Gezamenlijk persbericht Kartel-BVAS i.v.m. verloning ASO

ASGB-BERICHT 2020.166

 

 

PERSBERICHT : 15 september 2020

 

BVAS en Kartel willen deftig loon voor ASO ’s

 

In een gezamenlijke brief aan Pedro Facon (directeur-generaal FOD Volksgezondheid) roepen de BVAS en het Kartel op om artsen-specialisten in opleiding (ASO ‘s) een contract aan te bieden met een bruto maandloon van 3.782 euro voor het eerste jaar tot 6.243 euro voor het zevende jaar. Naast een deftig loon hebben ASO ’s ook recht op een behoorlijke wachtvergoeding en extra voordelen.

 

“De werking van vele ziekenhuizen is zeer afhankelijk van de ASO”, staat er in de aanhef van de brief (*). In heel wat ziekenhuizen worden de wachtdiensten in grote mate en zelfs uitsluitend door ASO ’s ingevuld. De BVAS en het Kartel wijzen erop dat de forfaitaire permanentiehonoraria, die in grote ziekenhuizen kunnen oplopen tot ettelijke miljoenen, dienen om die permanenties te financieren.

 

Beide artsensyndicaten zijn voorstander van generieke contracten die de ASO, de stagemeester en het ziekenhuis afsluiten. Voor een basiscontract van 48u stellen ze een bruto maandloon voor dat oploopt van 3.782 euro in het eerste jaar, 3.933 euro in het tweede jaar, 4.083 euro in het derde, tot 6.243 euro in het zevende jaar.

 

Het basiscontract dat de BVAS en het Kartel voorstellen, bevat ook concrete bedragen voor de wachtdiensten. Voor een nachtelijke intramurale wacht mag een ASO rekenen op een vergoeding van minstens 150 euro tijdens de week en 300 euro tijdens het weekend en op feestdagen. Voor oproepbare wachtdiensten hebben ASO’s recht op een forfaitaire vergoeding van 50 euro tijdens de week en 75 euro tijdens het weekend of op een feestdag.

 

Als het van de BVAS en het Kartel afhangt, heeft een ASO jaarlijks recht op 22 dagen vakantie en 11 dagen voor wetenschappelijk werk. De stagedienst moet een opleidingsbudget van om en bij de 1.000 euro voorzien.

 

Daarnaast kan het ziekenhuis de arts-specialist in opleiding ook extra voordelen toekennen zoals een groepsverzekering, onkostenvergoeding, hospitalisatieverzekering enzovoort. Deze extra voordelen worden niet in de collectieve overeenkomst opgenomen.

 

Dr. Reinier Hueting, voorzitter ASGB/Kartel

 

Dr. Philippe Devos, voorzitter BVAS-ABSyM

 

Dr. Robert Rutsaert, bestuurslid ASGB/Kartel 

 

Dr. Bart Dehaes, ondervoorzitter BVAS-ABSyM

 

 

 

 

 

 

 

2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor bezoek in WZC door bepaalde arts-specialisten

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook bepaalde artsen-specialisten die een bezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn er drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist. 

2024.060

Erkenningscriteria vastgelegd voor verpleegkundig specialist

 

Op 25 april 2024 is een KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist bepaalt.

Deze criteria treden wel pas in werking op 1 januari 2025.

Hierna vindt u de integrale tekst van het KB.

 

14 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria om de titel van verpleegkundig specialist te dragen