erkenning van huisartsen

ASGB-BERICHT 2017.149

Geachte collega

In het BS van 31/10/2017 verscheen een MB i.v.m. de criteria voor de erkenning van huisartsen.

met collegiale groeten, het ASGB-bestuur


Publicatie:2017-10-31

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

6 OKTOBER 2017. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 1 maart 2010 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van huisartsenDe Minister van Volksgezondheid,
Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 88;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen;
Gelet op het ministerieel besluit van 1 maart 2010 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van huisartsen;
Gelet op het advies van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen, gegeven op 23 februari 2017;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 31 mei 2017;
Gelet op advies 61.761/2/V van de Raad van State, gegeven op 10 augustus 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Besluit :
Artikel 1. In het ministerieel besluit van 1 maart 2010 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van huisartsen, wordt een artikel 2/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 2/1. In afwijking van artikel 1, zullen kandidaat-huisartsen, houder van een universitair attest voor de jaren 2018 tot en met 2024, in het kader van hun specifieke opleiding in de huisartsgeneeskunde, zes maand stage gevolgd tijdens het zesde jaar van de opleidingscyclus die leidt tot het diploma van arts kunnen valoriseren. Deze valorisatie is enkel mogelijk voor zover die stage de aspecten van het klinisch werk relevant voor de huisartsgeneeskunde omvat en verricht werd in een erkend ziekenhuis dat over de nodige uitrusting en diensten geschikt voor huisartsgeneeskunde beschikt."
Art. 2. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden "deze beantwoordt aan de voorwaarden uitgevaardigd door de Minister bevoegd voor Volksgezondheid." vervangen door de woorden "een minimale activiteitsgraad van 50 % wordt behaald."
Art. 3. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
" § 3. Van de artikelen 2 tot en met 8 kan afgeweken worden voor de artsen die onderzoek verricht hebben omtrent de huisartsgeneeskunde in het kader van een wetenschappelijke stage. Deze wetenschappelijke stage heeft een maximale duur van twaalf maanden en kan à rato van 50 % meegerekend worden als professionele stage."
Brussel, 6 oktober 2017.
M. DE BLOCK

2024.122

RIZIV-toelichting over gebruik nieuwe nomenclatuurnummers voor bezoek WZC

 

We hebben u al gemeld dat er sinds 1 juni 2024 een nieuwe regeling bestaat voor bezoeken door huisartsen in een WZC, zie https://asgb.be/node/28817.

Idem voor dergelijke bezoeken door bepaalde artsen-specialisten, zie https://asgb.be/node/28823.

Welnu, op de website van het RIZIV werd op 30 augustus jl. bijkomende toelichting over het gebruik van deze nieuwe nummers gepubliceerd. Klik hiervoor op de onderstaande link:

2024.121

Huisartsen: formulier tegemoetkoming zorgcontinuïteit beschikbaar

 

Op 14 augustus jl. hebben we u al gemeld dat er twee nieuwe premies voor de ondersteuning van huisartsenpraktijken in voege getreden zijn; zie https://asgb.be/node/28876.

Eén van deze premies is de tegemoetkoming inzake zorgcontinuïteit

2024.120

Vertraging voor RIZIV-sociaal statuut van 2023

 

Het RIZIV laat vandaag, 28 augustus 2024, weten dat er een maand vertraging opgetreden is in het berekenen van de premiebedragen voor 2023 (inzake RIZIV-sociaal statuut voor geconventioneerde zorgverleners).

Dit heeft onder meer de volgende twee gevolgen.

Ten eerste heeft u nu een maand langer de tijd (tot 30 september i.p.v. 31 augustus) om in ProGezondheid na te gaan of men u wel het juiste bedrag toekent.