Goed en minder goed nieuws over euthanasievergoedingen
Op de NCAZ van 30 januari jl. werd een nota goedgekeurd over de vergoeding voor ‘het medisch advies n.a.v. een verzoek voor een zelfgekozen levenseinde’. Zie ook de pdf als bijlage bij dit bericht. Deze nota geeft uitvoering aan de Wet diverse bepalingen gezondheid van 18 mei 2022 die de vergoeding voor het advies verankerd heeft in art. 34 van de GVU-wet als een ‘echte’ medische verstrekking. Hierdoor steunt ze niet langer op een ‘experimenteel’ maar op een ‘permanent’ financieringskader.
Op zich heeft deze aanpassing voor u als arts niet zo’n groot belang behoudens het feit dat u voortaan (lees: vanaf 1 juli 2023) vlugger uw centen zal ontvangen. De vergoeding zal weliswaar nog altijd door het Consortium Leif-EOL gestort worden maar dat consortium krijgt nu meer financiële armslag waardoor u niet langer maanden op uw vergoeding zal moeten wachten.
Volgens de goedgekeurde nota zal de vergoeding in 2023 op 192 euro neerkomen. Een jaarlijkse indexering is voorzien na beslissing van de NCAZ.
Het minder goede nieuws betreft dan weer de vergoeding voor de uitvoering van de euthanasie. De wettelijke basis daarvoor werd gelegd door de al geciteerde Wet diverse bepalingen gezondheid van 18 mei 2022, maar een en ander moet nog uitgevoerd worden via een KB. Dat is nog altijd niet gebeurd, terwijl onze ex-voorzitter Reinier Hueting daarvoor reeds eind 2019 (voor het akkoord 2020) de voorzet gegeven heeft. Ondertussen zijn we 2023 ... en ligt zijn vraag tot concretisering nog altijd stof te vergaren op het kabinet. ASGB/Kartel vraagt, nee eist, dat er nu eindelijk eens werk van gemaakt zou worden.
Reactie toevoegen