Beroertezorg*

ASGB-BERICHT 2014.093

Geachte collega,

In het BS van 8/8/2014 verschenen enkele KB’s i.v.m. beroertezorg.

Met collegiale groeten, het ASGB-bestuur.


Publicatie: 2014-08-08

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd

FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 66;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Programmatie en Erkenning, gegeven op 11 oktober 2012;
Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 19 februari 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 14 maart 2014;
Gelet op advies nr. 55.551/3 van de Raad van State, gegeven op 31 maart 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Punt III "Organisatorische normen" van Deel A "Algemene normen die op al de inrichtingen toepasselijk zijn" van de bijlage bij het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 12 januari 1970, 14 augustus 1987, 7 november 1988, 4 maart 1991, 17 oktober 1991, 12 augustus 1994,16 december 1994, 15 februari 1999, 29 april 1999, 16 april 2002, 17 februari 2005, 26 april 2006, 13 juli 2006, 17 oktober 2006, 26 april 2007 en 3 augustus 2012, wordt aangevuld met de bepaling onder 16°, luidende :
"16° Elk algemeen ziekenhuis keurt, na pluridisciplinair beraad binnen de instelling, een protocol voor beroertezorg goed dat de hoofdlijnen bevat voor de specifieke opvang van de patiënten met een acute beroerte.
Dit protocol behandelt in het bijzonder :
1° de specifieke eerste opvang van patiënten met een acute beroerte;
2° de modaliteiten met betrekking tot de doorverwijzing van patiënten;
3° desgevallend de opvang van patiënten met een acute beroerte in de post-acute fase en de revalidatiefase.
De hoofdgeneesheer en het hoofd van het verpleegkundig departement van het ziekenhuis zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van deze verplichting.
Dit protocol wordt meegedeeld aan en ter beschikking gesteld van de leden van het medisch en verpleegkundig departement van alle vestigingsplaatsen van het ziekenhuis.".
Art. 2. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2014.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 februari 1999 tot vaststelling van de lijst van zorgprogramma's zoals bedoeld in artikel 12 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen en tot aanduiding van de artikelen van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen die op hen van toepassing zijn
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 12, § 1 en § 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 februari 1999 tot vaststelling van de lijst van zorgprogramma's zoals bedoeld in artikel 12 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen en tot aanduiding van de artikelen van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen die op hen van toepassing zijn;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Programmatie en Erkenning, gegeven op 11 oktober 2012;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 19 februari 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 14 maart 2014;
Gelet op advies nr. 55.552/3 van de Raad van State, gegeven op 31 maart 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 februari 1999 tot vaststelling van de lijst van zorgprogramma's zoals bedoeld in artikel 12 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen en tot aanduiding van de artikelen van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen die op hen van toepassing zijn, gewijzigd door de besluiten van 16 juni 1999, 21 maart 2003, 13 juli 2006 en 29 januari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "artikel 9ter van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987" worden vervangen door de woorden "artikel 12 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen";
2° het artikel wordt aangevuld met de volgende bepaling :
« - de beroertezorg. ».
Art. 2. In hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het besluit van 2 april 2014, wordt een artikel 2sexies ingevoegd, luidend als volgt :
"Art. 2sexies. § 1. Het in artikel 1 bedoelde zorgprogramma "beroertezorg" onderscheidt zich in :
1° het basiszorgprogramma "acute beroertezorg" dat zich richt op de diagnose, de behandeling, de opvolging en de revalidatie van patiënten met een acute beroerte, overeenkomstig de richtlijnen en verwijsafspraken opgenomen in het pluridisciplinair kwaliteitshandboek dat dient gebruikt te worden binnen het zorgprogramma, zonder afbreuk te doen aan de vrije keuze van de patiënt;
2° het gespecialiseerd zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures" dat zich benevens de activiteiten binnen het basiszorgprogramma "acute beroertezorg" richt op neurochirurgische ingrepen en bepaalde endovasculaire technieken, rekening houdend met de richtlijnen en/of verwijsafspraken in het pluridisciplinair kwaliteitshandboek dat dient gebruikt te worden binnen het zorgprogramma, zonder afbreuk te doen aan de vrije keuze van de patiënt.
