Opinie Dr Gevaert: het ene supplement is het andere niet

2023.009

 

Vorige week al had onze voorzitter een opiniestuk over de ‘supplementenhistorie’ geschreven voor de algemene pers. Per vergissing werd het toen als ledenbericht doorgestuurd en daarna weer teruggetrokken. Uitgesteld is echter niet verloren… Zie hierna of via https://www.artsenkrant.com/actueel/een-pleidooi-voor-transparantie-in-het-kluwen-van-de-ereloonsupplementen/article-opinion-64993.html

Onlangs was er heel wat te doen rond de mogelijke opzegging van het akkoord artsen-ziekenfondsen. Aanleiding was de gestemde wet rond het verbod op supplementen voor financieel kwetsbare patiënten. Ofschoon wij als ASGB/Kartel niet meegegaan zijn in die opzegging, toont dit dossier wel aan hoe gevoelig supplementen liggen bij zowel de publieke opinie als bij zorgverstrekkers.

We lezen vaak in de media dat de toename aan ereloonsupplementen een probleem is voor de betaalbaarheid van de gezondheidszorg en dat afschaffen van supplementen dat probleem zou oplossen. Maar wat zijn supplementen en waarvoor dienen ze? Als ze linea recta in de zak van de al goed verdienende arts verdwijnen dan zouden ze inderdaad kunnen afgeschaft worden. Maar is het zo simpel?

Natuurlijk niet.

Afhankelijk van de geraadpleegde bron kom je uit bij 75-80% van het budget van de gezondheidszorg dat door de overheid wordt gefinancierd. De overige 20-25% komt dus uit eigen bijdrages en aanvullende verzekeringen. Onder eigen bijdrages vallen supplementen, remgelden en niet terugbetaalde medische prestaties.

Voor zowat elke medische verstrekking bestaat er op het officiële honorarium een remgeld dat door de overheid wordt vastgelegd. Daar heeft de individuele arts geen vat op. De onderliggende idee is om overbodige zorg enigszins af te remmen. Natuurlijk moet men er dan goed over waken dat dat remgeld geen barrière wordt om nodige zorg te vragen. Sommige patiënten ervaren remgeld als een supplement, maar dat is het dus niet.

Met een snel evoluerende medische wetenschap en een traag schakelende overheid is het niet onlogisch dat heel wat medische innovaties beschikbaar komen voor er terugbetaling is. Zorgverstrekkers die deze willen aanbieden hebben dus weinig andere opties dan deze in meer of mindere mate door te rekenen aan patiënten als niet terugbetaalde medische prestaties. Uiteraard dient ook hier redelijkheid en billijkheid gehanteerd te worden.

En dan dus ereloonsupplementen. Een geconventioneerde arts kan ze enkel vragen op eenpersoonskamers, een niet-geconventioneerde arts heeft meer mogelijkheden. Maar ook hier heb je supplementen die rechtstreeks naar de arts gaan en supplementen die dienen om een nieuwbouw mee te financieren of een ziekenhuisaccreditatie of elektronisch patiëntendossier te bekostigen die niet of slechts deels door de overheid worden gefinancierd. En als ze rechtstreeks naar de arts gaan kan het een ook manier zijn om deficitaire activiteiten zoals sommige raadplegingen billijk te honoreren.

Enkele voorbeelden:

In een groot ziekenhuisnetwerk trok men 261 miljoen uit, gespreid over 17 jaar, voor een nieuw elektronisch patiëntendossier (EPD). Een minimaal stukje van dat bedrag werd voorzien via het BFM dat het ziekenhuis kreeg. Daarnaast engageerde de medische raad zich om flink bij te springen via de artsen zelf. Er werd afgesproken om het supplementenplafond te verhogen van 130 naar 150%. Van die verhoging krijgen artsen niets terug, integendeel, hun inkomen wordt zelfs door verlaagd door deze EPD-operatie.

