Roerende voorheffing 2013

Beste leden,

Aangezien we regelmatig geconfronteerd worden met vragen van leden m.b.t. hun BVBA (opportuniteit naar oprichting en ontbinding) sturen we u dit bericht waarbij u op de hoogte wordt gebracht van de recente overheidsmaatregelen, vnl. rond roerende voorheffing.

Tijdens de diverse begrotingsrondes van de regering Di Rupo werden allerhande wijzigingen doorgevoerd in de berekening van de roerende voorheffing, ook de roerende voorheffing die verschuldigd is op dividenden die u desgevallend uit uw BVBA haalt.

Zoals u weet is de roerende voorheffing verschuldigd op “inkomsten uit roerende goederen” (dus vnl. intresten en dividenden). Deze belasting wordt aan de bron ingehouden (dus vooraleer de gelden uitgekeerd worden).

In 2012 werd reeds bepaald dat er een uniform tarief van 25% roerende voorheffing zou ingevoerd worden. Dit is van toepassing op bankintresten, dividenden uit vennootschappen en liquidatieboni. Voor dividenden uit vennootschappen (ook uw eigen BVBA) betekende dit een verhoging van 15% naar 25%.  Sommigen onder u namen hierdoor het voornemen om hun BVBA te ontbinden om aan het tarief van 25 % te ontsnappen.

In 2013 werd er echter een mogelijkheid voorzien om toch nog dividenden aan 15% uit te keren bij winstverdeling in vennootschappen. Daartegenover staat dan weer dat in de loop van dit jaar de roerende voorheffing op liquidatieboni  van 10% naar 25% verhoogd werd.

We proberen hierna een aantal zaken op een rijtje te zetten. Het is niet meteen noodzakelijk om bestaande vennootschappen voortijdig te liquideren.

• Nieuw kapitaal – RV 15%

Om de financiering van KMO’s te vergemakkelijken, heeft de overheid het nu aantrekkelijker gemaakt om hiervoor eigen persoonlijk kapitaal te gebruiken.

Kapitaalverhogingen die vanaf 1 juli 2013 gedaan worden komen in aanmerking voor een tarief van 15% roerende voorheffing i.p.v. 25% bij dividenduitkering.

Let op: Dit telt slechts voor dividenden die ten vroegste het 3de boekjaar na de kapitaalverhoging uitgekeerd worden!

Er is een minimum kapitaal van € 18.550 nodig vooraleer deze maatregel toegepast mag worden. Bij een aantal vennootschapsvormen waarvoor geen minimum kapitaal vastgelegd is (bv. GCV, VOF, CommV, CVOA), kan dus eventueel een aanzienlijke verhoging van het kapitaal noodzakelijk zijn.

BVBA’s voldoen automatisch al aan deze voorwaarde.

Voorbeeld

Bestaand kapitaal op 30 juni 2013 was € 5.000.

Kapitaalverhoging op 1 juli 2013 van € 15.000.

Dividenduitkering van € 10.000 op 31 december 2016.

Er moet 25% RV ingehouden worden op 1/4de van deze € 10.000 omdat 1/4de van het kapitaal reeds aanwezig was voor 1 juli 2013. Op de overige 75% van het dividend moet er dan slechts 15% RV ingehouden worden.

Het verleidelijke idee om eerst het kapitaal te verlagen om het dan weer te verhogen, wordt meteen getackeld door de overheid. Er wordt daarbij al met alle kapitaalverlagingen vanaf 1 mei 2013 rekening gehouden.

• Nieuwe vennootschappen

Vennootschappen die opgericht worden vanaf 01/07/2013 genieten van hetzelfde ‘gunsttarief’ van 15%. Het kapitaal dat voor deze vennootschappen gebruikt wordt, moet aan dezelfde voorwaarden voldoen als bij kapitaalverhogingen in bestaande vennootschappen (o.a. aandelen moeten op naam zijn).

• Bestaand kapitaal

Het kapitaal dat reeds aanwezig is in de vennootschap wordt op 2 manieren extra belast:

1.      Verhoging RV op dividenden van 15% naar 25%

2.      Verhoging RV op liquidatieboni van 10% naar 25%

 Verhoging RV op dividenden van 15% naar 25%

Aan deze eerste maatregel valt er niet veel te verhelpen. Dividenden op het bestaande kapitaal zullen steeds aan 25% belast worden. Via voorgaande maatregel i.v.m. kapitaalverhogingen kan u er dus wel voor zorgen dat u ten minste op een gedeelte van het dividend aan een lager percentage RV zit.

Verhoging RV op liquidatieboni van 10% naar 25%

De verhoging van liquidatieboni naar 25% is zo mogelijk een nog zwaardere verhoging dan deze op dividenden. Veel zelfstandigen zullen zich dan ook (terecht?) bestolen voelen.

Het is namelijk zo dat de opgepotte reserves in de vennootschap tot nu toe aan een voordeeltarief van 10% uit de vennootschap gehaald konden worden op het moment van stopzetting (liquidatie) van de activiteit.

Zeker zelfstandigen die stilaan de pensioenleeftijd naderen, zien zo onverwacht een mogelijk substantiële som geld in rook opgaan.

a.       Liquidatie voor 1 oktober 2014 blijft aan 10% RV

Indien de vennootschap stopgezet wordt voor 1 oktober 2014 hoeft u zich niets aan te trekken van deze nieuwe maatregelen. Het tarief blijft tot op die datum gewoon 10%.

b.      Incorporatie van de reserves in het kapitaal

Het stopzetten van de activiteiten is uiteraard niet voor iedereen de goede oplossing.

Daarom is er een 2de mogelijkheid om nog van het 10% RV tarief te genieten.

De reeds opgebouwde reserves dienen daarom geïncorporeerd te worden in het kapitaal. Indien daarvoor gekozen wordt, dan is de 10% RV op dat kapitaal onmiddellijk verschuldigd.

Bij stopzetting van de activiteiten vanaf het 5de jaar na deze incorporatie kan dit kapitaal aan 0% RV uit de vennootschap gehaald worden.

Indien er toch vroeger een kapitaalverlaging zou gedaan worden, dan dient er bovenop de reeds betaalde 10% nog bijkomende RV betaald te worden:

-        In de eerste 2 jaar na de incorporatie bedraagt de extra RV 15%

-        In het derde jaar nog slechts 10% extra te betalen

-        In het vierde jaar dan nog 5% extra RV.

 Aan deze  incorporatie is nog een bijkomende voorwaarde verbonden:

Er dient in het jaar van de incorporatie een dividend uitgekeerd te worden dat ‘normaal’ is in vergelijking met de voorgaande jaren. Sommigen zouden misschien in de verleiding komen om slechts een laag dividend uit te keren en al de rest van de winst te incorporeren in het kapitaal om zo op termijn 15% te winnen. Hiervoor heeft de overheid een formule ontwikkeld die rekening houdt met de winst van het boekjaar en de dividenden van de voorbije 5 jaar.

• Conclusie

 De overheid wil een voordelig RV tarief invoeren om KMO’s vers kapitaal te bezorgen (via kapitaalverhogingen of oprichting van nieuwe vennootschappen). Tegelijk met deze maatregel worden allerlei voorwaarden ingevoerd die moeten verhinderen dat kapitaal dat reeds aanwezig is in bestaande vennootschappen versluisd wordt om toch ook maar van dit gunsttarief gebruik te kunnen maken. Het is dus van belang dat alle handelingen i.v.m. dividenden en kapitaal in deze optiek bekeken worden.

Met vriendelijke groeten, ASGB-studiedienst

in samenwerking met Marijke Deruytter, Boekhouder/Fiscalist