Nieuwe nomenclatuur gynaecologie voor doorverwijzen naar de MIC-afdeling en eindelijk permanentiehonorarium
In het Staatsblad van 4 december 2024 zijn twee KB’s verschenen i.v.m. nieuwe nomenclatuur voor gynaecologie.
Het betreft een honorarium voor het doorverwijzen van een hoog-risicozwangere naar de MIC-afdeling van een andere verpleegafdeling.
Er wordt eindelijk een permanentiehonorarium gecreëerd voor de verplichte 24/7 permanentie in de MIC-afdeling.
Na heel wat discussie kan het honorarium ook worden toegekend aan ASO die minstens 3 jaar opleiding beëindigd hebben, dat is dus een strenger criterium dan dat van de erkenningsvoorwaarden (2 jaar).
Het honorarium voor een intramurale permanentie van 12 uur blijven we voor een erkend specialist te laag vinden en niet proportioneel met het verwijshonorarium. Met de toevoeging van de ASO was binnen het beschikbare budget echter niet meer mogelijk.
Alle permanentiehonoraria worden overigens in het algemeen herzien in de ACA-werkgroep.
Voor de lange voorgeschiedenis van dit dossier verwijzen we u naar vroegere berichten (zie https://asgb.be/node/28468) en de bijlagen bij dit bericht.
Hierna vindt u de integrale tekst van de op 4 december gepubliceerde KB’s die in werking treden op 1 februari 2025.
19 NOVEMBER 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 25, § 1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 35, § 1, vijfde lid, en § 2, eerste lid, 1°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 april 1997, bekrachtigd bij de wet van 12 december 1997;
Gelet op de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
Gelet op het voorstel van de Technische geneeskundige raad, gedaan tijdens zijn vergadering van 20 oktober 2020;
Gelet op het advies van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 20 oktober 2020;
Gelet op de beslissingen van de Nationale commissie artsen-ziekenfondsen van 18 maart 2024;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 20 maart 2024;
Gelet op de beslissing van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van 25 maart 2024;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 mei 2024;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 14 juni 2024;
Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 3 juli 2024 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 76.934/2 ;
Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 3 juli 2024 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. In artikel 25, § 1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 mei 2024, worden na de verstrekking 599970-599981 en de toepassingsregel die erop volgt, de volgende verstrekking en toepassingsregels ingevoegd:
"599992-600003
Honorarium voor een arts-specialist in de gynaecologie voor de doorverwijzing van een zwangere vrouw met een hoog-risico zwangerschap van een M-dienst naar een MIC-afdeling van een andere verpleeginrichting . . . . . C 71
De verstrekking 599992-600003 mag niet gecumuleerd worden met een verstrekking van artikel 26.
Dit honorarium vereist de opmaak van een omstandig verslag met verwijsbrief na voorafgaand overleg met de MIC-arts.
De zwangere en haar partner worden ingelicht over het voorgesteld beleid en de verdere opvolging.".
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 november 2024.
19 NOVEMBER 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden en de nadere regels overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen forfaitaire honoraria betaalt aan de artsen-specialisten in de gynaecologie-verloskunde die deelnemen aan de medische wachtdienst in de MIC-afdeling van een kraaminrichting
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 36sexiesdecies, ingevoegd bij de wet van 18 mei 2022;
Gelet op de beslissingen van de Nationale commissie artsen-ziekenfondsen van 18 maart 2024;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 20 maart 2024;
Gelet op de beslissing van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van 25 maart 2024;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 mei 2024;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 14 juni 2024;
Gelet op advies 76.935/2 van de Raad van State, gegeven op 6 augustus 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt de medische wachtdienst in de MIC-afdeling in aanmerking genomen, zoals bedoeld in Hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 20 augustus 1996 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie van regionale perinatale zorg (P*-functie) moet voldoen om te worden erkend.
Art. 2. § 1. Dit besluit voorziet in de toekenning van een forfaitair permanentiehonorarium voor deelname aan de in het vorige artikel vermelde wachtdienst tijdens de nacht, tussen 20 uur en 8 uur, indien de wachtdienst tijdens de nacht wordt verzekerd door:
1) een erkende arts-specialist in de gynaecologie-verloskunde, ervaren in het volgen van hoogrisico-zwangerschappen en voltijds verbonden aan de instelling met de MIC-afdeling;
2) een arts-specialist in opleiding in de gynaecologie-verloskunde die reeds ten minste drie jaar specialisatie beëindigd heeft, waarvan minstens één jaar ervaring met hoogrisico-zwangerschappen;
3 ) een erkende arts-specialist in de gynaecologie-verloskunde.
Indien de artsen bedoeld in 2) en 3), de nachtelijke wachtdienst verzekeren in de MIC-afdeling, is het forfaitair permanentiehonorarium enkel verschuldigd indien een erkende arts-specialist in de gynaecologie-verloskunde, ervaren in het volgen van hoogrisico-zwangerschappen, zoals bedoeld in 1), permanent oproepbaar is en zich bij elke oproep fysiek naar de MIC-afdeling begeeft.
§ 2. De hoofdarts van het ziekenhuis maakt via de website van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (www.riziv.fgov.be) de lijst met de in de vorige paragraaf bedoelde artsen-specialisten die de in artikel 1 bedoelde wachtdienst verzekeren over aan de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) en waakt erover dat deze lijst op elk moment is bijgewerkt in functie van de meest recente situatie.
De hoofdarts houdt een gedetailleerde lijst bij die voor elke nachtpermanentie de naam en het RIZIV-nummer aangeeft van de arts die de wachtdienst heeft verzekerd.
Art. 3. § 1. Het forfaitair honorarium voor deelname aan de medische wachtdienst bedraagt 356,89 euro per nacht en is verschuldigd ongeacht het aantal wachtdoende artsen die aanwezig waren tijdens die nacht.
Overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, wordt de waarde van dit honorarium vanaf januari van elk jaar aangepast aan de evolutie van de waarde van het in artikel 1 van dat koninklijk besluit bedoeld gezondheidsindexcijfer tussen 30 juni van het tweede jaar ervoor en 30 juni van het jaar ervoor.
§ 2. Het in de vorige paragraaf vermelde forfaitair honorarium is ten vroegste verschuldigd vanaf de dag volgend op de overmaking van de volledige gegevens bedoeld in artikel 2, § 2. Het forfaitair honorarium is enkel verschuldigd voor de nachten dat de lijst correct is bijgewerkt in functie van de meest recente situatie.
Art. 4. Na het einde van elk trimester en ten laatste op de laatste dag van het volgende trimester maakt de hoofdarts van het ziekenhuis aan de Dienst geneeskundige verzorging de dagen over waarop in het ziekenhuis dat over een MIC-afdeling beschikt, de wachtdienst niet werd verzekerd overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 1 en 2.
Deze gegevens worden overgemaakt via de website van het RIZIV (www.riziv.fgov.be).
Art. 5. Het RIZIV betaalt per kwartaal het in artikel 3 vermelde forfaitair honorarium aan de instantie op het post- of bankrekeningnummer van de instantie die belast is met de centrale inning van de honoraria.
De hoofdarts waakt erover dat de volledige forfaitaire honoraria worden verdeeld aan alle artsen-specialisten die de medische permanentie hebben verzekerd zoals voorzien in dit besluit.
Deze forfaitaire honorariaverdeling gebeurt pro rata de werkelijke aanwezigheidsuren in de MIC-afdeling tijdens de nacht.
Art. 6. De informatie bedoeld in artikel 2 wordt door de Dienst voor geneeskundige verzorging op eenvoudig verzoek bezorgd aan de verzekeringsinstellingen en aan de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV.
Art. 7. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 8. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 november 2024.
Reactie toevoegen