Een ander voorbeeld is de sluiting van het linker hartoortje. Een nog niet-terugbetaalde prestatie waarvoor voorlopig geen euro ter beschikking is om dat te financieren en het zal nog minstens 1 jaar duren vooraleer het KB in het Staatsblad verschijnt. Intussen moet de cardioloog deontologisch gezien deze prestatie voorstellen aan patiënten die daarvoor in aanmerking komen, want hij wil natuurlijk de best mogelijke behandeling. En dus zit er niets anders op dan dit aan de patiënt door te rekenen.

Dus wie zegt dat artsen die supplementen vragen graaiers zijn, doet er goed aan zich eens te verdiepen in deze complexe materie. Natuurlijk zijn er excessen en niet te verantwoorden supplementen, en die moeten beteugeld worden, maar laat ons niet elke arts in die populistische hoek duwen. Wie zegt dat afschaffen van supplementen de betaalbaarheid van de zorg gaat bevorderen vergist zich, aangezien supplementen voor een groot deel dienen om zaken te financieren die de overheid niet wil of kan financieren. Wie zegt dat hervorming van de nomenclatuur alle supplementen gaat overbodig maken vergist zich ook, want wie gaat dat budgettaire gat van 20-25% toerijden?

Supplementen of eigen bijdragen gaan altijd nodig zijn om ons zorgsysteem mee te financieren, zeker gezien we een armlastige overheid hebben. Wat nodig is, is transparantie voor de patiënt zodat hij of zij heel goed weet waar extra bijdrages naar toe gaan. Wat ook nodig is, is de hervorming van de nomenclatuur zodat artsen geen nood meer hebben aan supplementen puur om hun inkomen marktconform te maken. Wat ook nodig is, is matiging en redelijkheid bij zorgverstrekkers die eigen bijdrages aan patiënten vragen én ontzien van de kwetsbaren. En wat tot slot ook nodig is, is een verfijining van de vuilbakterm 'supplementen' waar nu veel te veel een aura van graaiende artsen rondhangt, maar wat uiteraard veel genuanceerder is dan de mediakarikatuur.

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
CAPTCHA
3 + 2 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.
2024.057

Nieuwe interpretatieregels RIZIV over immunisatieperiode

 

Op 17 april 2024 zijn drie interpretatieregels gepubliceerd over de zgn. immunisatieperiode.

De bedoeling is dat die steeds 5 dagen zou bedragen.

Daarom worden twee interpretatieregels geschrapt vanaf 1 mei 2024: 

  • * één i.v.m. het dermatologisch verband voor uitgebreide letsels
  • * één i.v.m. tandextracties en/of conserverende tandverzorging onder algemene anesthesie

 

Daarnaast wordt er een nieuwe interpretatieregel (nr. 7) toegevoegd voor art. 25 – toezichtshonorarium. 

2024.056

Huisbezoek WZC anders en beter vergoed vanaf 1 juni 2024

 

Op 11 juni 2024 werden drie KB’s gepubliceerd die in aangepaste nomenclatuur voorzien voor bezoeken door een huisarts in een WZC

Zij zijn de vrucht van heel wat werk in de NCAZ en de TGR en treden in voege op 1 juni 2024.

Er wordt een nieuw nomenclatuurnummer in het leven geroepen, specifiek voor een bezoek aan een WZC: 106610. 

Het ereloon ervoor zal € 45,81 bedragen (een verhoging met 25%).

2024.055

Update van art. 11 nomenclatuur (algemene speciale verstrekkingen)

 

Op 11 april 2024 is een KB gepubliceerd i.v.m de nomenclatuur van artikel 11 (algemene speciale verstrekkingen).

Het gaat in hoofdzaak om teksttoilet.

Hierna vindt u de integrale tekst van het nieuwe KB dat in voege treedt op 1 juni 2024. In de pdf als bijlage vindt u de voorbereidende nota van de TGR.