Geen algemene verlaging van de activiteitsdrempels voor premiejaar 2021

2023.048

 

Voor onder meer het Riziv-sociaal statuut, het accrediteringsforfait, de geïntegreerde praktijkpremie, enz. hanteert het Riziv zgn. drempels om te bepalen of u wel/niet recht heeft op de betrokken vergoeding. Zo’n drempel kan bestaan uit een bedrag, een aantal verstrekkingen, enz. Omwille van de COVID-pandemie werden deze drempels verlaagd voor 2020. Het ging om een dubbel mechanisme:

  • Enerzijds een minimale vermindering met 5% voor alle sectoren
  • Anderzijds een eventueel bijkomend percentage dat kan variëren per sector

 

Uit een op 13 maart 2023 gepubliceerd KB blijkt dat deze maatregel NIET op algemene wijze verlengd wordt voor premiejaar 2021. Een toegeving die wel geldt voor 2021 is dat de activiteiten in test, triage en vaccinatiecentra in aanmerking komen voor de berekening van de drempel.

Hierna vindt u de integrale tekst van het op 13 maart gepubliceerde KB.

3 FEBRUARI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 2021 tot verlaging van de activiteitsdrempels inzake bepaalde vergoedingen of tegemoetkomingen voor zorgverleners wat betreft het referentiejaar 2020, ingevolge COVID-19, Publicatie : 2023-03-13, Numac : 2023030504

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 36bis, § 1, ingevoegd bij de wet van 10 december 1997 en gewijzigd bij wet van 11 augustus 2017; artikel 36bis, § 2, ingevoegd bij de wet van 10 december 1997 en gewijzigd bij wet van 30 oktober 2018, artikel 36sexies, ingevoegd bij de wet van 22 augustus 2002 en gewijzigd bij de wet van 22 december 2003, artikel 37, § 13, gewijzigd bij de wet van 10 augustus 2001 en artikel 54, § 2, eerste alinea, en § 7, vervangen bij wet van 30 oktober 2018;

Overwegende het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

Overwegende het koninklijk besluit van 16 april 2002 tot vaststelling van de forfaitaire tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen voor de specifieke kosten van de diensten thuisverpleging en van de voorwaarden voor het toekennen van die tegemoetkoming;

Overwegende het koninklijk besluit van 18 februari 2005 tot bepaling van de voorwaarden en de nadere regels overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de kinesitherapeuten voor het gebruik van telematica en het elektronisch beheer van dossiers;

Overwegende het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de voorwaarden en de nadere regels overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële vergoeding verleent aan de verpleegkundigen voor de gevolgde continue opleiding;

Overwegende het koninklijk besluit van 30 juni 2017 tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de huisartsen voor gebruik van telematica en het elektronisch beheer van de medische dossiers;

Overwegende het koninklijk besluit van 17 augustus 2019 tot bepaling van de voorwaarden en de nadere regels overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de verpleegkundigen voor het gebruik van telematica en het elektronisch beheer van dossiers;

Overwegende het ministerieel besluit van 13 september 2019 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzake de accreditering van artsen;

Overwegende het koninklijk besluit van 5 mei 2020 tot instelling van een regeling van sociale en andere voordelen aan sommige zorgverleners die geacht worden te zijn toegetreden tot de hen betreffende akkoorden of overeenkomsten;

Overwegende het koninklijk besluit van 6 mei 2021 tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de vroedvrouwen voor gebruik van telematica en het elektronisch beheer van de medische dossiers;

Overwegende het koninklijk besluit van 19 januari 2022 tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de tandheelkundigen voor gebruik van telematica en het elektronisch beheer van de medische dossiers in 2021 en 2022;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 juli 2021 tot verlaging van de activiteitsdrempels inzake bepaalde vergoedingen of tegemoetkomingen voor zorgverleners wat betreft het referentiejaar 2020, ingevolge COVID-19;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, bekrachtigd bij wet van 24 december 2020, artikel 2;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 25 mei 2022;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 30 mei 2022;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 september 2022

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 18 oktober 2022;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikels 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op advies 72.745/2 van de Raad van State, gegeven op 11 januari 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Het opschrift van het koninklijk besluit van 30 juli 2021 tot verlaging van de activiteitsdrempels inzake bepaalde vergoedingen of tegemoetkomingen voor zorgverleners wat betreft het referentiejaar 2020, ingevolge COVID-19 wordt vervangen als volgt:

« Koninklijk besluit van 30 juli 2021 tot verlaging van de activiteitsdrempels inzake bepaalde vergoedingen of tegemoetkomingen voor zorgverleners wat betreft referentiejaren 2020 en 2021, ingevolge COVID-19 ».

Art. 2. In Franstalige versie van artikel 1, § 1, eerste alinea, vijfde streepje, van hetzelfde besluit, worden de woorden « arrêté royal du 30 février 2017 » vervangen door de woorden « arrêté royal du 30 juin 2017 ».

Art. 3. Artikel 3 van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met een lid, luidende: « Wat betreft referentiejaar 2021 wordt beslist als bijzondere prestaties gerelateerd aan de COVID-19-crisis te includeren de activiteit in test- triage- en vaccinatiecentra, ongeacht de aard van de activiteit, waarbij 13u/ week activiteit gelijkgesteld wordt aan 100% activiteitsdrempel voor eenzelfde periode. ».

Art. 4. Artikel 5, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met de volgende zin: « Het is van toepassing op referentiejaar 2021 uitsluitend in uitvoering van de verlaging van de drempels zoals bepaald in artikel 3, derde lid. ».

Art. 5. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 februari 2023.

 

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
CAPTCHA
7 + 2 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.
2024.161

Politieke impasse over RIZIV-budget 2025, wat nu met akkoord 24-25?

 

Op 4 november 2024 is het Kartel (ASGB/GBO/MODES) de opzegprocedure van het akkoord 2024-2025 gestart. Waarom? Omdat de toekomst van het overlegmodel op het spel stond (en staat) door politiek getouwtrek, zie ook https://asgb.be/node/28921.

2024.164

Opiniestuk Dr. Brepoels: "Inefficiënties in ziekenhuizen zijn wél ons probleem"

 

De voorzitter specialisten van ASGB, Dr. Lieselot Brepoels, werd door De Specialist aan de tand gevoeld over uitspraken die gedaan zijn tijdens een debat georganiseerd door BVAS. 

Daar was namelijk te horen dat de inefficiënties van ziekenhuizen niet het probleem van de artsen zijn. 

"Hoewel ik begrijp waar de boodschap vandaan komt, vind ik dit een zeer problematische zienswijze. De ziekenhuisorganisatie en zijn (in)efficiënties is wel degelijk óók ons probleem, als artsen.", aldus Dr. Brepoels.

2024.163

Bericht aan de medische raden: enquête honorariumsupplementen en afdrachten

 

Wij ontvingen vragen over deze enquête (zie brief in de pdf als bijlage bij dit bericht) en of we al dan niet aanraden om deze in te vullen.

Het antwoord is simpel: het is een bonafide enquête, vertrekkende vanuit de NCPAZ na goedkeuring vanuit de artsensyndicaten, en met als doel een correct beeld te krijgen op de supplementen in de ziekenhuizen.

We kunnen niet pleiten dat supplementen essentieel zijn voor het voortbestaan en de investeringen in de ziekenhuizen, als we niet kunnen aantonen over welke bedragen het gaat. We zullen dit dus moeten illustreren.