§ 2. De artikelen 20, 66, 67, 72, met uitzondering van de bepaling die de integratie in het in artikel 36 bedoelde programma als erkenningsvoorwaarde oplegt, 73, 74, 75, 76, 78 en 92 van voormelde wet zijn van toepassing op de zorgprogramma's bedoeld in § 1, 1° en 2°. "
Art. 3. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2014.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma's "beroertezorg" moeten voldoen om erkend te worden
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikelen 12, §§ 2 en 3, 20 en 66;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 februari 1999 tot vaststelling van de lijst van zorgprogramma's zoals bedoeld in artikel 12 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen en tot aanduiding van de artikelen van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen die op hen van toepassing zijn, artikel 2sexies, ingevoegd bij het besluit van 19 april 2014;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Programmatie en Erkenning, gegeven op 11 oktober 2012;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 februari 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 14 maart 2014;
Gelet op advies nr. 55.548/3 van de Raad van State, gegeven op 31 maart 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Om te worden erkend en erkend te blijven moeten de zorgprogramma's "beroertezorg" voldoen aan de normen vastgesteld in dit besluit.
Het zorgprogramma wordt erkend :
1° hetzij als basiszorgprogramma "acute beroertezorg", indien het beantwoordt aan de erkenningsnormen bepaald in hoofdstuk II van dit besluit;
2° hetzij als gespecialiseerd zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures", indien het beantwoordt aan de erkenningsnormen bepaald in hoofdstuk III van dit besluit.
HOOFDSTUK II. - Basiszorgprogramma "Acute beroertezorg"
Afdeling 1. - Doelgroep
Art. 2. Het basiszorgprogramma "acute beroertezorg" richt zich op de diagnose, behandeling, opvolging en revalidatie van patiënten met een acute beroerte voor zover de vooropgestelde procedure geen invasief karakter heeft, zoals bedoeld in artikel 2sexies, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 15 februari 1999 tot vaststelling van de lijst van zorgprogramma's zoals bedoeld in artikel 12 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen en tot aanduiding van de artikelen van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen die op hen van toepassing zijn.
Een procedure met een invasief karakter is een procedure waarbij endovasculaire of neurochirurgische technieken worden gebruikt.
Afdeling 2. - Aard en inhoud van de zorg
Art. 3. Het basiszorgprogramma "acute beroertezorg" biedt minstens de hierna vermelde procedures aan :
1° de dringende opvang en diagnose in de acute fase;
2° de therapeutische indicatiestelling, de acute behandeling volgens de laatste stand van de wetenschap en gebeurlijk de doorverwijzing naar een gespecialiseerd zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures" indien het de vereiste zorg niet zelf kan aanbieden;
3° de contactname met het netwerk `beroertezorg' indien het de vereiste zorg niet zelf kan aanbieden;
4° de observatie gedurende de acute fase.
Afdeling 3. - Vereiste infrastructuur
Onderafdeling 1. - Eenheid beroertezorg
Art. 4. Elk basiszorgprogramma "acute beroertezorg" beschikt over een eenheid "beroertezorg", waarbinnen de behandeling, de verzorging en de observatie van patiënten met een acute beroerte gebeurt.
Art. 5. Deze eenheid is architectonisch duidelijk afgescheiden en is gelegen binnen of vlakbij een erkende dienst voor diagnose en geneeskundige behandeling (kenletter D).
Art. 6. Deze eenheid beschikt over een minimale capaciteit van vier bij voorkeur exclusief toegewezen, gegroepeerde, erkende D-bedden die specifiek aangemerkt zijn voor beroertezorg met eigen verpleegkundige zorg.
Art. 7. Binnen deze eenheid bestaat de mogelijkheid om gedecentraliseerde testen klinische biologie zoals bedoeld in artikel 1, 2°, van het koninklijk besluit van 3 december 1999 betreffende de erkenning van de laboratoria voor klinische biologie door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, uit te voeren.
Onderafdeling 2. - Omgevingselementen
Art. 8. Het zorgprogramma kan op dezelfde vestigingsplaats als de eenheid "beroertezorg" minstens een beroep doen op :
1° een dienst medische beeldvorming met C.T.-scan;
2° een zorgprogramma "cardiale pathologie" A.
Afdeling 4. - De vereiste medische en niet-medische personeelsomkadering en deskundigheid
Onderafdeling 1. - Medische omkadering
