ASGB/kartel eist bijkomende financiering uit algemene middelen voor verderzetten van weekwacht in wachtposten tijdens de Covid-19 pandemie.

ASGB-BERICHT 2020.122

 

In het KB 20 van 13 mei 2020 staan de maatregelen, die worden getroffen om de problemen op te vangen, die worden veroorzaakt door de coronacrisis.

De wachtposten krijgen in art. 53 t/m 56 de mogelijkheid om een weekwacht te organiseren. Dit was belangrijk om de wachtbelasting te verminderen in een periode van grote drukte enerzijds en een vaak minder aantal beschikbare huisartsen om de wacht te doen, anderzijds.

Bij de bespreking van dit onderwerp tijdens de vergadering van de Nationale Commissie Artsen Ziekenfondsen (Medicomut) van 8 juni werd in een begeleidende nota gesteld dat dit project moest worden gezien binnen het ‘Experiment weekwacht’, zoals dat werd vastgelegd in het akkoord artsen-ziekenfondsen 2020 en dat het daarom gefinancierd wordt met het bedrag van 1,5 miljoen euro, dat voor dit project was voorzien.

Het ASGB/kartel vond dit een merkwaardige vaststelling, omdat het ‘Experiment’ uit het akkoord natuurlijk helemaal niet was voorzien voor het beheersen van problemen tijdens deze periode van crisis. Dit maakte bovendien dat daarmee nu reeds de helft van die 1,5 miljoen euro is opgebruikt door 15 wachtposten en dat het verderzetten van de financiering van de weekwacht op deze manier zou betekenen dat over drie maanden al het geld op is en dat andere wachtposten geen kans hebben gehad een project in te dienen.

De artsensyndicaten geraakten er niet uit. De BVAS drong erop aan eerst een evaluatie te doen van de voorbije drie maanden en zolang geen weekwachten meer te vergoeden.

Het Kartel ASGB/GBO/MoDeS vond dit geen goed signaal, maar zag ook niet direct een oplossing voor de verdere financiering, ook omdat niet goed geweten is hoeveel een wachtpost precies nodig heeft voor de weekwacht.

Ook Domus Medica, aanwezig in de medicomut als artsensyndicaat AADM had geen voorstellen wat betreft de financiering in de toekomst.

Het ASGB/kartel stelde echter achteraf vast dat in een nota, die op 5 juni werd voorgelegd aan de Algemene Raad van het RIZIV, waarin een opsomming wordt gegeven van de kosten, die tot nu toe werden gemaakt in het kader van KB 20, ook de post ‘huisartsenwachtposten’ is opgenomen voor een bedrag van 1 miljoen euro. In deze nota staat verder:

“Voor de financiering van de kosten COVID-19 zoals opgenomen in de overzichtstabel wordt er een beroep gedaan op een bijkomende financiering vanuit de overheid (algemene middelen).”

Als men nu gaat stellen dat de kosten voor de weekwacht tijdens de coronacrisis uit het budget van de huisartsen zelf moeten komen, is dat discriminerend. Thuisverpleegkundigen, psychologen, enz. moeten ook niet zelf opdraaien voor de extra maatregelen in hun sector.

Het ASGB/kartel heeft dit nu voorgelegd aan de administrateur-generaal van het RIZIV, de heer Jo De Cock, en erop aangedrongen de financiering van de 15 initiatieven weekwacht te laten verder lopen d.m.v. bijkomende financiering. Ondertussen kunnen dan financiële gegevens worden ingezameld.

 

2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor bezoek in WZC door bepaalde arts-specialisten

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook bepaalde artsen-specialisten die een bezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn er drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist. 

2024.060

Erkenningscriteria vastgelegd voor verpleegkundig specialist

 

Op 25 april 2024 is een KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist bepaalt.

Deze criteria treden wel pas in werking op 1 januari 2025.

Hierna vindt u de integrale tekst van het KB.

 

14 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria om de titel van verpleegkundig specialist te dragen