Zuurstof voor de zorg: € 20 extra per GMD van 2019

ASGB-BERICHT 2020.198
Icoon thema financiering

 

Minister Vandenbroucke had begin deze maand al aangekondigd de huisartsenpraktijken financieel te willen ondersteunen voor de administratieve overlast die het COVID-werk met zich meebrengt. Een extra bedrag van € 20 per GMD werd in het vooruitzicht gesteld.

Op de Medicomut van gisteren 16 november werd er over de concrete modaliteiten gesproken (onder de titel ‘zuurstof voor de zorg’). Daar is uit de bus gekomen dat

- Het zal gaan om de GMD’s dewelke voor 2019 op uw naam bekend zijn

- Er verder geen voorwaarden (inzake bv. besteding van het geld) aan verbonden zullen worden

- Het de bedoeling is dat de ziekenfondsen nog vóór 20 december 2020 de betrokken bedragen zouden storten. Deze deadline is echter nog onder voorbehoud, de praktische haalbaarheid ervan moet nog verder onderzocht worden.

Reacties

Mijn collega en ik startten een volledig nieuwe praktijk van nul per 1/1/2020 en tellen intussen 1500 GMD's. Gezien we als startende praktijk net de ondersteuning het hardst nodig hebben, zouden we met deze regelgeving er volledig buiten vallen ondanks ons harde werk. Is hier een oplossing voor?

Margot Verheyen

Ik heb ook een solopraktijk, gestart midden 2018 en die in 2020 dubbel zoveel GMD's kent als in 2019. Dit lijkt me inderdaad niet logisch dat niet gekeken wordt naar de actieve GMD's van 2020, terwijl dit net het jaar is waarin we dubbel zo hard moeten werken..

De Vil Lien

Wij begrijpen uw verzuchting en hebben hier ook op gewezen bij de bespreking in de medicomut.

Het ASGB/kartel had aan de minister voorgesteld om aan alle huisartsen hetzelfde bedrag toe te kennen, bovenop de basis praktijkpremie. Maar de regering wenste een snelle uitbetaling en dan is dit de eenvoudigste regeling. 

Reinier Hueting

 

 

Een extra financiële impuls wordt natuurlijk altijd in dank aanvaard, echter zal betaling nog voor eind van dit jaar een vergiftigd geschenk blijken voor de meesten. Wie kan nog in december plots een inkomst van enkele tienduizenden euro's compenseren met een uitgave? Meer dan de helft van die som kan je gewoon terug afgeven als belasting het jaar erop, dus eigenlijk geen faire deal. Bedoeling was ook om extra administratieve hulp hiermee in te schakelen, maar die kan ten vroegste pas starten volgende maand als je die vandaag nog aanwerft en grootste deel van dat loon volgt pas in 2021, dus som zou ook beter begin 2021 gestort worden. Kan syndicaat hier op aandringen aub? Op het eind van het jaar nog cadeautjes uitdelen goed wetende dat die zowiezo grotendeels terugvloeien naar de schatkist is niet zo koosjer me dunkt.

Hierop hebben wij gewezen in de medicomut. Uitbetalen in 2021 is moeilijk, omdat het budget van 160 miljoen is toegewezen voor 2020. Dat kan volgens de ingewikkelde rekenkunde van het RIZIV niet zomaar overgeheveld worden naar 2021. Er wordt alleszins bekeken of het realistisch is te verwachten dat de betaling nog voor 15 december gebeurt, zodat er zich geen probleem stelt voor de voorafbetaling aan de fiscus.

Reinier Hueting

 

 

Waarom niet kiezen voor een substantiële verhoging van het ereloon met 10 percent ? Tot zelfs een verdubbeling van het ereloon zo je iemand voltijds tewerkstelt ? Met eenmalige forfaits ga je de nakende werkloosheid niet te lijf ! Het is toch niet normaal dat een huisarts nog niet bekwaam is om een ongeschoolde arbeid(st)er fulltime tewerk te stellen. Sociaal zullen wij daar meer en meer op afgerekend worden. Wekelijks krijg ik vragen van mensen die radeloos naar een vaste job zoeken omdat ze het interim-gedoe moe zijn en me vragen of ik voor hen geen vast werk heb.

Frans Van Hove
2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor bezoek in WZC door bepaalde arts-specialisten

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook bepaalde artsen-specialisten die een bezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn er drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist. 

2024.060

Erkenningscriteria vastgelegd voor verpleegkundig specialist

 

Op 25 april 2024 is een KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist bepaalt.

Deze criteria treden wel pas in werking op 1 januari 2025.

Hierna vindt u de integrale tekst van het KB.

 

14 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria om de titel van verpleegkundig specialist te dragen