Art. 9. Het basiszorgprogramma "acute beroertezorg" beschikt over een medische equipe bestaande uit :
1° drie geneesheren-specialisten in de neurologie, waarvan er één permanent oproepbaar is, derwijze dat hij binnen de kortst mogelijke tijd na de oproep ter plaatse kan zijn;
2° een geneesheer-specialist in de fysiotherapie.
Onderafdeling 2. - Verpleegkundige omkadering
Art. 10. De verpleegkundige zorg wordt waargenomen door minstens één voltijds equivalent bachelor of gegradueerde verpleegkundige met bewezen en onderhouden bekwaming en met minstens vijf jaar ervaring in de neurovasculaire zorg die continu toezicht houdt op de eenheid.
De verpleegkundige zorg wordt per bijkomend aangevatte schijf van zes opgenomen patiënten waargenomen door één bijkomend voltijds equivalent verpleegkundige zoals bedoeld in het eerste lid.
Onderafdeling 3. - Andere omkadering
Art. 11. Het zorgprogramma kan binnen het ziekenhuis een beroep doen op een kinesist, een ergotherapeut, een logopedist, een diëtist en een psycholoog, een maatschappelijk werker of sociaal verpleegkundige.
Onderafdeling 4. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 12. De personen bedoeld in de artikelen 9 tot 11 vormen het pluridisciplinair team van het zorgprogramma.
Afdeling 5. - Kwaliteitsnormen en normen inzake kwaliteitsopvolging
Onderafdeling 1. - Kwaliteitsnormen
Art. 13. § 1. Het basiszorgprogramma "acute beroertezorg" maakt gebruik van een pluridisciplinair kwaliteitshandboek voor beroertezorg dat minstens de volgende aspecten behandelt :
1° de identificatie van de leden van het pluridisciplinair team en hun verantwoordelijkheden, met vermelding van het domein waarin hun expertise zich situeert;
2° de pluridisciplinaire richtlijnen voor de diagnosestelling, de behandeling, de nazorg en de revalidatie van patiënten met een acute beroerte;
3° indien bepaalde zorgmodaliteiten zelf niet kunnen worden aangeboden de organisatorische afspraken inzake de verwijzingen van patiënten binnen een netwerk `beroertezorg', zonder afbreuk te doen aan de vrije keuze van de patiënt;
4° de opvolging van indicatoren op het vlak van proces, kwaliteit en outcome;
5° de samenwerkingsverbanden.
§ 2. Het pluridisciplinair kwaliteitshandboek voor beroertezorg ligt in het ziekenhuis ter inzage van alle geneesheren, verpleegkundigen en alle andere zorgverstrekkers, met inbegrip van de verwijzende huisartsen evenals de patiënt.
Art. 14. § 1. Voor iedere patiënt van het basiszorgprogramma wordt een pluridisciplinair consult georganiseerd waaraan de leden van het pluridisciplinair team deelnemen.
§ 2. Ieder pluridisciplinair consult wordt weergegeven in het verslag van de behandeling van de patiënt. Hierin worden opgenomen: de datum waarop het overleg heeft plaatsgevonden, de deelnemers aan het overleg op basis van een aanwezigheidslijst alsook een samenvatting van het resultaat van het overleg.
In voorkomend geval worden eveneens afwijkingen van de pluridisciplinaire richtlijnen van het pluridisciplinair kwaliteitshandboek voor beroertezorg vermeld.
Art. 15. Voor iedere patiënt van het basiszorgprogramma wordt een behandelingsplan opgesteld overeenkomstig de pluridisciplinair opgestelde richtlijnen van het pluridisciplinair kwaliteitshandboek voor beroertezorg.
Art. 16. Indien na de diagnosestelling blijkt dat het basiszorgprogramma "acute beroertezorg" de vereiste zorg niet kan aanbieden, neemt het contact op met een netwerk `beroertezorg' waarvan het deel uitmaakt.
Art. 17. Elk ziekenhuis maakt deel uit van een of meerdere netwerken `beroertezorg' en minstens van het dichtst bij zijnde netwerk, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot vaststelling van de erkenningsnormen voor het netwerk `beroertezorg'.
Onderafdeling 2. - Kwaliteitsopvolging
Art. 18. § 1. Om erkend te blijven verleent een basiszorgprogramma "acute beroertezorg" zijn medewerking aan de interne en externe toetsing van de medische activiteit, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 15 februari 1999 betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen.
§ 2. De interne registratie van gegevens, bedoeld in artikel 3 van het in paragraaf 1 vermelde besluit verwijst naar elementen van structuur, proces en resultaat van de zorg. Uit de registratie blijken eveneens de verschillende fasen van diagnose en behandeling die de patiënt ondergaan heeft.
HOOFDSTUK III. - Gespecialiseerd zorgprogramma
"acute beroertezorg met invasieve procedures"
Afdeling 1. - Doelgroep en activiteiten
