Meldingsplicht bij de BTW-administratie voor kostendelende groeperingen

ASGB-BERICHT 2016.148

 

Geachte Collega

De overheid voert met een niet aflatende ijver nieuwe regelgeving in!

Dit keer gaat het over de BTW die in sommige gevallen zou verschuldigd zijn door kostendelende groeperingen (KDG) op kosten die doorgerekend worden aan of verdeeld worden tussen de leden.(zie circulaire in bijlage 1)

Een artsenassociatie (kostenassociatie, maatschap) waar bepaalde kosten gemeenschappelijk zijn en waar die kosten volgens bepaalde verdeelsleutels onder de associés verdeeld worden is in veel gevallen een kosten delende groepering.

MAAR er is echter voorzien dat indien de KVG aan een aantal voorwaarden voldoet, er geen BTW moet aangerekend worden op de interne kostenafrekeningen.

Welke zijn die voorwaarden? 

° Er moet een samenwerkingsovereenkomst afgesloten worden. Nagenoeg alle associaties hebben een dergelijk contract. Een feitelijke vereniging volstaat. Het is niet nodig een overkoepelende rechtspersoon/vennootschap op te richten.

° De groepering heeft een eigen naam en adres en er wordt een beheerder of  verantwoordelijke, aangesteld om de communicatie met de overheid te verzorgen. Ook hier beantwoorden de meeste associaties aan.

° De associatie moet een eigen bankrekening hebben en een eigen boekhouding voeren, afzonderlijk van de boekhouding van de leden. Er worden geen speciale eisen gesteld waaraan de boekhouding moet beantwoorden. De boekhouding moet wel elk jaar aan de leden bezorgd worden.

° De bijdrage of vergoeding die de leden van de associatie betalen, mag enkel de betaling dekken van het deel van een lid of associé in de gemeenschappelijke kosten.

° Meldingsplicht. Dit is nieuw. In principe moeten alle KDG vóór 31 januari 2017 een aangetekend schrijven zenden aan het plaatselijk BTW-kantoor. (zie lijst BTW-kantoren in bijlage 2)

Wat moet er dus concreet gebeuren?

Uiterlijk tegen 31 januari 2017 moet volgende info AANGETEKEND bezorgd worden aan het bevoegde BTW-kantoor.

° Benaming van de zelfstandige groepering en ondernemingsnummer (indien dit al bestaat)

° Adres

°  Samenwerkingscontract van de groepering

°  Datum van aanvang van de activiteiten

° Aard van de activiteiten

° Ledenlijst:

- voor leden-natuurlijke personen: naam, adres, rijksregisternummer, aard activiteit;

- voor leden-vennootschappen: naam, ondernemingsnummer, maatschappelijke zetel.

Latere wijzigingen (leden die uit de groepering treden of nieuwe toetredende leden) moeten eveneens gemeld worden

° Beheerder : dit is het lid dat als contactpersoon, aanspreekpunt zal optreden bij de BTW.

Met collegiale groeten, het ASGB-bestuur

2024.063

Nieuwe regels voor tegemoetkoming in medisch materiaal inzake prostaatheelkunde

 

Op 6 mei 2024 is een ministerieel besluit gepubliceerd dat nieuwe voorwaarden en cumulregels introduceert voor de tegemoetkoming in medisch materiaal inzake prostaatheelkunde.

Deze nieuwe voorwaarden en regels treden in voege op 1 juni 2024.

U vindt de integrale tekst van het nieuwe MB in de pdf als bijlage. 

2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor bezoek in WZC door bepaalde arts-specialisten

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook bepaalde artsen-specialisten die een bezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn er drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist.