Prioriteiten voor specialisten en huisartsen volgens ASGB/Kartel
Met het oog op de medische verkiezingen die dinsdag a.s. 6 juni beginnen, hebben we u al laten kennismaken het programma van ASGB/Kartel zie https://www.asgb.be/node/28593. Vandaag willen we u onze kernpunten presenteren.
Voor alle artsen willen we traditioneel inzetten op mentaal welzijn en sociale bescherming, maar ook op ecologische transitie en maatregelen inzake de planning van het medisch aanbod.
Daarnaast mikken we telkens op drie afzonderlijke blikvangers voor specialisten en huisartsen.
Voor alle artsen
1. Mentaal welzijn
- * Ruimte creëren binnen het bestaande budget om nieuwe initiatieven in de geestelijke gezondheidszorg mogelijk te maken.
- * Meer integratie van geestelijke en somatische gezondheidszorg.
- * Opwaarderen van geestelijke gezondheidszorg tijdens de opleiding.
- * Laagdrempelige toegang tot geestelijke gezondheidszorg voor artsen.
2. Sociale bescherming
- * Een hoger RIZIV sociaal statuut voor iedere actieve arts is nodig om voor een degelijk aanvullend pensioen te zorgen en het stijgend aantal deconventioneringen tegen te gaan.
- * Voor ASO en HAIO willen we een bijkomende verhoging zodat het gebrek aan pensioenbijdragen tijdens de sui generis-jaren gecompenseerd wordt.
3. Ecologische transitie
- * Extra aandacht in de opleiding voor de te verwachten gezondheidseffecten van klimaatverandering zoals meer hittegolven, hogere kans op pandemieën, nieuwe pathogenen etc.
- * Organisatorisch en budgettair stimuleren van de transitie naar een CO2-arm gezondheidszorgsysteem.
- * Anticiperen en herorganiseren van ons zorgsysteem op de effecten van klimaatverandering zoals frequentere hittegolven en toenemende migratiestromen.
4. Planning artsenaanbod
- * De planningsmodellen dienen adequater rekening te houden met meer partiële werkzaamheid, onvoldoende compensatie van uitstroom door instroom, meer uitstroom tijdens carrière of zelfs na opleiding,…
- * De subquota dienen stringenter toegepast te worden en snel en flexibel aangepast te worden wanneer nodig.
Specifiek voor specialisten
1. Ereloonsupplementen
- * Eigen bijdragen voor de patiënt zijn onvermijdelijk maar dienen verantwoord, transparant en gematigd te zijn.
- * Hervormingen in de nomenclatuur, ziekenhuisgovernance, standstill van supplementen en beheersen van de RIZIV-uitgaven zijn noodzakelijk om meer transparantie en matiging in de ereloonsupplementen te brengen.
- * Ereloonsupplementen kunnen ruimte creëren voor innovatieve technieken en investeringen die niet door de overheid gedekt worden.
- * Aan de meest kwetsbare patiënten kunnen geen ereloonsupplementen worden aangerekend.
2. Co-governance in ziekenhuizen
- * Bij het opsplitsen van de honoraria in een intellectueel deel en een kostendeel, komt het pure intellectuele honorarium bij de arts terecht zonder mogelijkheid tot extra afhoudingen.
- * Co-governance op niveau van de Raad van Bestuur van het ziekenhuis dient om de strategische koers te bepalen en het financieel beleid samen uit te tekenen. Onafhankelijke bestuurders zonder rechtstreekse band met het ziekenhuis worden hierbij aangesteld door de artsen.
- * Niet-prestatiegebonden kosten en niet-dienstgebonden kosten worden opgenomen in co-governance tussen medische raad en management.
- * Co-governance op dienstniveau dient om de dienstgebonden kosten (de kostendekkende honoraria) samen te beheren.
- * Honoraria zijn en blijven altijd het eigendom van de arts.
3. Herijking en loon naar werken
- * Herijking van de nomenclatuur dient onverklaarbare verschillen in honorering tussen specialismen weg te werken.
- * Een billijk ‘norminkomen’ is voor ons niet de juiste discussie, wel een billijk bruto (na aftrek van kosten) ‘normuurinkomen’.
- * De criteria voor een billijk ‘normuurinkomen’ zijn voor ons: opleidingsniveau, complexiteit, onaangename uren en emotionele belasting. Deze moeten de basis vormen voor een herijkte nomenclatuur.
- * Op korte termijn en in afwachting van de hervorming van de nomenclatuur is een verdere opwaardering van de raadplegingshonoraria onze eerste prioriteit.
Specifiek voor huisartsen
1. Praktijkondersteuning
- * Elke huisarts moet dankzij een toereikende financiering kunnen kiezen voor een volwaardige administratieve hulp enerzijds en/of een volwaardige verpleegkundige hulp anderzijds.
- * Een financiële stimulans voor praktijkondersteuning kan het best variëren volgens het aantal GMD’s (van de huisarts) en dus niet in functie van de werkduur van de ondersteuner.
- * De financiële stimulans moet ook van die aard zijn dat de (infrastructuur)kosten als gevolg van de uitbreiding van de praktijk gedekt worden.
2. Administratieve ontlasting
- * Minder in aantal en meer eenvormige attesten zijn noodzakelijk.
- * Een verdere vereenvoudiging (en op termijn afschaffing) van hoofdstuk IV inzake geneesmiddelen.
- * Het getuigschrift arbeidsongeschiktheid elektronisch kunnen doorsturen.
- * Het digitaal verwijsvoorschrift invoeren.
- * Een uniform gemaakt ziektebriefje is pas nodig vanaf drie dagen ziekte.
3. Wachtdienst en wachtposten
- * Optrekken van het beschikbaarheidshonorarium.
- * Het systeem ‘1733’ eindelijk en volledig uitrollen.
- * Bij de vorming van functionele samenwerkingsverbanden voldoende flexibel omspringen met de criteria, rekening houdend met geografische factoren.
Reactie toevoegen