KB voor tweede betaling van COVID-beschermingsmateriaal gepubliceerd
Mee op aandringen van ASGB/Kartel hebben artsen recht gekregen op een financiële tegemoetkoming voor de kosten die ze moeten maken om beschermingsmateriaal aan te kopen. Een eerste keer heeft u in dat verband een betaling ontvangen in december 2020 en dit bedrag had betrekking op de periode mei t.e.m. augustus 2020.
De tweede betaling heeft betrekking op de prestaties van de periode september 2020 t.e.m. november 2020. De betaling hiervan die in eerste instantie voor eind maart 2021 was voorzien, laat nog steeds op zich wachten. Er komt echter schot in de zaak, vermits het KB dat deze betaling moet officialiseren, op 25 juni jl. gepubliceerd werd. Dit KB stipuleert dat de betaling uiterlijk vóór 31 augustus 2021 moet gebeuren.
Hieronder kunt u de integrale tekst van het KB nalezen.
Publicatie : 2021-06-25
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
20 JUNI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 september 2020 tot vaststelling van een tijdelijke financiële tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, in het kader van de COVID-19 pandemie
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, artikel 71;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 september 2020 tot vaststelling van een tijdelijke financiële tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, in het kader van de COVID-19 pandemie;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 5 oktober 2020 met toepassing van artikel 2, eerste lid, van het voornoemde koninklijk besluit nr. 20;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 24 januari 2021;
Gelet op de weigering van akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 6 mei 2021;
Gelet op het besluit van de Ministerraad van 21 mei 2021 om voorbij te gaan aan de weigering van akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat dit ontwerp in het bijzonder voorziet in de verlenging van de tijdelijke financiële tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, in het kader van de COVID-19 pandemie, voor de periode van 1 september 2020 tot 30 november 2020;
Overwegende dat het noodzakelijk is om de modaliteiten van de verlenging van de tijdelijke financiële tussenkomst in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen in het kader van de COVID-19 pandemie snel te beveiligen voor de zorgverleners, vermits sedert 4 mei 2020 geen enkel bedrag aan de rechthebbende kan worden aangerekend;
Gelet op het advies nr. 69.464/2 van de Raad van State, gegeven op 3 juni 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 30 september 2020 tot vaststelling van een tijdelijke financiële tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, in het kader van de COVID-19 pandemie worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid wordt aangevuld met de bepalingen onder 8° en 9°, luidende:
"8° beoefenaars van de verpleegkunde;
9° zorgkundigen."
2° in het tweede lid worden de woorden ", met uitzondering van de geneeskundige verstrekkingen bedoeld in artikel 8 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen" opgeheven.
Art. 2. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "en ten laatste op 31 december 2020" vervangen door de woorden "ten laatste op 31 december 2020 en, voor de periode van 1 september 2020 tot 30 november 2020, ten laatste op 31 augustus 2021";
2° in het eerste lid worden de woorden "op 31 oktober 2020" vervangen door de woorden "op 31 oktober 2020 en, voor de periode van 1 september 2020 tot 30 november 2020, op 31 januari 2021";
3° het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zin:
"Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen voor de periode van 1 september 2020 tot 30 november 2020, dient er voor de in artikel 2 bedoelde zorgverlener uiterlijk op 31 juli 2021 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV."
Art. 3. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 2, derde lid, wordt aangevuld met de volgende zin:
"Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in het eerste lid in aanmerking te komen voor de periode van 1 september 2020 tot 30 november 2020, dient er voor de in het eerste lid bedoelde zorgverlener uiterlijk op 31 juli 2021 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV.";
2° paragraaf 3 wordt opgeheven;
3° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "en ten laatste op 31 december 2020" vervangen door de woorden "ten laatste op 31 december 2020 en, voor de periode van 1 september 2020 tot 30 november 2020, ten laatste op 31 augustus 2021";
4° paragraaf 4, tweede lid, wordt opgeheven.
Art. 4. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de woorden "tot 31 augustus 2020" vervangen door de woorden "tot 30 november 2020".
Art. 5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2020.
Art. 6. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 juni 2021.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
F. VANDENBROUCKE