Art. 19. Het gespecialiseerd zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures" richt zich op de diagnose, de behandeling, de opvolging en de revalidatie van patiënten met een acute beroerte waarbij de procedure een invasief karakter, zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid, heeft, zoals bedoeld in artikel 2sexies, § 1, 2°, van het koninklijk besluit van 15 februari 1999 tot vaststelling van de lijst van zorgprogramma's zoals bedoeld in artikel 12 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen en tot aanduiding van de artikelen van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen die op hen van toepassing zijn.
Art. 20. Het gespecialiseerd zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures" wordt aangeboden als bovenbouw op een basiszorgprogramma "acute beroertezorg".
Naast de voorwaarden gesteld voor het basiszorgprogramma "acute beroertezorg", voldoet het gespecialiseerd zorgprogramma bijkomend aan de voorwaarden vastgesteld in dit hoofdstuk.
Afdeling 2. - Aard en inhoud van de zorg
Art. 21. Het gespecialiseerd zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures" omvat endovasculaire en neurochirurgische procedures en voortijdige secundaire preventie bij patiënten met een acute beroerte.
Afdeling 3. - Vereiste infrastructuur en omgevingselementen
Art. 22. Het gespecialiseerd zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures" kan op de vestigingsplaats waar het wordt aangeboden, een beroep doen op de volgende logistieke middelen :
1° faciliteiten voor medische beeldvorming : NMR-scan en digitale subtractie angiografie (DSA);
2° beschikbaarheid van beeldvorming van de cerebrale perfusie door CT of NMR 24/24 u, 7/7 dagen met mogelijkheid om irreversibele beschadiging van de hersenen te kunnen onderscheiden van hersenweefsel met een tekort aan zuurstof (penumbra) bij patienten waarvan het begin van de neurologische symptomen onbekend of onduidelijk zijn, waarbij een behandeling met IV fibrinolyse en/of invasieve endovasculaire behandeling noodzakelijk kan zijn;
3° minimum twee exclusief aan het zorgprogramma toegewezen zalen voor diagnostiche en interventionele radiologie met flat panel detectoren;
4° permanente beschikbaarheid van een operatiezaal voor urgente neurochirurgische ingrepen;
5° een erkende MUG-functie al dan niet uitgebaat door een assocatie van ziekenhuizen;
6° een erkende functie voor intensieve zorgen;
7° ICT faciliteiten voor datatransmissie en teleconferentie zodat overleg tussen de medische equipes in het kader van het netwerk zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot vaststelling van de erkenningsnormen voor het netwerk `beroertezorg' op elk ogenblik mogelijk is;
8° faciliteiten voor het transport van patiënten met een acute beroerte.
In afwijking van het eerste lid, 3°, kan een gespecialiseerd zorgprogramma beroep doen op slechts één exclusief aan het zorgprogramma toegewezen zaal, wanneer het een samenwerkingsakkoord aangaat met het dichtstbijzijnde ziekenhuis met een zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures" waar een zaal ter beschikking kan worden gesteld.
Afdeling 4. - De vereiste medische en niet-medische personeelsomkadering en deskundigheid
Onderafdeling 1. - De medische omkadering
Art. 23. § 1. Het gespecialiseerd zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures" beschikt over een medische equipe, bestaande uit :
1° minstens twee neurochirurgen;
2° minstens één interventionele radioloog.
§ 2. Van de onder paragraaf 1, genoemde geneesheer-specialisten is telkens een van hen permanent oproepbaar, derwijze dat hij binnen de kortst mogelijke tijd na de oproep ter beschikking van het zorgprogramma kan staan.
§ 3. De onder paragraaf 1, 2°, bedoelde geneesheer-specialist gaat een samenwerkingsovereenkomst aan met minstens een andere bevoegde arts die gemachtigd is verstrekkingen in de dienst uit te voeren.
§ 4. De onder paragraaf 1, 2°, bedoelde geneesheer-specialist is verantwoordelijk voor de organisatie van de activiteiten inzake interventionele radiologie en, onder toezicht van de hoofdgeneesheer en in afspraak met het netwerk, voor de permanentie en de continuïteit inzake interventionele radiologie.
§ 5. De onder paragraaf 1, 2°, bedoelde geneesheer-specialist heeft een algemene opleiding inzake vasculaire interventies, met daarin vervat de deelname aan nationale en Europese congressen, genoten.
Daarnaast heeft hij gedurende twee jaar een praktische expertise opgebouwd in een centrum dat in de afgelopen vijf jaar jaarlijks gemiddeld honderd percutane neurovasculaire interventies met inbegrip van recanalisaties heeft uitgevoerd. Deze praktische expertise wordt geattesteerd door de geneesheer-diensthoofd en de hoofdgeneesheer.
Art. 24. Er is op elk ogenblik binnen het ziekenhuis een geneesheer-specialist in de anesthesie beschikbaar, derwijze dat hij binnen de kortst mogelijke tijd na de oproep ter beschikking van het zorgprogramma kan staan.
