KB legt taken van een basisverpleegkundige vast
Op 30 oktober 2023 is een KB gepubliceerd dat de taken vastlegt die een basisverpleegkundige mag uitvoeren. Het KB beschrijft onder meer wanneer de verpleegkundige autonoom kan werken, wanneer in team, enz.
Hierna vindt u de integrale tekst van het KB zelf en bijgevoegd vindt u de een lijst (opsomming) van de taken.
20 SEPTEMBER 2023. - Koninklijk besluit bepalende de lijst van de verpleegkundige technische verstrekkingen betreffende de basisverpleegkundige, alsmede hun uitoefeningsvoorwaarden
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 45, § 1/2;
Gelet op het advies van de Technische Commissie voor Verpleegkunde, gegeven op 12 januari 2023;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 10 mei 2023;
Gelet op de akkoordbevinding van de staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 15 juni 2023;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op de evenredigheidsbeoordeling en de terbeschikkingstelling van de informatie betreffende de regelgeving op het federale portaal, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 7 en 9 van de wet van 23 maart 2021 betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan de invoering of de wijziging van een beroepsreglementering in de gezondheidssector;
Gelet op de adviesaanvraag binnen een termijn van dertig dagen, verlengd met 15 dagen, die aan de Raad van State is ingediend met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 25 juli 2023 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 74.307/2/V;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. De lijst van de verpleegkundige technische verstrekkingen bedoeld in artikel 46, § 1, 2°, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, die de basisverpleegkundige mag uitoefenen, wordt vastgesteld in bijlage van dit besluit.
Art. 2. § 1. In minder complexe situaties, kan de basisverpleegkundige, binnen de grenzen van zijn/haar bevoegdheden, autonoom de verpleegkunde uitoefenen.
§ 2. In complexere situaties werkt de basisverpleegkundige in teamverband in samenspraak met de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg of met de arts wanneer de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemeen zorg geen deel uitmaakt van het zorgteam.
De basisverpleegkundige voert de zorgen uit zoals aangegeven in het verpleegplan opgesteld door de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg die de verpleegdiagnose stelt. Dat verpleegplan vermeldt ook de grenzen waarbinnen de basisverpleegkundige zelf elementen uit het verpleegplan kan aanpassen.
§ 3. De initiële inschatting van de mate van complexiteit gebeurt door de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg of door de arts wanneer de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg geen deel uitmaakt van het zorgteam. Deze initiële inschatting kan door de basisverpleegkundige worden uitgevoerd in geval van technische prestaties die op kortstondige wijze worden uitgevoerd door de basisverpleegkundige.
Rekening houdend met de gezondheidstoestand van de patiënt en de zorgcontext kan de basisverpleegkundige binnen de grenzen van zijn/haar bevoegdheden de zorg opstarten en dit op basis van een standaardverpleegplan en zonder de initiële evaluatie door de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg of door de arts wanneer de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg geen deel uitmaakt van het zorgteam. De evaluatie van de toestand van de patiënt door de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg en/of de arts volgt zo spoedig mogelijk.
§ 4. De basisverpleegkundige die bij de zorgverlening vaststelt dat door de evolutie in de zorgnoden de noodzakelijke zorgen zijn/haar bevoegdheid overstijgt, verwittigt zo snel mogelijk de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg of de arts wanneer de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemeen zorg geen deel uitmaakt van het zorgteam, voor een herevaluatie van de gezondheidstoestand van de patiënt en de nodige onderlinge samenwerking.
Art. 3. De technische verpleegkundige verstrekkingen B1 en B2, zoals opgenomen in bijlage, worden verricht aan de hand van standaardverpleegplannen en/of procedures.
Het standaardverpleegplan laat toe om een patiënt met bepaalde gezondheidsproblemen systematisch te benaderen en te verplegen.
Een procedure beschrijft de uitvoeringswijze van een bepaalde technische verpleegkundige verstrekking. Eventueel kunnen één of meerdere procedures deel uitmaken van een standaardverpleegplan of een staand order zoals omschreven in artikel 5, § 5, van dit besluit.
