordt het beschikbaar budget gedeeld door de som van de gekregen punten om de waarde van een punt te bepalen in de `accelerator' enveloppe.
Het ziekenhuis wordt gefinancierd door het vermenigvuldigen van zijn aantal punten met de waarde van het punt.
Het ziekenhuis dat zijn verplichtingen niet nakomt zal het toegekende budget voor het betrokken jaar teruggevorderd zien in een later budget van financiële middelen.
Het budget toegekend aan de ziekenhuizen die niet voldoen aan de voorwaarden, wordt volgens dezelfde modaliteiten herverdeeld onder de andere ziekenhuizen ten tijde van een later budget van financiële middelen.
4° een bijkomend budget wordt toegekend aan de ziekenhuizen als stimulatie voor het implementeren van de basisfunctionaliteiten van het BMUC voor 1 januari 2019. Dit `Early adopter' budget wordt jaarlijks voor elk ziekenhuis berekend.
Op 1 juli 2017 bedraagt deze 5% van het beschikbaar budget.
Op 1 juli 2018 bedraagt deze 10% van het beschikbaar budget.
Op 1 juli 2019 bedraagt deze 15% van het beschikbaar budget.
Elk jaarlijks budget wordt onder de ziekenhuizen verdeeld volgens de modaliteiten die door de minister bevoegd voor Volksgezondheid worden bepaald.
§ 2. Voor de psychiatrische ziekenhuizen, de ziekenhuizen die enkel beschikken over erkende bedden onder de index Sp palliatieve zorgen en de ziekenhuizen die enkel beschikken over erkende bedden onder de index G en/of index Sp in combinatie met erkende bedden onder de indexen A, T of K, wordt een enveloppe van 9.010.004 euro (waarde op 1 januari) verdeeld onder de vorm van forfaits waarvan de berekeningsmodaliteiten hieronder gedefinieerd zijn.
De verdelingsmodaliteiten van de budgetten op 1 juli 2016, 1 juli 2017, 1 juli 2018 en vanaf 1 juli 2019 zijn identiek aan degene voorzien in § 1, 1° tot 4°.
Voor de financieringen verbonden aan het aantal bedden wordt hier het aantal erkende bedden op 1 januari van het betrokken jaar weerhouden.
§ 3. Voor de periode van 1 juli tot 31 december 2016, wordt eenmalig, bovenop de hierboven vermelde budgetten, een extra budget van 20,1 miljoen euro verdeeld onder de ziekenhuizen bedoeld in § 1 en § 2, volgens dezelfde modaliteiten die in §§ 1 en 2 gedefinieerd werden voor het jaar 2016. ».
Art. 3. In artikel 63 van hetzelfde besluit worden de volgende bepalingen aangebracht:
1° In de Nederlandstalige tekst van paragraaf 1, worden de woorden « 42.916.349 euro », ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 mei 2016, vervangen door « 42.913.349 euro ».
2° de derde paragraaf wordt vervangen als volgt:
« § 3. Binnen de perken van het beschikbare budget dat op 1 juli 2016 werd vastgesteld op 1.628.000 euro, wordt onderdeel B4 van de ziekenhuizen die deelnemen aan de realisatie van pilootstudies ter ondersteuning van de ontwikkeling van de ziekenhuistelematica, de codering van gegevens en het gebruik van gestandaardiseerde terminologie, verhoogd met een forfaitair bedrag dat varieert volgens het type van pilootstudie aan dewelke de ziekenhuizen deelnemen. ».
Art. 4. In hetzelfde besluit wordt de bijlage 19 ingevoegd, luidende:
« Bijlage 19 - Belgian `Meaningful Use' Criteria (BMUC)
Om te genieten van het budget voorzien in artikel 61, 3° en 4°, dient het geïntegreerd Elektronisch Patiëntendossier (EPD) een aantal `Meaningful Use' functionaliteiten te bevatten, zoals hieronder gespecifieerd.
De functionaliteiten kunnen opgedeeld worden in verplichte corefunctionaliteiten en menufunctionaliteiten.
Er werden vijftien corefunctionaliteiten gedetermineerd. Deze functionaliteiten vormen de basis van een geïntegreerd EPD en zijn de noodzakelijke fundamenten waarop de andere functionaliteiten gebouwd kunnen worden.
De reeks menufunctionaliteiten bestaat uit een niet-exhaustieve lijst van bijkomende functionaliteiten waarvan een ziekenhuis, ten laatste voor eind 2019, 2 menufunctionaliteiten naar keuze moet implementeren bijkomend aan de vijftien corefunctionaliteiten.
§ 1. Belgische "Meaningful Use" Criteria voor de ziekenhuizen geviseerd door artikel 61, § 1er.
A. Corefunctionaliteiten :
1. Unieke patiëntidentificatie en -beschrijving;
2. Lijst van problemen die een samenvatting bevat van de medische geschiedenis van de patiënt en een beschrijving geeft van de huidige situatie van de patiënt;
3. Lijst van allergieën en intoleranties;
4. Elektronisch voorschrijven van geneesmiddelen;
5. Geneesmiddeleninteracties;
6. Elektronisch register van de toegediende geneesmiddelen;
7. Module voor verpleegkundige zorgplanning;
8. Beheer van de afspraken;
9. Elektronisch invoeren van aanvragen van onderzoeken voor medische beeldvorming, laboratoria of adviezen;
10. Elektronische ontslagbrief;
11. Registratie van vitale parameters;
12. Registratie van geïnformeerde toestemming van de patiënt;
13. Registratie van de therapeutische wilsverklaring van de patiënt;
14. Server om de objectieve gegevens uit het patiëntendossier te raadplegen;
15. Geautomatiseerde communicatie met HUB's en interactie met e-Health.
B. Menufunctionaliteiten:
- Planning van het operatiekwartier;
- Module Intensieve zorgen;
- Patiëntendata-managementsysteem;
- Module spoedgevallenzorg;
- Ondersteunende systemen voor klinische beslissingen
- Grondige controle van interacties (geneesmiddelen-allergie, geneesmiddelen-ziekte, geneesmiddelen-zwangerschap);
- Voorschrift chemotherapie;
- Functionele lokalisatie van de patiënt;
- Gestructureerde registratie van gegevens;
- Genetische gegevens;
- Mobiele gezondheidstoepassingen en -diensten (integratie van telemonitoring-gegevens);
- Toediening van geneesmiddelen in gesloten circuit.
§ 2. Belgische "Meaningful Use" Criteria voor de ziekenhuizen geviseerd door artikel 61, § 2.
A. Corefunctionaliteiten:
1. Unieke patiëntidentificatie en -beschrijving;
2. Lijst van problemen die een samenvatting bevat van de medische geschiedenis van de patiënt en een beschrijving geeft van de huidige situatie van de patiënt;
3. Lijst van Allergie en van intoleranties
4. Elektronisch voorschrijven van geneesmiddelen
5. Geneesmiddeleninteracties
6. Elektronisch register van de toegediende geneesmiddelen
7. Elektronisch ontslagbrief
8. Registratie van geïnformeerde toestemming van de patiënt;
9. Registratie van de therapeutische wilsverklaring van de patiënt;
10. Geautomatiseerde communicatie met HUB's en interactie met e-Health
11. Multidisciplinaire registratie en uitwisseling van informative;
12. Beheren van een interdisciplinair behandelingsplan en de taken van elke discipline binnen het Elektronisch Patiëntendossier;
13. Registratie van isolaties
14. Registratie van observaties van de patiënt
15. Integratie van de resultaten of studies die intern worden aangevraagd, maar extern uitgevoerd.
B. Menufunctionaliteiten:
- Routinematige evaluatie van de toestand van patiënten met behulp van gestandaardiseerde instrumenten.
- Mogelijkheid voor de patiënt om rechtstreeks gegevens, die een impact hebben op de behandeling tijdens de hospitalisatie, toe te voegen aan het elektronisch patiëntendossier
- Dokters van wacht buiten het ziekenhuis hebben toegang tot het EPD en kunnen medicatie voorschrijven.
- Therapieplanning voor de patiënt ;
- Maatregelen, andere dan isolatie, die de fysische vrijheid beperken. ».
Art. 5. In hetzelfde besluit, artikel 71, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende:
« § 2. Voor de periode vanaf 1 juli tot 31 december 2016, éénmalig en geenszins recurrent een bijkomende budget van 10 miljoen euro (waarde op 1 juli 2016) wordt onder de private ziekenhuizen verdeeld naar rata van de waarde van onderdeel B van hun budget van financiële middelen genotifieerd op 1 juli 2015. Dit bedrag is niet herzienbaar. ».
Art. 6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2016 met uitzondering van artikel 3, 1° dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2016.
Art. 7. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 september 2016.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
Maggie DE BLOCK

