Toelage aan de representatieve artsenorganisaties

ASGB-BERICHT 2017.158

Geachte collega

In het BS van 23/11/2017 verscheen een KB i.v.m. de toelage aan de representatieve artsenorganisaties.

met collegiale groeten, het ASGB-bestuur


Publicatie: 2017-11-23

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
12 NOVEMBER 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 februari 2007 tot vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de geneesheren

 

FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 36nonies, ingevoegd bij de wet van 22 december 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 februari 2007 tot vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de geneesheren;
Gelet op het voorstel van de Nationale Commissie Geneesheren-Ziekenfondsen van 7 maart 2016;
Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole, gegeven op 6 april 2016;
Gelet op het advies van het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging gegeven op 11 april 2016;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 juli 2016;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 26 oktober 2017;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat artikel 36nonies van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 bepaalt dat de Koning het bedrag van de financiële tegemoetkoming voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de geneesheren bepaalt die door artikel 211 van de voornoemde gecoördineerde wet worden beoogd; dat volgens artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 25 februari 2007 tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de geneesheren, dit bedrag enkele jaren wordt bepaald; dat het noodzakelijk is dat dit bedrag, zo snel mogelijk, ter beschikking staat van de representatieve beroepsorganisaties van de geneesheren voor het werk dat zij leveren binnen de instanties van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, dat het derhalve absoluut noodzakelijk is dat artikel 5, § 1, van het bovenbedoelde koninklijk besluit, dat de manier bepaalt waarop het toegekende jaarlijkse bedrag wordt betaald, zo snel mogelijk in werking treedt, zodat dit besluit, dat het bedrag voor de jaren 2015 tot en met 2018 bepaalt, zo snel mogelijk moet genomen en gepubliceerd worden;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 25 februari 2007 tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de geneesheren, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 april 2008 en 11 juni 2011, worden de paragrafen 2 en 3 als volgt vervangen:
« § 2. Vanaf 2015 tot en met 2018 wordt het basisbedrag bedoeld in § 1, 1°, vastgesteld op 111.283,00 euro en het aanvullend bedrag bedoeld in § 1, 2° vastgesteld op 51,45 euro per geldige uitgebrachte stem.
§ 3. Vanaf 2016 worden de bedragen bedoeld in § 2 aangepast aan de index van de consumptieprijzen die van kracht zijn op 1 maart van het betrokken jaar ».
Art. 2. In artikel 5, § 1, 1°, van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 april 2008 en 11 juni 2011, worden de woorden « en wat 2011 betreft, in de dertig dagen die volgen op de inwerkingtredingsdatum van de bedragen bedoeld in artikel 3, § 2; » vervangen door de woorden « en wat 2015 en 2016 betreft, in de dertig dagen die volgen op de inwerkingtredingsdatum van de bedragen bedoeld in artikel 3, § 2; ».
Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016.
Art. 4. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 november 2017.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
M. DE BLOCK

 

 

2024.122

RIZIV-toelichting over gebruik nieuwe nomenclatuurnummers voor bezoek WZC

 

We hebben u al gemeld dat er sinds 1 juni 2024 een nieuwe regeling bestaat voor bezoeken door huisartsen in een WZC, zie https://asgb.be/node/28817.

Idem voor dergelijke bezoeken door bepaalde artsen-specialisten, zie https://asgb.be/node/28823.

Welnu, op de website van het RIZIV werd op 30 augustus jl. bijkomende toelichting over het gebruik van deze nieuwe nummers gepubliceerd. Klik hiervoor op de onderstaande link:

2024.121

Huisartsen: formulier tegemoetkoming zorgcontinuïteit beschikbaar

 

Op 14 augustus jl. hebben we u al gemeld dat er twee nieuwe premies voor de ondersteuning van huisartsenpraktijken in voege getreden zijn; zie https://asgb.be/node/28876.

Eén van deze premies is de tegemoetkoming inzake zorgcontinuïteit

2024.120

Vertraging voor RIZIV-sociaal statuut van 2023

 

Het RIZIV laat vandaag, 28 augustus 2024, weten dat er een maand vertraging opgetreden is in het berekenen van de premiebedragen voor 2023 (inzake RIZIV-sociaal statuut voor geconventioneerde zorgverleners).

Dit heeft onder meer de volgende twee gevolgen.

Ten eerste heeft u nu een maand langer de tijd (tot 30 september i.p.v. 31 augustus) om in ProGezondheid na te gaan of men u wel het juiste bedrag toekent.