Wettelijke basis voor tussentijdse index gepubliceerd

2022.096

Op 4 juli 2022 is een wet (van 22 juni 2022) houdende budgettaire bepalingen inzake gezondheid in het Staatsblad verschenen.

Deze wet zorgt voor de wettelijke verankering van de voorafname op de index van 2023 voor de periode van 1 juni tem 31 december 2022, waarover we hier https://www.asgb.be/node/28353 en hier https://www.asgb.be/node/28366 al bericht hebben.

Hierna vindt u de integrale tekst van deze wet.

Publicatie : 2022-07-04

Numac : 2022021015

23 JUNI 2022. - Wet houdende budgettaire bepalingen inzake gezondheid 

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

TITEL 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

TITEL 2. - Bepalingen met betrekking tot de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen

HOOFDSTUK 1. - Eenmalige uitzonderlijke som

Art. 2. § 1. Voor het jaar 2022 wordt voor de periode tussen 1 juni en 31 december in een eenmalige uitzonderlijke som van 207 000 duizend euro voorzien ter bijkomende financiering van de bedragen die in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging onderhevig zijn aan de indexeringsregeling voorzien krachtens artikel 207bis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor zover ze binnen de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging voor het jaar 2022 vallen.

§ 2. De verdeling van de in paragraaf 1 bedoelde som tussen de partiële begrotingsdoelstellingen wordt vastgesteld door de Algemene Raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging (hierna: Algemene Raad).

Voor de partiële begrotingsdoelstellingen gevat door de overeenkomsten en akkoorden bedoeld in de artikelen 42 en 50 van voornoemde gecoördineerde wet, kan de Algemene Raad de in het eerste lid bedoelde vaststelling slechts doen indien er voor de in paragraaf 1 bedoelde periode een overeenkomst of akkoord afgesloten of vastgesteld is.

De voor elke partiële begrotingsdoelstelling vastgestelde som wordt aangewend voor de lineaire indexering van de bedragen binnen de desbetreffende partiële begrotingsdoelstelling.

In afwijking van het derde lid kan voor de sectoren waarin de voorwaarde bedoeld in het tweede lid is vervuld, de overeenkomsten- of akkoordencommissie aan de voorzitter van de Algemene Raad een voorstel overmaken tot afwijking op de in het derde lid bedoelde aanwending van de som. De Algemene Raad stelt, na advies van de Commissie voor begrotingscontrole, vast of het alternatieve voorstel conform de bij het eerste lid bepaalde som is. De Algemene Raad beslist vervolgens of de motivering wordt aanvaard en de afwijking wordt toegestaan.

Bij gebrek aan een voorstel van de overeenkomsten- of akkoordencommissie op de bij het vierde lid bepaalde datum of wanneer de Algemene Raad vaststelt dat het in het vierde lid bedoelde voorstel niet conform is aan de bij het eerste lid bepaalde som wordt een lineaire indexering van de bedragen toegepast voor de sectoren waarin de voorwaarde bedoeld in het tweede lid is vervuld.

§ 3. Het corresponderende deel van de eenmalige uitzonderlijke som van 207 000 duizend euro bedoeld in paragraaf 1 wordt niet vrijgegeven bij de partiële begrotingsdoelstellingen gevat door de overeenkomsten en akkoorden bedoeld in de artikelen 42 en 50 van voornoemde gecoördineerde wet waarvoor bij de voorlopige herziene technische ramingen van uiterlijk 31 mei 2022, bedoeld in artikel 38, zesde lid, van voornoemde gecoördineerde wet, een onderbenutting wordt vastgesteld. In dergelijk geval wordt het bedrag van deze onderbenutting geblokkeerd voor maximaal het bedrag van de eenmalige uitzonderlijke som voor die relevante partiële begrotingsdoelstellingen. Indien bij de herziene technische ramingen van september 2022, bedoeld in artikel 38, zesde lid, van voornoemde gecoördineerde wet, de onderbenutting niet bewaarheid wordt, wordt deze blokkering opgegeven.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

Enige Afdeling. - Aanpassing van de begrotingsdoelstelling

Art. 3. Artikel 40, § 1, vijfde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ingevoegd bij de wet van 20 december 2020 en gewijzigd bij de wet van 21 juni 2021, wordt aangevuld met de volgende zinnen:

"Voor het jaar 2022 wordt het bedrag van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling nog bijkomend verhoogd met 207 000 duizend euro. Deze bijkomende verhoging maakt integraal deel uit van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling voor het jaar 2022."

HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding

Art. 4. De artikelen 2 en 3 treden in werking de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 23 juni 2022

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
CAPTCHA
14 + 4 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.
2024.057

Nieuwe interpretatieregels RIZIV over immunisatieperiode

 

Op 17 april 2024 zijn drie interpretatieregels gepubliceerd over de zgn. immunisatieperiode.

De bedoeling is dat die steeds 5 dagen zou bedragen.

Daarom worden twee interpretatieregels geschrapt vanaf 1 mei 2024: 

  • * één i.v.m. het dermatologisch verband voor uitgebreide letsels
  • * één i.v.m. tandextracties en/of conserverende tandverzorging onder algemene anesthesie

 

Daarnaast wordt er een nieuwe interpretatieregel (nr. 7) toegevoegd voor art. 25 – toezichtshonorarium. 

2024.056

Huisbezoek WZC anders en beter vergoed vanaf 1 juni 2024

 

Op 11 juni 2024 werden drie KB’s gepubliceerd die in aangepaste nomenclatuur voorzien voor bezoeken door een huisarts in een WZC

Zij zijn de vrucht van heel wat werk in de NCAZ en de TGR en treden in voege op 1 juni 2024.

Er wordt een nieuw nomenclatuurnummer in het leven geroepen, specifiek voor een bezoek aan een WZC: 106610. 

Het ereloon ervoor zal € 45,81 bedragen (een verhoging met 25%).

2024.055

Update van art. 11 nomenclatuur (algemene speciale verstrekkingen)

 

Op 11 april 2024 is een KB gepubliceerd i.v.m de nomenclatuur van artikel 11 (algemene speciale verstrekkingen).

Het gaat in hoofdzaak om teksttoilet.

Hierna vindt u de integrale tekst van het nieuwe KB dat in voege treedt op 1 juni 2024. In de pdf als bijlage vindt u de voorbereidende nota van de TGR.