2024.122

RIZIV-toelichting over gebruik nieuwe nomenclatuurnummers voor bezoek WZC

 

We hebben u al gemeld dat er sinds 1 juni 2024 een nieuwe regeling bestaat voor bezoeken door huisartsen in een WZC, zie https://asgb.be/node/28817.

Idem voor dergelijke bezoeken door bepaalde artsen-specialisten, zie https://asgb.be/node/28823.

Welnu, op de website van het RIZIV werd op 30 augustus jl. bijkomende toelichting over het gebruik van deze nieuwe nummers gepubliceerd. Klik hiervoor op de onderstaande link:

2024.121

Huisartsen: formulier tegemoetkoming zorgcontinuïteit beschikbaar

 

Op 14 augustus jl. hebben we u al gemeld dat er twee nieuwe premies voor de ondersteuning van huisartsenpraktijken in voege getreden zijn; zie https://asgb.be/node/28876.

Eén van deze premies is de tegemoetkoming inzake zorgcontinuïteit

2024.120

Vertraging voor RIZIV-sociaal statuut van 2023

 

Het RIZIV laat vandaag, 28 augustus 2024, weten dat er een maand vertraging opgetreden is in het berekenen van de premiebedragen voor 2023 (inzake RIZIV-sociaal statuut voor geconventioneerde zorgverleners).

Dit heeft onder meer de volgende twee gevolgen.

Ten eerste heeft u nu een maand langer de tijd (tot 30 september i.p.v. 31 augustus) om in ProGezondheid na te gaan of men u wel het juiste bedrag toekent.