Reactie ASGB/kartel op  ‘ethische nota’ van de CM

ASGB-BERICHT 2021.021
Icoon thema honorarium

 

Het ASGB/kartel heeft kennis genomen van de nota 'Redelijke en verantwoorde verloning voor artsen binnen de gezondheidszorg: Aanzet tot ethische reflectie’ van de CM en het interview met de heer Luc Van Gorp, voorzitter van de CM, in de krant De Morgen van 1 februari 2021.

Met de grote lijnen zijn we het  uiteraard eens. Herijking is immers al jaren een van de belangrijkste programmapunten van ASGB/kartel. We hebben er al meerdere symposia aan gewijd én wij gaven de opdracht aan het team van prof Annemans voor zijn studie.

Vermits het niet mogelijk is om een tarievenakkoord af te sluiten zonder de ziekenfondsen, is het evenwel erg verwonderlijk dat we van hen zelden of nooit steun krijgen om de beperkte middelen prioritair te besteden aan ondergewaardeerde verstrekkingen zoals de raadplegingen.

De vergelijking van het artseninkomen met dat van de premier houdt geen steek. Elementen als duur van de opleiding, persoonlijke verantwoordelijkheid, wachtdiensten, zelfstandigenstatuut aan de ene kant t.o.v. riant pensioen en goed betaalde uitloopbanen aan de andere kant trekken iedere vergelijking scheef.

De discussie over de verloning van artsen moet niettemin  zeker plaats vinden, maar het is ook duidelijk dat  eerst de ziekenhuizen voldoende gefinancierd moeten worden, mét co-governance en medebeslissingsrecht van de artsen. De ziekenhuizen zijn nu nog afhankelijk van de afhoudingen op de erelonen van de specialisten die er werken. Financiering van de ziekenhuizen en verloning van de artsen moeten beter gescheiden worden. Deze discussie is bovendien veel genuanceerder dat het louter voorstellen van een minimum en maximum. Het principe van loon naar werk moet voor ons steeds behouden blijven. In dit kader kunnen we overigens verwijzen naar een recent opiniestuk in Knack dat u ook op onze website kunt terugvinden via deze link.

Ten slotte is het wat merkwaardig dat deze communicatie nu gepubliceerd wordt op een ogenblik dat in tal van werkgroepen een herziening van de volledige nomenclatuur in bespreking is.

Namens ASGB

Dr. R. Hueting, voorzitter

Dr. T. Gevaert, voorzitter specialistenvleugel

Dr. R. Rutsaert, bestuurslid

 

De nota van de CM kunt u lezen via deze link.

2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor bezoek in WZC door bepaalde arts-specialisten

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook bepaalde artsen-specialisten die een bezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn er drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist. 

2024.060

Erkenningscriteria vastgelegd voor verpleegkundig specialist

 

Op 25 april 2024 is een KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist bepaalt.

Deze criteria treden wel pas in werking op 1 januari 2025.

Hierna vindt u de integrale tekst van het KB.

 

14 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria om de titel van verpleegkundig specialist te dragen