Raadpleging nefrologie
In uitvoering van punt 2.4.1 van het akkoord 2022-2023 worden de nieuwe raadplegingshonoraria van de nefrologen (101592 en 101614) vanaf 1 februari opgewaardeerd met 8,57 euro.
Het Riziv zal de sleutelletter meteen aanpassen zodat geen nieuwe formele beslissing in de NCAZ meer nodig is.
Op deze manier gaat geen budget verloren. De uitwerking van een vaag gedefinieerd predialysetraject zou nog veel tijd gevergd hebben.
De invoering van aparte raadplegingscodes voor elke discipline werd op vraag van het ASGB opgenomen in het akkoord 2020 en het desbetreffende KB werd net op tijd gepubliceerd om deze selectieve herinvestering mogelijk te maken.
De nieuwe tarieven komen zo uit op 48,39 euro en 56,80 euro in plaats van 39,82 euro en 48,23 euro.
De financiering gebeurt door de herinvestering van 2 miljoen van de 7 die bespaard werden op de dialysehonoraria.
Het remgeld en de soft echelonnering werden via apart KB geregeld.
Zoals voor alle opgewaardeerde raadplegingen wordt het verslag nu verplicht i.p.v. optioneel maar dat kan voor nefrologen geen probleem zijn.
De invoering van het multidisciplinair overleg waarnaar in het akkoord verwezen wordt zal later besproken worden in de ‘transversale werkgroep’ van het Verzekeringscomité. Hopelijk kan de financiering hiervan dan ook vanuit dat transversale budget gebeuren.
101592
Raadpleging in de spreekkamer door een arts-specialist in de inwendige geneeskunde, houder van de bijzondere beroepstitel in de nefrologie, inclusief een verplicht schriftelijk verslag aan de behandelende arts .. N 16
101614
Raadpleging in de spreekkamer door een geaccrediteerde arts-specialist in de inwendige geneeskunde, houder van de bijzondere beroepstitel in de nefrologie, inclusief een verplicht schriftelijk verslag aan de behandelende arts . . N 16 + Q 30
2.4.1: In het kader van de maatregelen doelmatige zorg worden de honoraria per verstrekking voor dialyse met 7.000 duizend EUR verminderd. Een gedeelte hiervan (2.000 duizend EUR) wordt in het raadplegingshonorarium geheralloceerd. In de loop van 2022 wordt daarenboven verder gewerkt aan een voorstel binnen de bredere multidisciplinaire zorgopdracht voor chronische nierinsufficiëntie die meer inzet op preventie gericht op patiënten met een sterk verlaagde glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR) met als doel op termijn het aantal patiënten in niervervangende therapie verder te beheersen of de toename ervan te in te perken. Dit kan dan verder opgenomen worden binnen het meerjarentraject 2023. Het engagement dat reeds vroeger werd genomen om de organisatie en financiering van de zorg omwille van nierinsufficiëntie in zijn globaliteit aan te pakken en te herzien (modaliteiten inzake predialyse, transplantatie, dialyse en fase eindeleven) blijft gelden. In dat kader zal de akkoordencommissie haar medewerking verlenen aan het onderzoek dat het RIZIV zal opstarten rond het gebruik van de Patient Reported Outcome Measures (PROM) om op die manier de invloed van de behandeling op patiënten met nierinsufficiëntie in een kwaliteitsperspectief te plaatsen.