Zorgverstrekker moet minstens één landstaal beheersen om in België actief te kunnen zijn
Op 31 mei 2024 werd een wijziging van de Kwaliteitswet gepubliceerd die een taalvereiste voor zorgverstrekkers invoert.
Het komt erop neer dat een zorgverstrekker één van de drie landstalen voldoende moet beheersen om in België actief te kunnen zijn.
Het is een maatregel die wil tegemoetkomen aan de terechte kritiek op de instroom van tal van buitenlandse zorgverstrekkers met soms twijfelachtige geloofsbrieven en zonder enige kennis van één der landstalen.
Hierna vindt u de integrale tekst van de op 31 mei gepubliceerde wetswijziging.
18 MEI 2024. - Wet tot wijziging van de wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg en van de wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen voor wat betreft de taalbeheersing van gezondheidszorgbeoefenaars
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg
Art. 2. In het opschrift van hoofdstuk 3, afdeling 2, van de wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg, gewijzigd bij de wet van 27 juni 2021, wordt de vermelding ", taalbeheersing" ingevoegd tussen het woord "bekwaamheid" en het woord "en".
Art. 3. In artikel 11 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "en op basis van het bewijs van voldoende kennis van de Nederlandse, Franse of Duitse taal" ingevoegd tussen de woorden "basisdiploma van de gezondheidszorgbeoefenaar" en de woorden "om het desbetreffende beroep";
2° het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende:
"Als bewijs van voldoende kennis van de taal bedoeld in het eerste lid geldt:
1° een diploma van secundair onderwijs van een Nederlandstalige, Franstalige of Duitstalige onderwijsinstelling; of
2° een diploma van hoger of universitair onderwijs van een Nederlandstalige, Franstalige of Duitstalige onderwijsinstelling; of
3° een certificaat op het niveau:
a) C1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor talen, met uitzondering van de vaardigheid "schrijven", voor gezondheidszorgbeoefenaars van wie het in het eerste lid bedoelde basisdiploma van masterniveau is.
Voor de vaardigheid "schrijven" beschikken voornoemde gezondheidszorgbeoefenaars over een certificaat van het niveau B2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor talen;
b) B2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor talen voor gezondheidszorgbeoefenaars van wie het in het eerste lid bedoelde basisdiploma van bachelorniveau is;
c) B1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor talen voor gezondheidszorgbeoefenaars van wie het in het eerste lid bedoelde basisdiploma van een lager niveau dan bachelorniveau is, andere dan deze bedoeld onder d);
d) A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor talen voor zorgkundigen en ambulanciers niet dringend patiëntenvervoer.
De bewijsstukken bedoeld in de bepaling onder 3° zijn op het moment van indiening van de aanvraag van het visum, niet ouder dan vier jaar.".
Art. 4. In hoofdstuk 3, afdeling 2, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 juni 2021, wordt een artikel 11/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 11/1. De gezondheidszorgbeoefenaar beheerst te allen tijde de Nederlandse, Franse of Duitse taal voldoende om zijn gezondheidszorgberoep op een kwaliteitsvolle manier te kunnen uitoefenen. Onder voldoende taalbeheersing wordt verstaan een taalbeheersing die overeenstemt met het voor de betreffende gezondheidszorgbeoefenaar in artikel 11, derde lid, 3°, vereiste niveau.
De gezondheidszorgbeoefenaar aan wie een visum wordt uitgereikt vanaf de datum van inwerkingtreding van de wet van 18 mei 2024 tot wijziging van de wet van 2 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg, houdt in het in artikel 8, tweede lid, bedoelde portfolio de nodige gegevens bij waaruit blijkt dat hij beschikt over de in het eerste lid bedoelde taalbeheersing.".
Art. 5. In hoofdstuk 3, afdeling 2, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 juni 2021, wordt een artikel 11/2 ingevoegd, luidende:
"Art. 11/2. De vereisten inzake taalbeheersing bedoeld in de artikelen 11, eerste lid, en 11/1, zijn niet van toepassing op de buitenlandse gezondheidszorgbeoefenaar die op verzoek van en onder verantwoordelijkheid van een Belgische gezondheidszorgbeoefenaar bij een patiënt die onmogelijk medisch verantwoord kan worden verplaatst, welbepaalde uitzonderlijke verstrekkingen inzake gezondheidszorg stelt waarvoor de verantwoordelijke Belgische gezondheidszorgbeoefenaar niet over de nodige expertise beschikt om deze correct uit te voeren en waarvoor de buitenlandse gezondheidszorgbeoefenaar gekend is voor zijn bijzondere expertise.".
Art. 6. In hoofdstuk 3, afdeling 2, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 juni 2021, wordt een artikel 11/3 ingevoegd, luidende:
"Art. 11/3. De Koning kan nadere regelen bepalen op basis waarvan gezondheidszorgbeoefenaars een vrijstelling voor de vereisten inzake taalbeheersing bedoeld in de artikelen 11, eerste lid, en 11/1, kunnen bekomen. Hij kan daarbij voor de verschillende gezondheidszorgbeoefenaars een verschillende regeling treffen.".
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen
Art. 7. Artikel 114 van de wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, wordt opgeheven.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 18 mei 2024.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
F. VANDENBROUCKE
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
P. VAN TIGCHELT
_______
Nota
(1) Kamer van volksvertegenwoordigers
(www.dekamer.be)
Stukken. - 55K3972/6
Integraal Verslag : 08 mei 2024
Reacties
De Taal in eender welke tak van de geneeskunde is een absolute must have als zorgverlener, klopt!
Persoonlijk ben ik zeer blij dat dit eindelijk erkend wordt als een wettelijke NOODZAAK,
Niet enkel het feit of een niet Europeaan voldoende geneeskundige KENNIS heeft van geneeskunde met een diploma buiten EU. maakt hem vaardig om hier arts te zijn ! Zo vaak werd ik met die opmerking teruggefloten, .... vanaf nu niet meer. Prima nieuws.
Nochtans gaat dit voor problemen zorgen omdat erkenningen voor diploma's al heel lang duren en het is zeer moeilijk om een taal te leren zonder deze in de praktijk te kunnen oefenen. Het zou veel beter zijn om een tijdelijk visum af te leveren en dan voorwaarden op te leggen die gehaald dienen te worden binnen 2 jaar ofzo. Op termijn gaat dit personeelstekort opleveren en dan staan we met de handen in het haar. Deze wet had veel meer nuance moeten bevatten.
Reactie toevoegen