Het overmaken van voorschriften na teleconsultatie

ASGB-BERICHT 2020.046
Icoon thema telematica

 

De APB (Algemene Pharmaceutische Bond) maakte een overzicht van aanbevelingen m.b.t. het afleveren van geneesmiddelenvoorschriften na een teleconsultatie.

Het is duidelijk dat het opstellen van een elektronisch voorschrift, dat naar de patiënt wordt doorgestuurd, de voorkeur geniet.

Afzondering en teleconsultatie: wat met het overmaken van voorschriften?

Gezien de situatie van afzondering en de vele telefonische consultaties, moeten er duidelijke regels worden meegedeeld voor het elektronisch overmaken van voorschriften, van het bewijs van elektronisch voorschrift of van de RID-code (de specifieke code voor het lezen van het elektronisch voorschrift in de apotheek).

  1.  - Elk voorschrift of bewijs van voorschrift moet verplicht worden overgemaakt aan de patiënt. De vrije keuze moet worden gerespecteerd (wettelijk). Bovendien kan het gebeuren dat de patiënt om vele redenen niet naar de gekozen apotheek kan komen, vandaar dus overdracht aan de patiënt en niet aan de apotheek.

  2.  - Het wettelijk voorschrift maakt het mogelijk om terugbetaling te krijgen in de apotheek en daarom moet het elektronisch voorschrift voorrang krijgen.

    • Het downloaden van het wettelijk voorschrift na lezing van de RID-code (of eventueel door het manueel overnemen van de cijfer- en lettercode) gebeurt door de apotheker op de server van Recip-e. Het wettelijk voorschrift is in dat geval dus in de apotheek en maakt het mogelijk om de terugbetaling te krijgen.

    • Wanneer het voorschrift op papier gebeurt, moet het in de apotheek terechtkomen. Een foto van een papieren voorschrift die digitaal wordt doorgestuurd, is niet geldig.

  3.  - Indien de software van de arts het bewijs van elektronisch voorschrift per e-mail kan doorsturen aan de patiënt, is dat een interessante optie om de volgende redenen:

    •  - in geval van panne van het informaticasysteem van de apotheker, of bij een probleem met de verbinding, de toegang tot Recip-e of e-Health of MCN, kan de apotheker kennisnemen van de voorgeschreven medicatie en de continuïteit van de zorg garanderen.

    •  - in geval van een voorschrift van magistrale bereiding, van zuurstof, ... of andere producten dan geneesmiddelen, is het bewijs van elektronisch voorschrift nodig.

    •  - Opgelet: de overdracht via e-mail van een bewijs van elektronisch voorschrift valt niet onder de GDPR-regeling, maar...

  4.  - Indien bovenstaande niet mogelijk is, kan de RID-code worden doorgegeven op de smartphone van de patiënt of via elk ander middel (e-mail, ...) (dat valt onder GDPR). MAAR men moet beseffen dat niet noodzakelijk alle scanners van de apotheken een streepjescode op een smartphone kunnen lezen. Het is dus het beste om ook systematisch de omzetting van de RID- code in letters en cijfers door te geven die automatisch wordt gegenereerd met de streepjescode (RID). Die opeenvolging van cijfers en letters kan door de apotheker worden ingetikt om het elektronisch voorschrift te downloaden, zelfs wanneer het niet lukt om de RID-streepjescode te lezen.

• Opgelet: magistrale bereidingen, zuurstof, ... en andere producten dan geneesmiddelen worden niet altijd correct doorgegeven via het elektronisch voorschrift.

Ter herinnering: met de elektronische identiteitskaart (e-ID) is het enkel mogelijk om de patiënt te identificeren (INSZ-nummer), maar nooit om toegang te krijgen tot een elektronisch voorschrift.

 

 

 

 

 

2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor bezoek in WZC door bepaalde arts-specialisten

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook bepaalde artsen-specialisten die een bezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn er drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist. 

2024.060

Erkenningscriteria vastgelegd voor verpleegkundig specialist

 

Op 25 april 2024 is een KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist bepaalt.

Deze criteria treden wel pas in werking op 1 januari 2025.

Hierna vindt u de integrale tekst van het KB.

 

14 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria om de titel van verpleegkundig specialist te dragen