Dringende Medische Hulp (DMH)

ASGB-BERICHT 2018.55
Icoon thema honorarium

De honorering van medische zorgen in het kader van Dringende Medische Hulp (DMH) bij zorgbehoevenden die illegaal op het Belgisch grondgebied verblijven wordt geregeld door de ‘Wet Colla’ van 12/12/1999.

Nadat een illegale verblijver zich gemeld heeft bij het OCMW van zijn verblijfplaats, kan hij aanspraak maken op medische zorgen bij dringende medische noodzaak.

De zorgvertrekker kan zijn honorariumnota aanbieden aan het OCMW, die instaat voor de betaling.

Er zijn geen criteria die de dringendheid van de medische noodzaak omschrijft.

Minister Ducarme voert een wetswijziging in, waarbij de OCMW’s niet meet instaan voor de betaling. De ereloonnota’s zullen moeten overgemaakt aan de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV). Een adviserend arts zal oordelen over de wel of niet dringendheid van de geattesteerde prestatie. De zorgverstrekker kan zich niet baseren op criteria of lijsten van verstrekkingen die de dringendheid definiëren, terwijl de adviserende arts zijn criteria wel naar eigen goeddunken kan invullen. Indien deze een prestatie als niet dringend beoordeeld, dan zal er geen betaling volgen.

Afgevaardigden van het Kartel hadden overleg met vertegenwoordigers van het Cabinet Ducarme en daar werd bevestigd dat de wetgever geen criteria zal opstellen.

Deze koerswending werd besproken op de Raad van Bestuur van het KARTEL (ASGB, GBO, MODES) van 6 juni 2018.

Het voornemen om de betaling van geleverde prestaties te laten afhangen van een a posteriori beoordeling door een adviserend arts van de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV - CAAMI), zonder vooraf gekende criteria, wordt als totaal onaanvaardbaar afgewezen.

2024.062

Hogere vergoeding (vanaf 1 juni 2024) voor bezoek in WZC door bepaalde arts-specialisten

 

Na de huisartsen (zie https://asgb.be/node/28817) zullen ook bepaalde artsen-specialisten die een bezoek in een WZC doen, recht krijgen op een hogere vergoeding vanaf 1 juni 2024.

Daartoe zijn er drie KB’s gepubliceerd op 29 april 2024, waarvan één i.v.m. het remgeld (dat gelijk blijft t.o.v. vroeger). Het gaat hier om de uitvoering van een maatregel uit het vorige akkoord.

2024.061

Welke handelingen mag een verpleegkundig specialist doen (vanaf 2025)?

 

Op 25 april 2024 werd het KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist vastlegt (vanaf 1 januari 2025).

Een dag later, 26 april 2024, stond vervolgens al het KB in het Staatsblad dat bepaalt welke handelingen diezelfde verpleegkundig specialist zal kunnen uitvoeren (vanaf 1 januari 2025) 

Het gaat hier om de bijkomende klinische activiteiten en medische handelingen die men mag uitoefenen in uitvoering van zijn erkenning als verpleegkundig specialist. 

2024.060

Erkenningscriteria vastgelegd voor verpleegkundig specialist

 

Op 25 april 2024 is een KB gepubliceerd dat de erkenningscriteria voor het beroep van verpleegkundig specialist bepaalt.

Deze criteria treden wel pas in werking op 1 januari 2025.

Hierna vindt u de integrale tekst van het KB.

 

14 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria om de titel van verpleegkundig specialist te dragen