Soft echelonnering: rechtzetting van datum van inwerkingtreding

2022.148

 

Op 6 mei 2022 werd een KB gepubliceerd dat het remgeld regelt voor een reeks nieuwe raadplegingscodes van specialisten in het kader van de soft echelonnering, waarbij patiënten minder remgeld betalen nadat ze zijn doorverwezen door een huisarts. We verwijzen daarvoor naar ons ledenbericht uit de volgende link: https://www.asgb.be/node/28352.

Op 8 november 2022 is nu een ‘rechtzettings-KB’ verschenen. In dat van 6 mei was namelijk 1 juli 2022 als datum van inwerkintreding voor het verlaagd remgeld opgenomen, terwijl de nieuwe raadplegingscodes al sinds 1 februari 2022 in voege waren. Met het nieuwe KB van 8 november wordt deze materiële fout rechtgezet: het verlaagd remgeld geldt nu ook sinds 1 februari 2022.

Hierna vindt u de integrale tekst van het ‘rechtzettings-KB’.

Publicatie : 2022-11-08

Numac : 2022033254

31 AUGUSTUS 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 2022 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 26 november 2006 tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden die een geneesheer-specialist raadplegen nadat ze verwezen zijn door een algemeen geneeskundige

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 35, § 1, vijfde lid, en § 2, eerste lid, 2°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 april 1997, bekrachtigd bij de wet van 12 december 1997;

Gelet op artikel 15 van de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 november 2006 tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden die een geneesheer-specialist raadplegen nadat ze verwezen zijn door een algemeen geneeskundige;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1, eerste lid;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 28 november 2021 tot wijziging van het hoofdstuk II van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen nieuwe codes invoert voor verstrekkingen in verband met raadplegingen bij artsen- specialisten;

Overwegende dat deze verstrekkingen op 1 februari 2022 in werking zijn getreden;

Overwegende dat artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 maart 2022 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 26 november 2006 tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden die een geneesheer-specialist raadplegen nadat ze verwezen zijn door een algemeen geneeskundige, pas vanaf 1 juli 2022 voorziet in de toepassing van de echelonnering op deze verstrekkingen;

Overwegende dat de datum van inwerkingtreding die het gevolg is van een materiële fout, een ernstig nadeel berokkent aan de patiënten die van echelonnering kunnen genieten;

Overwegende dat dit koninklijk besluit, waarbij de datum van inwerkingtreding van artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 maart 2022 wordt gecorrigeerd, zo spoedig mogelijk dient te worden gepubliceerd.

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Artikel 4 van het koninklijk besluit van 24 maart 2022 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 26 november 2006 tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden die een geneesheer-specialist raadplegen nadat ze verwezen zijn door een algemeen geneeskundige, wordt vervangen als volgt :

" Art. 4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021 met uitzondering van artikel 1 dat heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2022.".

Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 24 maart 2022.

Art. 3. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 31 augustus 2022.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

F. VANDENBROUCKE

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
CAPTCHA
5 + 5 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.
2024.161

Politieke impasse over RIZIV-budget 2025, wat nu met akkoord 24-25?

 

Op 4 november 2024 is het Kartel (ASGB/GBO/MODES) de opzegprocedure van het akkoord 2024-2025 gestart. Waarom? Omdat de toekomst van het overlegmodel op het spel stond (en staat) door politiek getouwtrek, zie ook https://asgb.be/node/28921.

2024.164

Opiniestuk Dr. Brepoels: "Inefficiënties in ziekenhuizen zijn wél ons probleem"

 

De voorzitter specialisten van ASGB, Dr. Lieselot Brepoels, werd door De Specialist aan de tand gevoeld over uitspraken die gedaan zijn tijdens een debat georganiseerd door BVAS. 

Daar was namelijk te horen dat de inefficiënties van ziekenhuizen niet het probleem van de artsen zijn. 

"Hoewel ik begrijp waar de boodschap vandaan komt, vind ik dit een zeer problematische zienswijze. De ziekenhuisorganisatie en zijn (in)efficiënties is wel degelijk óók ons probleem, als artsen.", aldus Dr. Brepoels.

2024.163

Bericht aan de medische raden: enquête honorariumsupplementen en afdrachten

 

Wij ontvingen vragen over deze enquête (zie brief in de pdf als bijlage bij dit bericht) en of we al dan niet aanraden om deze in te vullen.

Het antwoord is simpel: het is een bonafide enquête, vertrekkende vanuit de NCPAZ na goedkeuring vanuit de artsensyndicaten, en met als doel een correct beeld te krijgen op de supplementen in de ziekenhuizen.

We kunnen niet pleiten dat supplementen essentieel zijn voor het voortbestaan en de investeringen in de ziekenhuizen, als we niet kunnen aantonen over welke bedragen het gaat. We zullen dit dus moeten illustreren.