Onderafdeling 2. - Verpleegkundige omkadering
Art. 25. Het gespecialiseerd zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures" beschikt over voldoende toegewezen verpleegkundigen die over een verworven en onderhouden bekwaamheid en minstens drie jaar ervaring beschikken inzake angiografie.
Onderafdeling 3. - Andere omkadering
Art. 26. Het gespecialiseerd zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures" beschikt over een technicus, voltijds verbonden aan het ziekenhuis met een bijzondere bekwaamheid in het ondersteunen van de in artikel 23 bedoelde geneesheren-specialisten.
Afdeling 5. - Kwaliteitsnormen en normen inzake kwaliteitsopvolging
Onderafdeling 1. - Kwaliteitsnormen
Art. 27. Het gespecialiseerd zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures" organiseert voldoende ambulante raadplegingen opdat een pluridisciplinaire opvolging van de patiënten met een acute beroerte mogelijk is zowel tijdens de behandeling als erna.
Tijdens deze raadplegingen is een geneesheer-specialist in de neurologie, een geneesheer-specialist in de neurochirurgie en een geneesheer-specialist in de radiologie beschikbaar.
Onderafdeling 2. - Kwaliteitsopvolging
Art. 28. Een gespecialiseerd zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures" neemt deel aan de registratie van de invasieve procedures die het zorgprogramma uitvoert evenals hun resultaten in termen van herstel van neurologische functies, mortaliteit en complicaties in functie van de ernst van de pathologie van de patiënten.
Op basis van de in het eerste lid bedoelde registratie stelt het zorgprogramma jaarlijks een rapport op waarin de effectieve mortaliteit wordt vergeleken met de mortaliteit voorspeld in functie van de kenmerken van de patiënt. Het rapport wordt overgemaakt aan het in artikel 29 bedoelde college van geneesheren.
HOOFDSTUK IV. - Het College voor acute beroertezorg
Art. 29. Met het oog op de interne en externe toetsing wordt een College voor de zorgprogramma's `beroertezorg' opgericht dat naast de opdrachten bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 15 februari 1999 betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen eveneens tot opdracht heeft:
1° het uitwerken van modellen van pluridisciplinaire kwaliteitshandboeken voor beroertezorg voor de verschillende zorgprogramma's;
2° het uitwerken van een model voor het in artikel 28, tweede lid, bedoelde rapport;
3° het benchmarken van elk zorgprogramma met gelijkaardige zorgprogramma's in andere ziekenhuizen aan de hand van het in artikel 28, tweede lid, bedoelde rapport;
4° de bekendmaking van de in artikel 28, tweede lid, bedoelde resultaten/rapporten.
Art. 30. Het aantal geneesheren van het College van geneesheren voor acute beroertezorg, belast met de externe toetsing van de kwaliteit van de medische activiteit, wordt vastgesteld op achttien.
Voornoemd college wordt als volgt samengesteld :
1° de afdeling "Neurologie" telt tien leden;
2° de afdelingen "Neurochirurgie" en "Interventionele radiologie" tellen elk vier leden.
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 31. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2014.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 april 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie voor intensieve zorg moet voldoen om erkend te worden
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 66;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 april 1998 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de functie voor intensieve zorg;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 april 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie voor intensieve zorg moet voldoen om erkend te worden;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Programmatie en Erkenning, gegeven op 11 oktober 2012;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 februari 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 14 maart 2014;
Gelet op advies nr. 55.548/3 van de Raad van State, gegeven op 31 maart 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 27 april 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie voor intensieve zorg moet voldoen om erkend te worden, gewijzigd bij de besluiten van 28 april 1999 en 9 februari 2001, wordt een artikel 11/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 11/1. Indien het ziekenhuis dat beschikt over een erkende functie voor intensieve zorg tevens beschikt over een erkend gespecialiseerd zorgprogramma `acute beroertezorg met invasieve procedure, beschikt de functie intensieve zorg ten behoeve van bedoeld gespecialiseerd zorgprogramma over bedposities, bestemd voor patiënten met een acute beroerte die hun vitale functies bedreigt. Deze bedposities zijn speciaal uitgerust voor patiënten die nood hebben aan invasieve monitoring en gespecialiseerde cardiovasculaire ondersteuning. Ze beschikken over alle nuttige faciliteiten voor intensieve behandeling in geval van shock met secundair of complicerend falen van andere orgaansystemen.".
