KB gepubliceerd inzake twee nieuwe schijven voor beschermingsmateriaal

2022.088

 

Mee op aandringen van ASGB/Kartel hebben artsen recht gekregen op een financiële tegemoetkoming voor de kosten die ze (hebben) moeten maken om beschermingsmateriaal aan te kopen.

U heeft daarvan al drie schijven ontvangen, respectievelijk in december 2020, augustus 2021 en februari 2022. Deze werden gestort door het NIC (Nationaal Intermutualistisch College) op een rekeningnummer dat u opgegeven heeft in MyRiziv.

U heeft nog recht op twee bijkomende schijven, met name voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021 en voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022. Het bedrag van deze twee schijven is wel gehalveerd t.o.v. de vorige drie, het gaat nu in principe immers om € 1,25 i.p.v. € 2,5 per prestatie. Dit betekent dat het voortaan, gerekend aan het maximum van 200 contacten per maand, om € 250 (i.p.v. € 500) per maand gaat.

Op 22 juni 2022 is het KB verschenen dat de wettelijke basis bevat voor deze twee nieuwe schijven. Daaruit blijkt dat u voor schijf 4 ten laatste op 30 juni a.s. het juiste nummer in MyRiziv moet opgeven (mocht u dat willen veranderen) en voor schijf 5 ten laatste op 31 augustus 2022. De stortingen voor beide schijven zullen dan eind juli (schijf 4) en eind september (schijf 5) gebeuren.

Hierna vindt u de integrale tekst van het KB over deze twee nieuwe schijven.

Publicatie : 2022-06-22

Numac : 2022032521

6 JUNI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 september 2020 tot vaststelling van een tijdelijke financiële tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, in het kader van de COVID-19 pandemie

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, artikel 71, bekrachtigd bij de wet van 24 december 2020;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 september 2020 tot vaststelling van een tijdelijke financiële tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, in het kader van de COVID-19 pandemie;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 26 januari 2022 met toepassing van artikel 2, eerste lid, van het voornoemde koninklijk besluit nr. 20;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 31 januari 2022 met toepassing van artikel 2, eerste lid, van het voornoemde koninklijk besluit nr. 20;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 23 februari 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 12 april 2022;

Gelet op het advies nr. 71.381/2 van de Raad van State, gegeven op 9 mei 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 30 september 2020 tot vaststelling van een tijdelijke financiële tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van bijzondere beschermingsmaatregelen en materialen, in het kader van de COVID-19 pandemie, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° de eerste zin wordt aangevuld met de woorden ", en voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 maart 2022, 1,25 euro per patiëntencontact";

2° de tweede zin wordt aangevuld met de woorden ", en voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 maart 2022, 10,00 euro per patiëntencontact".

Art. 2. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juni 2021 en 5 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het eerste lid wordt de eerste zin aangevuld met de woorden "en, voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021, ten laatste op 31 juli 2022 en, voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022, ten laatste op 30 september 2022";

2° in het eerste lid wordt de tweede zin aangevuld met de woorden "en, voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021, op 28 februari 2022 en, voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022, op 31 mei 2022";

3° het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zinnen:

"Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021, dient er voor de in artikel 2 bedoelde zorgverlener uiterlijk op 30 juni 2022 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV. Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022, dient er voor de in artikel 2 bedoelde zorgverlener uiterlijk op 31 augustus 2022 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV."

Art. 3. In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juni 2021 en 5 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

a) de eerste zin wordt aangevuld met de woorden: ", en voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 maart 2022, 250 euro per maand";

b) het lid wordt aangevuld met de volgende zin:

"Voor de medische huizen waar meer dan 2000 rechthebbenden zijn ingeschreven, wordt voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 maart 2022 dit bedrag van 250 euro per maand verhoogd met 0,50 euro per maand per ingeschreven rechthebbende boven dit aantal.";

2° in paragraaf 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a) het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zin:

"Voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 maart 2022 bedraagt de financiële tussenkomst bedoeld in het eerste lid 50 euro per maand tijdens dewelke vergoedbare geneeskundige verstrekkingen werden verleend.";

b) het derde lid wordt aangevuld met de volgende zinnen:

"Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in het eerste lid in aanmerking te komen voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021, dient er voor de in het eerste lid bedoelde zorgverlener uiterlijk op 30 juni 2022 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV. Om voor de financiële tussenkomst bedoeld in het eerste lid in aanmerking te komen voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022, dient er voor de in het eerste lid bedoelde zorgverlener uiterlijk op 31 augustus 2022 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV.";

3° in paragraaf 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a) de woorden "31 augustus 2021" worden vervangen door de woorden "28 februari 2022";

b) de eerste zin wordt aangevuld met de woorden "en, voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021, ten laatste op 31 juli 2022 en, voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022, ten laatste op 30 september 2022".

Art. 4. In artikel 5/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 5 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "en voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021 op uiterlijk 30 juni 2022, en voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022 op uiterlijk 31 augustus 2022," ingevoegd tussen de woorden "op uiterlijk 31 januari 2022," en de woorden "een papieren factuur";

2° paragraaf 2, tweede lid, wordt aangevuld met de volgende zinnen:

"Vanaf 31 mei 2022 en uiterlijk op 30 juni 2022 kan er per vestigingseenheid voor de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021 één aanvraag worden uitgevoerd in de in het eerste lid voorziene webtoepassing. Vanaf 1 juli 2022 en uiterlijk op 31 augustus 2022 kan er per vestigingseenheid voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 maart 2022 één aanvraag worden uitgevoerd in de in het eerste lid voorziene webtoepassing."

Art. 5. In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juni 2021 en 5 december 2021, worden de woorden "tot 30 juni 2021" vervangen door de woorden "tot 31 maart 2022".

Art. 6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2021.

Art. 7. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 juni 2022.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

F. VANDENBROUCKE

 

begin

 

Publicatie : 2022-06-22

Numac : 2022032521

 

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
CAPTCHA
7 + 3 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.
2024.161

Politieke impasse over RIZIV-budget 2025, wat nu met akkoord 24-25?

 

Op 4 november 2024 is het Kartel (ASGB/GBO/MODES) de opzegprocedure van het akkoord 2024-2025 gestart. Waarom? Omdat de toekomst van het overlegmodel op het spel stond (en staat) door politiek getouwtrek, zie ook https://asgb.be/node/28921.

2024.164

Opiniestuk Dr. Brepoels: "Inefficiënties in ziekenhuizen zijn wél ons probleem"

 

De voorzitter specialisten van ASGB, Dr. Lieselot Brepoels, werd door De Specialist aan de tand gevoeld over uitspraken die gedaan zijn tijdens een debat georganiseerd door BVAS. 

Daar was namelijk te horen dat de inefficiënties van ziekenhuizen niet het probleem van de artsen zijn. 

"Hoewel ik begrijp waar de boodschap vandaan komt, vind ik dit een zeer problematische zienswijze. De ziekenhuisorganisatie en zijn (in)efficiënties is wel degelijk óók ons probleem, als artsen.", aldus Dr. Brepoels.

2024.163

Bericht aan de medische raden: enquête honorariumsupplementen en afdrachten

 

Wij ontvingen vragen over deze enquête (zie brief in de pdf als bijlage bij dit bericht) en of we al dan niet aanraden om deze in te vullen.

Het antwoord is simpel: het is een bonafide enquête, vertrekkende vanuit de NCPAZ na goedkeuring vanuit de artsensyndicaten, en met als doel een correct beeld te krijgen op de supplementen in de ziekenhuizen.

We kunnen niet pleiten dat supplementen essentieel zijn voor het voortbestaan en de investeringen in de ziekenhuizen, als we niet kunnen aantonen over welke bedragen het gaat. We zullen dit dus moeten illustreren.