De procedures voor de technische verpleegkundige verstrekkingen B2- zoals opgenomen in bijlage, worden opgesteld in samenspraak tussen de arts en de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg, of tussen de arts en de basisverpleegkundige wanneer de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg geen deel uitmaakt van het zorgteam.
Art. 4. § 1. De technische verpleegkundige verstrekkingen met aanduiding B2 worden uitgevoerd op basis van:
- een geschreven medisch voorschrift, eventueel elektronisch;
- een mondeling geformuleerd medisch voorschrift, eventueel telefonisch, radiofonisch of via webcam meegedeeld;
- een schriftelijk staand order.
§ 2. Bij het geschreven medisch voorschrift houdt de arts of de tandarts rekening met de volgende regels:
a) het voorschrift wordt voluit geschreven: enkel gestandaardiseerde afkortingen mogen worden gebruikt;
b) het voorschrift wordt duidelijk leesbaar neergeschreven op het daartoe bestemde document, dat deel uitmaakt van het patiëntendossier;
c) bij verwijzing naar een standaardverpleegplan, een staand order of een procedure, wordt de overeengekomen benaming of nummering ervan vermeld;
d) het voorschrift bevat de datum, de naam en de voornaam van de patiënt, alsook de naam, de voornaam, de handtekening en desgevallend het R.I.Z.I.V.-nummer van de arts;
e) bij het voorschrijven van geneesmiddelen worden volgende aanduidingen vermeld:
- de naam van de specialiteit (algemene internationale benaming en/of de commerciële originele of generische benaming) of het nummer van de magistrale bereiding;
- de hoeveelheid en de posologie;
- de eventuele concentratie in de oplossing;
- de toedieningswijze;
- de toedieningsperiode of de frequentie.
§ 3. Bij het voorschrift door de arts of de tandarts aan de basisverpleegkundige mondeling meegedeeld en in aanwezigheid van een arts of een tandarts uit te voeren, herhaalt de basisverpleegkundige het voorschrift en verwittigt hij/zij de arts of de tandarts wanneer hij het uitvoert. De arts of de tandarts bevestigt zo spoedig mogelijk schriftelijk het voorschrift.
§ 4. Uitsluitend in dringende gevallen kan het mondeling geformuleerd voorschrift uitgevoerd worden in afwezigheid van de arts of de tandarts of de tandarts. In dit geval zijn de volgende regels van toepassing:
a) het voorschrift wordt telefonisch, radiofonisch of via webcam meegedeeld;
b) indien nodig wordt er verwezen naar een standaardverpleegplan, een staand order of een procedure;
c) als de verpleegkundige de aanwezigheid van de arts of de tandarts of de tandarts bij de patiënt nodig acht, kan hij niet gedwongen worden het voorschrift uit te voeren. In dat geval is hij verplicht de arts of de tandarts hierover in te lichten;
d) de arts of de tandarts bevestigt zo spoedig mogelijk schriftelijk het voorschrift.
§ 5. Een staand order is een door de arts of de tandarts vooraf vastgesteld schriftelijk behandelingsschema, waarin desgevallend verwezen wordt naar standaardverpleegplannen of procedures.
De arts of de tandarts moet met naam aangeven bij welke patiënt een staand order moet worden toegepast. Wordt dit voorschrift schriftelijk gegeven, dan zijn de regels in § 2, punten a), b), c), d) en e) van toepassing.
Wordt dit voorschrift mondeling gegeven, dan zijn de regels in § 4, punten a) en b) van toepassing.
De arts of de tandarts vermeldt in het staand order de voorwaarden waarin de beoefenaar van de basisverpleegkundige deze handelingen kan toepassen.
De basisverpleegkundige beoordeelt of deze voorwaarden vervuld zijn en enkel in dat geval voert hij de voorgeschreven handelingen uit. In tegengesteld geval is hij verplicht de arts of de tandarts in te lichten.
Uitsluitend in dringende omstandigheden mag een welbepaald staand order worden toegepast zonder de patiënt bij naam aan te duiden.
Art. 5. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 september 2023.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
F. VANDENBROUCKE
Reactie toevoegen