ASGB/Kartel weegt op akkoord voor 2022-2023

ASGB-BERICHT 2021.212
Icoon vergadering/medicomut

 

Op 21 december 2021 hebben we met alle partners van het overlegmodel binnen de Medicomut een nieuw akkoord gesloten. Dit akkoord gaat over 2 jaar, dus 2022-2023.

Zoals vaak hebben we, ondanks onze minderheidspositie, erg kunnen wegen op dit akkoord. De belangrijkste redenen hiervoor zijn ons hechte onderhandelingsteam én onze uitgebreide amendementen op de tekst.

1. De index 2022 bedraagt slechts 0,73%, de index 2023 gaat een stuk hoger zijn. We hebben herhaaldelijk aangedrongen om de index 2022 reeds hoger te krijgen, maar dit bleek wettelijk niet mogelijk. Met een hogere index in 2023 wordt dit verlies echter gecompenseerd, zij het met uitstel.

2. De index 2022 van 0,73% wordt lineair verdeeld, de index 2023 zal selectief verdeeld worden. Een selectieve index is al lang één van onze stokpaardjes, en we zijn blij dat dit in 2023 ook zo zal zijn. Meerdere van onze specifieke dossiers om dit extra budget aan te besteden in 2023 zijn mee opgenomen in de tekst: eetstoornissen, herwaardering van bepaalde anesthesieverstrekkingen, opwaarderen consultaties (huisartsen, specialisten én spoed) tot 30 euro, extra financiering van het GMD, financiering van verpleegkundige of praktijkassistente in de huisartsenpraktijk en initiatieven voor spoed.

3. De hervorming van de nomenclatuur én van de ziekenhuisfinanciering zijn dossiers die al jaren op stapel staan. In dit akkoord worden de eerste concrete stappen aangekondigd, meer bepaald in de hervorming van nomenclatuur voor klinische biologie, medische beeldvorming en nucleaire geneeskunde. Deze hervormingen liggen gevoelig en wekken terecht argwaan en ongerustheid op bij meerdere artsen. We hebben deze passage dan ook uitgebreid geamendeerd: er staan op onze uitdrukkelijke vraag passages in rond wettelijke co-governance over de te hervormen honoraria, het oprichten van werkgroepen met artsen erin om deze hervormingen mee uit te tekenen én het zoveel mogelijk aligneren van hervormingen tussen de verschillende disciplines.

4. De 2 miljoen die vanuit de 7 miljoen bespaard werd op de dialysehonoraria, kon geherinvesteerd worden en wordt vanaf 1 februari volledig besteed aan het raadplegingshonorarium van de nefroloog. Op onze vraag werden aparte codes voor elke discipline opgesteld en het KB daarvoor werd net gepubliceerd op 17 december, met ingang op 1 februari. Met de alternatieve piste, nl. het uitwerken van een multidisciplinair predialysetraject, zou dit bedrag zo goed als volledig verloren zijn gegaan.

5. We vragen al meerdere akkoorden een verdere opwaardering van het Riziv sociaal statuut voor ASO en HAIO. Dit is de enige realistische piste om te compenseren voor het gebrek aan pensioenbijdragen in het sui generis statuut. In De Tijd van 20/12 staat een berekening die aantoont dat dit op de lange termijn ook een beter pensioen genereert dan een uitbreiding van het wettelijke statuut (die overigens niet betaalbaar is). We blijven hier sterk van mening verschillen met de BVAS. Voorlopig wordt alleen de opwaardering van de vorige jaren geconsolideerd maar we noteren het engagement om er in 2023 verder werk van te maken.

6. Mede op ons aandringen staat een uitgebreide passage in het akkoord om na te denken over het versterken en aanpassen van ons zorgsysteem aan Covid, vooral om op middellange termijn beter gewapend te zijn tegen nieuwe covidgolven. Er staan meerdere pistes in, en ofschoon dit voorlopig vaag blijft gaan we ons hier het komende jaar sterk voor engageren om dit via een werkgroep te concretiseren.

7. We hebben er de grootste problemen mee dat elke rationalisatie die we in onze sector zouden realiseren (appropriate care) bijna per definitie zou worden toegewezen aan transversale zorg of aan het realiseren van gezondheidzorgdoelstellingen, zonder dat deze duidelijk gedefinieerd zijn en zonder dat er enige realistische begroting voor gemaakt werd. We hebben urenlang gediscussieerd over het punt 8.2. We hebben de finale versie kunnen bijsturen en uiteindelijk aanvaard anders was er geen akkoord mogelijk. Het is enigszins geruststellend dat de NCAZ zelf gezondheidszorgdoelstellingen zal kunnen voorstellen en daarvoor het benodigde budget kan vooropstellen. Ons blijft het wel een groot raadsel hoe AADM zich een artsensyndicaat kan blijven noemen, aangezien zij steeds de eersten zijn om de poorten van de artsenhonoraria naar andere sectoren open te zetten, zoals ook tijdens de slotonderhandeling is gebleken. We zullen er nauw op toezien dat rationalisaties zoveel als mogelijk binnen onze sector blijven.

8. De operationalisering van de functionele samenwerkingsverbanden tussen de wachtposten moet rond zijn op 1/1/2024.  De voorstellen dienen aan het RIZIV overgemaakt ten laatste op 31/3/2023. Die schaalvergroting voor de weekwachten is een rationalisering van de wacht.

Uit ervaring weten we dat een akkoord geen garantie is op de volledige uitvoering ervan. We kunnen enkel zeggen dat we hier nauw gaan op toezien en de administraties er attent op maken indien bepaalde zaken niet worden uitgevoerd. Op uw beurt mogen jullie er ons regelmatig aan herinneren indien bepaalde delen van het akkoord niet of slechts partieel worden uitgevoerd.

En tot slot aan de jonge en vrouwelijke collega’s: er staat een expliciete passage in om het overlegmodel te verjongen en te vervrouwelijken. Voel u a.u.b. aangesproken en kom mee aan de onderhandelingstafel. Alleen zo kan je als arts echt wegen én kan het overlegmodel in stand gehouden worden.

Als bijlage bij dit bericht vindt u de integrale tekst van het nieuwe akkoord.

Reacties

Beste Collegae,

In maart 2020 heb ik al geopperd om met een expansievat te werken.
Volgens onze minister beschamend.

Het is mijn overtuiging dat onze huidige en onze vorige ministers van volksgezondheid willen
dat de zorg kraakt -breekt en implodeert, enkel om hun hoger doel te bereiken.
"volledige verstaatsing van de ziekenhuizen en specialisten".
Ik zou willen dat dit ten alle tijden bewaakt wordt, ter voorkoming.

MVG
Luc Bosmans

Bosmans Luc
2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor bezoek in WZC door bepaalde arts-specialisten

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook bepaalde artsen-specialisten die een bezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn er drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist. 

2024.060

Erkenningscriteria vastgelegd voor verpleegkundig specialist

 

Op 25 april 2024 is een KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist bepaalt.

Deze criteria treden wel pas in werking op 1 januari 2025.

Hierna vindt u de integrale tekst van het KB.

 

14 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria om de titel van verpleegkundig specialist te dragen