Art. 2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 13/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 13/1. Indien het ziekenhuis dat beschikt over een erkende functie voor intensieve zorg tevens beschikt over een erkend gespecialiseerd zorgprogramma `acute beroertezorg met invasieve procedure, beschikt de functie intensieve zorg ten behoeve van bedoeld gespecialiseerd zorgprogramma over minstens 2 artsen houder van de bijzondere beroepstitel in de intensieve zorg die over een verworven en onderhouden bekwaming in de neurokritische zorg beschikken.".
Art. 3. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2014.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit waarbij sommige bepalingen van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, toepasselijk worden verklaard op het netwerk `beroertezorg'
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 11, § 3;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Programmatie en Erkenning, gegeven op 11 oktober 2012;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 19 februari 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 14 maart 2014;
Gelet op advies nr. 55.550/3 van de Raad van State, gegeven op 31 maart 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. De artikelen 20, 66, 67, 72 - met uitzondering van de bepaling die de integratie in het in artikel 36 bedoeld programma als erkenningsnorm oplegt -, 73, 74, 75, 76, 78 en 92 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, zijn van overeenkomstige toepassing op het netwerk `beroertezorg'.
Art. 2. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2014.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de erkenningsnormen voor het netwerk `beroertezorg'FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikelen 11, 20, 66 en 67;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 april 2014 waarbij sommige bepalingen van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, toepasselijk worden verklaard op het netwerk `beroertezorg', artikel 1;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Programmatie en Erkenning, gegeven op 11 oktober 2012;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 februari 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 14 maart 2014;
Gelet op advies nr. 55.549/3 van de Raad van State, gegeven op 31 maart 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Het netwerk `beroertezorg' is gericht op het aanbieden van zorgcircuits binnen een bepaald gebied aan patiënten met een acute beroerte, in het kader van een instellingsoverschrijdende juridisch geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst.
Art. 2. Het netwerk `beroertezorg' biedt minstens een zorgcircuit voor patiënten met een acute ischemische beroerte en een acute hemorragische beroerte aan, dat bestaat uit volgende modaliteiten:
1° bij tussenkomst van een mobiele urgentiegroep duidt de arts van deze mobiele urgentiegroep in toepassing van het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel, een ziekenhuis dat beschikt over een basiszorgprogramma "acute beroertezorg" of een gespecialiseerd zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures", aan als meest aangewezen ziekenhuis.
De arts van de mobiele urgentiegroep begeleidt de patiënt tot aan de functie gespecialiseerde spoed of verzekert dat de zorg voor de patiënt wordt overgenomen door een geneesheer van bedoeld ziekenhuis;
De arts van de mobiele urgentiegroep draagt de nodige medische informatie over aan de behandelende spoedarts en neuroloog.
2° indien de patiënt zich bevindt in een ziekenhuis of dienst van een ziekenhuis, of zelf toekomt op de spoedgevallendienst van een ziekenhuis dat niet beschikt over een basiszorgprogramma "acute beroertezorg" of gespecialiseerd zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures", wordt hij onverwijld, eventueel onder begeleiding van een geneesheer of een mobiele urgentiegroep, overgebracht naar een ziekenhuis met een basiszorgprogramma "acute beroertezorg" of zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures".
De opname van de patiënt in laatst genoemd ziekenhuis gebeurt volgens de modaliteiten bedoeld in 1°, tweede lid;
3° indien de patiënt zich in een ziekenhuis bevindt dat beschikt over een basiszorgprogramma "acute beroertezorg" of gespecialiseerd zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures" dat evenwel niet de vereiste zorg kan bieden, neemt het ziekenhuis contact op met een ander ziekenhuis van het netwerk waarvan het deel uitmaakt of met de medisch coördinator van het netwerk. De medisch coördinator bedoeld in artikel 4 kan het ziekenhuis aanduiden waarnaar de patiënt voor behandeling wordt overgebracht.
