Dr. Gevaert in Artsenkrant over de nakende verkiezingen

2023.084

 

Artsenkrant organiseert met het oog op de artsenverkiezingen wekelijks een ‘duo-debat’ waarin zij een van de andere stakeholders uit de gezondheidszorg een aantal stellingen laat lanceren, waarop de syndicaten dan moeten reageren. Vandaag is zo ook Dr. Thomas Gevaert, onze voorzitter specialisten, aan het woord gekomen, in antwoord op de Onafhankelijke ziekenfondsen.

In de volgende link vindt u het standpunt van beide personen:

https://www.artsenkrant.com/magazine/artsenverkiezingen-het-debat/article-normal-66827.html

Hierna vindt u eveneens de tekst van Dr. Gevaert terug:

Eind 2020 maakte ik in een opiniestuk op artsenkrant.com al een gelijkaardige analyse met een pleidooi om ons te herbronnen en heruit te vinden, te verjongen en vervrouwelijken.

Enkele verzachtende factoren: een systeem met stemrecht in plaats van stemplicht kan per definitie met een lage opkomst gepaard gaan. De verkiezingen in 2018 waren verder ook een technische kakofonie waardoor de eerste stemronde de mist in ging. Hoe krijgen we meer artsen zover om hun stem uit te brengen, is de kernvraag. Het is te weinig geweten hoeveel inbreng we aan de onderhandelingstafels hebben op onze nomenclatuur en financiering, sociale randvoorwaarden, tal van organisatorische zaken en tig hervormingen zoals de hervorming van nomenclatuur en ziekenhuisfinanciering of de New Deal. We klagen graag dat 'ze' alles voor ons beslissen, maar 'ze' is nu nog steeds voor een deel 'we' al kan het versneld enkel 'ze' worden als we ons niet beter organiseren en niet en masse gaan stemmen. Als boutade zeg ik vaak intern dat ik liever heb dat 90% een stem uitbrengt dan zelf de verkiezingen te winnen.

Zelf trad ik medio 2021 toe tot de Medicomut en inderdaad, er is nog steeds weinig verjonging en diversificatie doorgevoerd. Het is echter een tweesnijdend zwaard: de ervaren artsen zijn van onschatbare waarde en moeten vaak de vergadergaten vullen. De online vergaderingen zijn drempelverlagend geweest en striktere agendazetting, schriftelijke raadplegingen en meer ad hoc samenstellingen kunnen de toegankelijkheid voor jongere collega's bevorderen.

Intern hebben we bij het ASGB al veel verjongd en vervrouwelijkt, maar het kan en moet meer. Zelf ga ik bewust maar één termijn van vijf jaar zetelen: om plaats te maken voor anderen, maar ook om meer tijd voor klinisch werk, familie, vrienden en hobby's te hebben. Het is trouwens opvallend dat sommigen die het meest over vernieuwing praten zelf het langst in bestuurscenakels zetelen.

Tot slot is het wel wat ironisch om net van een voorzitter van een ziekenfonds te moeten lezen dat artsen te weinig representatief vertegenwoordigd zijn. In tegenstelling tot ziekenfondsen zetelen wij op basis van democratische verkiezingen in de overheidsorganen, niet op basis van een gebetonneerde verzuiling.

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
CAPTCHA
1 + 2 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.
2024.161

Politieke impasse over RIZIV-budget 2025, wat nu met akkoord 24-25?

 

Op 4 november 2024 is het Kartel (ASGB/GBO/MODES) de opzegprocedure van het akkoord 2024-2025 gestart. Waarom? Omdat de toekomst van het overlegmodel op het spel stond (en staat) door politiek getouwtrek, zie ook https://asgb.be/node/28921.

2024.163

Bericht aan de medische raden: enquête honorariumsupplementen en afdrachten

 

Wij ontvingen vragen over deze enquête (zie brief in de pdf als bijlage bij dit bericht) en of we al dan niet aanraden om deze in te vullen.

Het antwoord is simpel: het is een bonafide enquête, vertrekkende vanuit de NCPAZ na goedkeuring vanuit de artsensyndicaten, en met als doel een correct beeld te krijgen op de supplementen in de ziekenhuizen.

We kunnen niet pleiten dat supplementen essentieel zijn voor het voortbestaan en de investeringen in de ziekenhuizen, als we niet kunnen aantonen over welke bedragen het gaat. We zullen dit dus moeten illustreren.

2024.162

Vanaf 2025 HPV-test als primaire screeningtest voor opsporen baarmoederhalskanker

 

Op 22 november 2024 werden drie KB’s gepubliceerd met de bedoeling om de HPV-test vanaf 1 januari 2025 als primaire screeningtest te introduceren voor de opsporing van baarmoederhalskanker. 

Tot op heden gebeurt die opsporing nog door cytologisch onderzoek van een cervicaal uitstrijkpreparaat en wordt de HPV-test slechts terugbetaald na een afwijkend cytologieresultaat.

Dankzij de drie nieuwe KB’s wordt de nomenclatuur aangepast met ingang van 1 januari 2025.

Als bijlage bij dit bericht vindt u twee documenten: