Dringende Medische Hulp (DMH)
De honorering van medische zorgen in het kader van Dringende Medische Hulp (DMH) bij zorgbehoevenden die illegaal op het Belgisch grondgebied verblijven wordt geregeld door de ‘Wet Colla’ van 12/12/1999.
Nadat een illegale verblijver zich gemeld heeft bij het OCMW van zijn verblijfplaats, kan hij aanspraak maken op medische zorgen bij dringende medische noodzaak.
De zorgvertrekker kan zijn honorariumnota aanbieden aan het OCMW, die instaat voor de betaling.
Er zijn geen criteria die de dringendheid van de medische noodzaak omschrijft.
Minister Ducarme voert een wetswijziging in, waarbij de OCMW’s niet meet instaan voor de betaling. De ereloonnota’s zullen moeten overgemaakt aan de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV). Een adviserend arts zal oordelen over de wel of niet dringendheid van de geattesteerde prestatie. De zorgverstrekker kan zich niet baseren op criteria of lijsten van verstrekkingen die de dringendheid definiëren, terwijl de adviserende arts zijn criteria wel naar eigen goeddunken kan invullen. Indien deze een prestatie als niet dringend beoordeeld, dan zal er geen betaling volgen.
Afgevaardigden van het Kartel hadden overleg met vertegenwoordigers van het Cabinet Ducarme en daar werd bevestigd dat de wetgever geen criteria zal opstellen.
Deze koerswending werd besproken op de Raad van Bestuur van het KARTEL (ASGB, GBO, MODES) van 6 juni 2018.
Het voornemen om de betaling van geleverde prestaties te laten afhangen van een a posteriori beoordeling door een adviserend arts van de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV - CAAMI), zonder vooraf gekende criteria, wordt als totaal onaanvaardbaar afgewezen.