Bij de overbrenging van de patiënt wordt erop toegezien dat de zorg van de patiënt wordt overgenomen door een geneesheer van bedoeld ziekenhuis. Aan deze geneesheer wordt bovendien de nodige medische informatie overgedragen;
4° zo snel als mogelijk na de acute fase wordt de patiënt voor nazorg en revalidatie overgebracht naar een afdeling voor revalidatie hetzij in het ziekenhuis waar de behandeling plaatsvond, hetzij naar het verwijzend ziekenhuis, hetzij naar een ziekenhuis dat dichter gelegen is bij de thuisomgeving van de patiënt, zonder afbreuk te doen aan de vrije keuze van de patiënt.
De overbrenging van de patiënt gaat gepaard met een overdracht van de nodige medische informatie met name een verslag van de diagnose en de behandeling evenals richtlijnen voor acute zorgverstrekking en secundaire preventie.
Art. 3. Van het netwerk `beroertezorg' kunnen minstens volgende zorgaanbieders deel uitmaken:
1° ziekenhuizen zonder specifieke erkenning op het vlak van beroertezorg;
2° ziekenhuizen met een erkenning voor een basiszorgprogramma "acute beroertezorg";
3° ziekenhuizen met een erkenning voor een gespecialiseerd zorgprogramma "acute beroertezorg met invasieve procedures";
4° huisartsenkringen zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;
5° een ziekenhuis dat beschikt over een erkende MUG-functie.
In elk netwerk is minstens een zorgaanbieder van elk van voornoemde categorieën vertegenwoordigd, met uitzondering van een ziekenhuis zoals bedoeld onder 1° van het vorige lid en met uitzondering van een huisartsenkring zoals bedoeld onder 4° van het vorige lid.
De zorgaanbieders bevinden zich in het gebied dat door het netwerk wordt bestreken.
De in het eerste lid bedoelde zorgaanbieders die zich in het gebied dat door het netwerk wordt bestreken bevinden, hebben de mogelijkheid om zich bij het netwerk aan te sluiten.
Onder voorbehoud van hetgeen bepaald in het tweede lid maakt elke zorgaanbieder deel uit van een of meerdere netwerken en minstens van het dichtstbij zijnde netwerk.
Art. 4. Voor de medische coördinatie zoals bedoeld in artikel 2, 3°, beschikt het netwerk over een medisch coördinator. Bedoelde coördinator is een geneesheer-specialist in de neurologie die wordt aangeduid volgens de modaliteiten bepaald in de juridisch geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst.
De medisch coördinator voert zijn taak uit in samenspraak met de deelnemende zorgaanbieders zoals nader uitgewerkt in de juridisch geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst.
Art. 5. § 1. Het netwerk `beroertezorg' beschikt over een overlegorgaan bestaande uit de deelnemende zorgaanbieders.
Bij dit overleg worden ten minste jaarlijks alle patiëntenverenigingen die relevant zijn met betrekking tot beroertezorg betrokken.
§ 2. Het overlegorgaan heeft als opdrachten :
1° waken over de uitvoering van de instellingsoverschrijdende juridisch geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst;
2° nemen van initiatieven met het oog op het verbeteren van de kwaliteit van de zorgverlening.
In het bijzonder worden er afspraken gemaakt in verband met het verwijzen en terugverwijzen van patiënten;
3° uitwerken van modaliteiten van gemeenschappelijke procesbewaking en kwaliteitsopvolging van doorverwezen en terugverwezen patiënten;
4° afspraken maken omtrent nazorg en revalidatie met inbegrip van de secundaire preventie;
5° overleg plegen met andere zorgaanbieders over het uitwerken van bijkomende zorgcircuits en bij het uitwerken van kwaliteitsprocessen;
6° de zorgaanbieders bedoeld in artikel 3 ondersteunen bij het opstellen van het multidisciplinair kwaliteitshandboek zoals bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma's "beroertezorg" moeten voldoen om erkend te worden;
7° afspraken maken omtrent het financieel ten laste nemen door het netwerk van de kosten van het vervoer van de patiënten tussen de ziekenhuizen die deel uitmaken van het netwerk;
8° overleg plegen met zorgaanbieders op het vlak van beroertezorg die geen deel uitmaken van het netwerk en hen sensibiliseren;
9° ten minste jaarlijks overleg plegen met alle patiëntenverenigingen die relevant zijn met betrekking tot beroertezorg.
§ 3. Het overlegorgaan komt minstens 1 maal per jaar samen voor het uitvoeren van haar opdrachten.
Het overlegorgaan stelt een huishoudelijk reglement in verband met haar organisatie en werking op.
Art. 6. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2014.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX

2024.123

Online-infosessie: co-governance voor artsen in ziekenhuisbestuur (17/9 om 20u)

 

In het groter kader van de aan gang zijnde hervorming van de ziekenhuisfinanciering ligt ook het dossier van de co-governance van de artsen in het ziekenhuisbestuur op tafel.

Meer nog, het is zelfs ASGB/Kartel geweest die dit als eerste geïnitieerd heeft en dit op ons congres van maart 2023, zie ppt als bijlage bij dit bericht, waarna ook de andere ‘partijen’ er zijn over gaan nadenken. Op de ad hoc werkgroep inzake de ziekenhuishervorming o.l.v. Johan Kips dient dit de komende maanden gefinaliseerd te worden.

2024.123

Online-infosessie: co-governance voor artsen in ziekenhuisbestuur (17/9 om 20u)

 

In het groter kader van de aan gang zijnde hervorming van de ziekenhuisfinanciering ligt ook het dossier van de co-governance van de artsen in het ziekenhuisbestuur op tafel.

Meer nog, het is zelfs ASGB/Kartel geweest die dit als eerste geïnitieerd heeft en dit op ons congres van maart 2023, zie ppt als bijlage bij dit bericht, waarna ook de andere ‘partijen’ er zijn over gaan nadenken. Op de ad hoc werkgroep inzake de ziekenhuishervorming o.l.v. Johan Kips dient dit de komende maanden gefinaliseerd te worden.

2024.122

RIZIV-toelichting over gebruik nieuwe nomenclatuurnummers voor bezoek WZC

 

We hebben u al gemeld dat er sinds 1 juni 2024 een nieuwe regeling bestaat voor bezoeken door huisartsen in een WZC, zie https://asgb.be/node/28817.

Idem voor dergelijke bezoeken door bepaalde artsen-specialisten, zie https://asgb.be/node/28823.

Welnu, op de website van het RIZIV werd op 30 augustus jl. bijkomende toelichting over het gebruik van deze nieuwe nummers gepubliceerd. Klik hiervoor op de onderstaande link: